ECLI:NL:RBBRE:2011:BW4451
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen kostenvergoeding bij WOZ-waarde geschil
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 23 december 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Aalburg. Het betreft een beroep tegen een besluit van de heffingsambtenaar van 21 juni 2011, waarin een kostenvergoeding van € 81,75 werd toegekend aan de belanghebbende voor de gemaakte kosten in bezwaar tegen de waardering van een onroerende zaak, vastgesteld op 1 januari 2010. De belanghebbende heeft beroep ingesteld, omdat hij van mening was dat de toegepaste wegingsfactor van 0,25 voor de kostenvergoeding niet terecht was en dat deze op 1 diende te worden vastgesteld.
Tijdens de zitting op 9 december 2011 in 's-Hertogenbosch, waar de gemachtigde van de belanghebbende en de vertegenwoordiger van de heffingsambtenaar aanwezig waren, is het beroep behandeld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar de proceskostenvergoeding te laag heeft vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak als gemiddeld moet worden aangemerkt, en dat de wegingsfactor van 1 van toepassing is. Dit leidde tot een nieuwe berekening van de kostenvergoeding, die nu op € 654,75 uitkomt voor zowel de bezwaar- als beroepsfase.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het besluit van de heffingsambtenaar vernietigd en de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de belanghebbende, die is vastgesteld op € 164. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na de verzenddatum.