ECLI:NL:RBBRE:2011:BV0392

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
24 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
683262 mb 11-147
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen sanctie voor verlopen keuringsbewijs van motorvoertuig na brand en vernietiging

In deze zaak gaat het om een beroep tegen een sanctie die is opgelegd aan de betrokkene wegens het ontbreken van een geldig keuringsbewijs voor een motorvoertuig. De sanctie van € 340,00, vermeerderd met € 6,00 administratiekosten, werd opgelegd op 31 januari 2011, naar aanleiding van een controle op 3 december 2010. De betrokkene heeft aangevoerd dat het voertuig, een oplegger met kenteken OJ-40-XP, op 8 september 2009 is afgebrand en sindsdien als gedemonteerd geregistreerd staat bij de RDW. Hij stelde dat het onwettig was om hem opnieuw te sanctioneren voor een gedraging die al eerder was behandeld, terwijl het eerdere beroepschrift nog in behandeling was.

De officier van justitie heeft het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, maar tijdens de zitting op 24 november 2011 verzocht om het beroepschrift gedeeltelijk gegrond te verklaren en de sanctie te matigen tot nihil. De kantonrechter heeft de argumenten van de betrokkene en de officier van justitie in overweging genomen. De rechter oordeelde dat de termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen en dat er sprake was van twee afzonderlijke gedragingen, aangezien de verplichting om een geldig keuringsbewijs te hebben een voortdurende verplichting is.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard en de sanctie gematigd tot nihil, waarbij de betrokkene een bedrag van € 346,00 (inclusief administratiekosten) dient te worden gerestitueerd. De uitspraak is gedaan door mr. W.E.M. Verjans en is openbaar gemaakt. De betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep aan te tekenen binnen zes weken na de dag van toezending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Bergen op Zoom
zaaknummer: 683262 \ MB VERZ 11-147
cjib-nummer: [nummer]
registratienummer: R13280
uitspraak: 24 november 2011
beslissing ex artikel 13 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van:
betrokkene: [betrokkene].
adres: [adres]
1. Het verloop van de procedure
Bij initiële beschikking van 31 januari 2011 is aan betrokkene een sanctie opgelegd van € 340,00, vermeerderd met € 6,00 administratiekosten, ter zake van “voor een kentekenplichtig motorvoertuig van meer dan 3500 kg heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren”, geconstateerd op zaterdag 3 december 2011 om 17.30 uur middels een registercontrole bij de RDW te Veendam (feitcode K046B).
Tegen deze beschikking is betrokkene op 8 februari 2011 bij de officier van justitie in beroep gekomen.
De officier van justitie heeft het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 6 april 2011 aan betrokkene verzonden.
Tegen deze beslissing van de officier van justitie heeft betrokkene op 20 april 2011 beroep aangetekend.
De zaak is behandeld op de openbare zitting van 24 november 2011, waar namens de officier van justitie de CVOM-vertegenwoordiger en betrokkene zijn verschenen.
2. Het standpunt van betrokkene
Betrokkene voert aan dat de oplegger met kenteken OJ-40-XP op 8 september 2009 is afgebrand en vernietigd. Hij heeft aan de RDW verzocht om het voertuig te registreren als gedemonteerd voertuig. Betrokkene heeft een brief van de RDW overgelegd waaruit blijkt dat het voertuig vanaf 27 december 2010 als gedemonteerd staat geregistreerd. Bovendien is er voor deze gedraging reeds eerder een sanctie opgelegd en is er onwettig gehandeld door hem op 31 januari 2011 nogmaals voor deze gedraging te sanctioneren, terwijl het eerdere beroepschrift nog in behandeling was, aldus betrokkene.
Betrokkene heeft ter zitting zijn standpunt nader toegelicht.
3. De nadere zienswijze van de officier van justitie
Nu de gedraging op 3 december 2010 is geverbaliseerd, betrokkene op 27 december 2010 een brief van de RDW heeft ontvangen dat het voertuig als gedemonteerd staat geregistreerd en aan betrokkene pas op 31 januari 2011 een initiële sanctie is verstuurd voor de gedraging van 3 december 2010, heeft de officier van justitie ter zitting verzocht het beroepschrift gedeeltelijk gegrond te verklaren en te matigen tot nihil.
4. De beoordeling
4.1 De termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen.
4.2 Ingevolge artikel 72 van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw1994) dient voor een motorvoertuig of een aanhangwagen, waarvoor een kenteken is opgeven dan wel dient te zijn opgegeven, een geldig keuringsbewijs te zijn afgegeven. Volgens het gerechtshof Leeuwarden schept artikel 72 Wvw1994 een voortdurende verplichting. Dat brengt mee dat wanneer sprake is van twee pleegdata waarop het keuringsbewijs zijn geldigheid had verloren, er geen sprake is van één en dezelfde voortdurende gedraging, zoals betrokkene aanvoert, maar van twee los van elkaar staande op twee verschillende data verrichte gedragingen. Weliswaar gaat het om eenzelfde gedraging met betrekking tot hetzelfde voertuig, maar omdat de betrokkene na oplegging van een eerdere sanctie geen einde heeft gemaakt aan de onwettige situatie, rechtvaardigt dit dat aan betrokkene opnieuw een sanctie kon worden opgelegd. De plicht van de eigenaar of houder van een voertuig om ervoor te zorgen dat een voertuig tijdig wordt gekeurd, wordt immers niet opgeheven door de enkele omstandigheid dat hem met betrekking tot dat voertuig al eerder een sanctie is opgelegd voor een gedraging als de onderhavige (Gerechtshof Leeuwarden 7 januari 2009 WAHV 200.006.694 (08/01401)). De opvatting, dat er geen nieuwe sanctie kan worden opgelegd wanneer de beroepstermijn van de eerdere sanctie nog niet is verstreken, vindt geen grondslag in het recht.
4.3 Gelet op de door betrokkene aangevoerde omstandigheden en het feit dat de officier van justitie heeft voorgesteld het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren, zal de kantonrechter de officier van justitie volgen en het beroep gedeeltelijk gegrond verklaren. De sanctie zal worden gematigd als hierna bepaald.
5. De beslissing
De kantonrechter:
verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond en wijzigt de bestreden beslissing in die zin dat de sanctie wordt gematigd tot nihil;
bepaalt dat aan betrokkene een bedrag van € 346,00 (inclusief € 6,00 administratiekosten) dient te worden gerestitueerd.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.E.M. Verjans en uitgesproken ter openbare zitting.
Wanneer de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer bedraagt dan € 70,00 staat ingevolge artikel 14 WAHV tegen deze uitspraak hoger beroep open binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending bij het gerechtshof te Leeuwarden. Het beroepschrift dient ingezonden te worden bij deze sector van de rechtbank (Postbus 118, 4600 AC Bergen op Zoom). De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Datum toezending: