ECLI:NL:RBBRE:2011:BV0891
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van melding voor Energie-investeringsaftrek en gevolgen voor belastingaanslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 15 december 2011 uitspraak gedaan over de tijdigheid van een melding voor de Energie-investeringsaftrek door belanghebbende, die op 24 maart 2010 een verzoek indiende met betrekking tot een investeringsverplichting die op 30 december 2009 was aangegaan. De melding werd op 27 maart 2010 gepost, maar de inspecteur van de Belastingdienst ontving deze pas op 6 april 2010. De rechtbank moest beoordelen of de melding tijdig was ingediend, aangezien de termijn voor indiening eindigde op 30 maart 2010. Belanghebbende stelde dat de melding tijdig was verzonden, maar de rechtbank oordeelde dat het risico van een te late indiening bij de indiener lag. De rechtbank overwoog dat belanghebbende had gekozen voor verzending per gewone post, wat inhield dat hij het risico nam dat de melding niet op tijd zou aankomen. De rechtbank concludeerde dat belanghebbende niet in zijn bewijs geslaagd was dat de melding eerder was ontvangen dan de datum waarop deze door de Belastingdienst was afgestempeld.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat de melding niet tijdig was ingediend en er geen recht op de Energie-investeringsaftrek bestond. De uitspraak benadrukte het belang van tijdige indiening van meldingen en de verantwoordelijkheid van de indiener om ervoor te zorgen dat deze binnen de gestelde termijn aankomt. De rechtbank wees erop dat de argumenten van belanghebbende, zoals technische problemen en het wachten op bepaalde codes, niet konden leiden tot een andere conclusie. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.