ECLI:NL:RBBRE:2011:BU9910

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
21 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
674298 cv 11-5262
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis inzake overeenkomst tussen eenmanszaak en B.V.

In deze zaak gaat het om een verzetprocedure tegen een verstekvonnis dat op 23 februari 2011 is gewezen door de kantonrechter te Bergen op Zoom. De eiseres, Dining City Nederland B.V., had [X] als gedaagde gedagvaard in een verstekzaak, waarbij zij betaling vorderde van een openstaande factuur van € 556,74, vermeerderd met wettelijke rente. Het verstekvonnis werd uitgesproken ten gunste van Dining City, maar [X] kwam in verzet tegen dit vonnis. In haar verzet stelde [X] dat de overeenkomst niet door haar, maar door de besloten vennootschap My Place B.V. was gesloten, en vorderde zij om het verstekvonnis te vernietigen en de vorderingen van Dining City af te wijzen.

De kantonrechter oordeelde dat [X] in het verzet kon worden ontvangen, maar dat de vordering van Dining City op basis van de tussen partijen gesloten overeenkomst terecht was. De rechter stelde vast dat de overeenkomst was gesloten met Grand Café Meat & Greet, een eenmanszaak van [X], en dat [X] toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichtingen. De kantonrechter bekrachtigde het verstekvonnis en verklaarde [X] niet ontvankelijk in haar vordering tot terugbetaling van eerder betaalde bedragen aan Dining City. Tevens werd [X] veroordeeld in de proceskosten.

In reconventie vorderde [X] de opheffing van een beslag dat door Dining City was gelegd op haar inboedel en auto. De kantonrechter wees deze vordering af, omdat het verstekvonnis werd bekrachtigd en de beslagen rechtmatig waren gelegd. De kosten van de procedure werden eveneens aan [X] opgelegd. Het vonnis werd uitgesproken op 21 december 2011 door kantonrechter mr. W.E.M. Verjans.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
vonnis d.d. 21 december 2011
zaak/rolnr.: 674298 CV EXPL 11-5262
inzake
[X],
wonende te Bergen op Zoom,
opposant, tevens eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. F. van Loon, advocaat te Bergen op Zoom,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Dining City Nederland B.V.,
statutair gevestigd te Hoevelaken,
geopposeerde, tevens verweerster in reconventie,
gemachtigde: Graydon Nederland B.V. te Amsterdam,
rolgemachtigde LAVG Zuid te Roosendaal.
Partijen worden hierna aangeduid als “[X]” en “Dining City”.
1. Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het verstekvonnis van de kantonrechter te Bergen op Zoom met zaaknummer 645043 CV EXPL 11-988 van 23 februari 2011, met de daarin genoemde stukken;
b. de verzetdagvaarding van 27 juli 2011, tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties;
c. de akte houdende wijziging van eis zijdens [X];
d. de conclusie van antwoord in oppositie, tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
e. de conclusie van repliek in oppositie, tevens houdende conclusie van repliek in reconventie;
f. de conclusie van dupliek in reconventie.
2. Het geschil
in oppositie / in conventie:
2.1 Bij de op 8 februari 2011 uitgebrachte dagvaarding, heeft Dining City -als eiseres in de verstekzaak- bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gevorderd [X] -als gedaagde in de verstekzaak-, te veroordelen tot betaling van € 556,74, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 476,00 vanaf 8 februari 2011. Een en ander met veroordeling van [X] in de proceskosten.
2.2 Bij verstekvonnis van 23 februari 2011 heeft de kantonrechter de vorderingen van Dining City toegewezen en is [X] veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op € 460,31.
2.3 [X] komt in verzet van voornoemd vonnis. [X] vordert van de bij het verstekvonnis tegen haar uitgesproken veroordeling te worden ontheven en om de vorderingen van Dining City alsnog af te wijzen, met veroordeling van Dining City in de proceskosten. Bij akte wijziging van eis vordert [X] om Dining City te veroordelen tot terugbetaling van al hetgeen [X] uit hoofde van het onder zaak/rolnummer 645043 CV EXPL 11-988 gewezen vonnis d.d. 23 februari 2011, aan Dining City heeft voldaan.
2.4 Dining City voert verweer en concludeert tot bekrachtiging van voormeld verstekvonnis, met veroordeling van [X] in de kosten van het verzet.
in reconventie:
2.5 [X] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, primair om Dining City te veroordelen het door haar gelegde beslag op de inboedel en auto van [X] binnen twee dagen na de betekening van dit vonnis op te heffen en opgeheven te houden, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen korte termijn, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat Dining City hiermee in gebreke blijft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het verbeuren van de respectieve dwangsommen. Subsidiair, voor het geval de voormelde goederen inmiddels bij openbare verkoop mochten blijken te zijn geëxecuteerd ten tijde van het in deze te wijzen vonnis, Dining City te veroordelen tot vervangende schadevergoeding ter waarde van deze goederen aan [X], welke schade nader opgemaakt dient te worden bij staat. Dit alles met veroordeling van Dining City in de proceskosten.
2.6 Dining City voert verweer en concludeert tot afwijzing van de eis in reconventie, met veroordeling van [X] in de proceskosten.
3. De beoordeling
in oppositie / in conventie:
3.1 Waar niet is gebleken dat [X] niet tijdig en op de juiste wijze verzet heeft gedaan tegen het verstekvonnis, kan zij in zoverre in het verzet worden ontvangen.
3.2 Dining City grondde de aan het verstekvonnis ten grondslag liggende vordering op een tussen partijen bestaande overeenkomst, waarbij Dining City gedurende de periode juni 2010 tot en met mei 2011 op de bij haar geldende, van de betreffende overeenkomst deel uitmakende voorwaarden, in opdracht, althans voor rekening van [X] aan deze de mogelijkheid heeft geboden van de restaurantwebsite van Dining City gebruik te maken ten behoeve van reclamedoeleinden. Dining City stelde dat [X] toerekenbaar tekort geschoten was in de nakoming van de betalingsverplichting uit hoofde van die overeenkomst. Naast de uit dien hoofde gevorderde hoofdsom van € 476,00, maakte Dining City aanspraak op vergoeding van de door haar gemaakte buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 75,00 en op de wettelijke rente, die zij tot 8 februari 2011 becijferde op een bedrag van € 5,74.
3.3 [X] voert bij de verzetdagvaarding aan dat de vordering alsnog dient te worden afgewezen. Zij stelt daartoe in punt 6 van de verzetdagvaarding letterlijk dat ‘Dining City in deze kwestie zaken heeft gedaan met [X], maar met de besloten vennootschap met de beperkte My Place B.V. handelend onder de naam Meat & Greet …’. Tevens vordert zij om Dining City te veroordelen tot terugbetaling van al hetgeen [X] uit hoofde van het onder zaak/rolnummer 645043 CV EXPL 11-988 gewezen vonnis d.d. 23 februari 2011, aan Dining City heeft voldaan.
3.4 In oppositie onderbouwt Dining City haar stellingen nader en weerspreekt daarbij het verweer van [X]. Zij stelt dat zij wel de juiste partij heeft gedagvaard. Indien en voor zover al sprake zou kunnen zijn van het dagvaarden van de verkeerde partij, acht zij dit voor rekening en risico van [X] te komen. Dining City handhaaft haar vordering, inclusief de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.5 Tussen partijen staan de volgende feiten in rechte vast:
a. d.d. 27 mei 2010 wordt tussen Dining City enerzijds en Grand Café Meat & Greet anderzijds een overeenkomst gesloten met betrekking tot deelname aan Dining City voor een totaalbedrag van € 400,00. Hierbij kon Grand Café Meat & Greet gebruik maken van de restaurantwebsite van Dining City voor reclamedoeleinden;
b. bij ‘naam opdrachtgever’ staat ‘[X]’ vermeld;
c. [X] is gehuwd met de heer [Y];
d. bij ‘adres, postcode en woonplaats’ is ingevuld ‘[adres]’. Er is geen afwijkend factuuradres ingevuld;
e. met betrekking tot voornoemde overeenkomst is een factuur d.d. 11 juni 2010 gezonden ten bedrage van € 476,00 inclusief btw, gericht aan ‘Grand Café Meat & Greet, t.a.v. de financiële administratie, [adres]’;
f. d.d. 28 oktober 2010, 10 november 2010, 6 december 2010 en 25 januari 2011 zijn aanmaningen naar voornoemd adres verstuurd, betreffende de openstaande factuur;
g. met als vestigingsdatum 25 januari 2010 heeft [X] (hierna verder te noemen: ‘[X]’) een eenmanszaak ingeschreven in het handelsregister met als handelsnaam ‘Grand Café Meat & Greet’, gevestigd aan de [adres]. Bij bedrijfsomschrijving staat ‘Het treffen van voorbereidende handelingen voor een café aan het adres [adres]’;
h. de besloten vennootschap My Place B.V. is met ingang van 29 maart 2011 in staat van faillissement verklaard. Voornoemde B.V. handelde onder de namen ‘My Place B.V.’ en ‘Grand Café Meat & Greet’;
i. enig aandeelhouder en bestuurder van voornoemde B.V. is [Y] Beheer B.V.;
j. enig aandeelhouder en bestuurder van laatstgenoemde B.V. is de heer [Y] voornoemd.
3.6 De kantonrechter begrijpt het verweer van [X] aldus, dat zij zich op het standpunt stelt dat Dining City in deze kwestie geen (cursivering kantonrechter) zaken heeft gedaan met haar, maar met de besloten vennootschap My Place B.V. Hierin kan [X] niet worden gevolgd. Uit de overeenkomst blijkt dat deze is gesloten met Grand Café Meat & Greet en dat [X] namens deze onderneming de overeenkomst heeft ondertekend. Dining City heeft onbetwist gesteld dat [X] ten tijde van het aangaan van de overeenkomst d.d. 27 mei 2010, in het handelsregister stond ingeschreven met haar eenmanszaak Grand Café Meat & Greet. Uit de in het geding gebrachte uittreksels uit het handelsregister van My Place B.V. blijkt weliswaar, dat ‘Grand Café Meat & Greet’ op enig moment een handelsnaam is geworden van My Place B.V., maar [X] heeft niets gesteld omtrent de datum dat het voorgaande concreet vorm heeft gekregen. Evenmin heeft [X] gesteld of en zo ja met ingang van welke datum, haar eenmanszaak ‘Grand Café Meat & Greet’ heeft opgehouden te bestaan. De bedrijfsomschrijving van de eenmanszaak, inhoudende ‘het treffen van voorbereidende handelingen voor een café aan het adres [adres]’, sluit -anders dan [X] aangeeft- niet uit dat [X] voor voornoemde eenmanszaak de in het geding zijnde overeenkomst met Dining City heeft gesloten. Immers, niet is in te zien dat het gebruik maken van een internetsite voor reclamedoeleinden niet valt onder bedoelde voorbereidende handelingen. Ook het verweer van [X], dat met My Place B.V. is gecontracteerd omdat de overeenkomst is aangegaan in het pand aan de Grote Markt 23, wordt verworpen. Het enkele feit, dat het contract is gesloten op het adres aan de Grote Markt 23, maakt -mede gelet op de bedrijfsomschrijving van de eenmanszaak van [X]- nog niet, dat hierdoor My Place B.V. aan de overeenkomst gebonden zou zijn. Feiten of omstandigheden die dit anders maken, zijn door [X] niet gesteld en zijn ook niet anderszins gebleken. Dat [X] aangeeft, dat de factuur en de aanmaningen aan voornoemd adres zijn gericht maakt het voorgaande evenmin anders. [X] heeft dit adres in de tussen partijen gesloten overeenkomst immers zelf opgegeven. Nu ook uit de overeenkomst zelf op geen enkele wijze blijkt, dat beoogd is om de besloten vennootschap My Place B.V. te binden, is [X] -gelet op al het voorgaande- gehouden de door Dining City gevorderde hoofdsom van € 476,00 te betalen.
3.7 Dining City heeft gesteld buitengerechtelijke kosten gemaakt te hebben en heeft vergoeding daarvan gevorderd. Voldaan dient te worden aan het vereiste dat alleen redelijke kosten die in redelijkheid zijn gemaakt kunnen worden toegewezen. In dit geval is niet gebleken dat niet aan dit vereiste is voldaan, zodat de terzake gevorderde vergoeding van € 75,00 toewijsbaar is.
3.8 Wegens betalingsverzuim van [X] is de gevorderde wettelijke rente -die tot 8 februari 2011 onbetwist is berekend op een bedrag van € 5,74- eveneens toewijsbaar.
3.9 Wat betreft de wijziging van eis in conventie tot terugbetaling van al hetgeen [X] uit hoofde van het onder zaak/rolnummer 645043 CV EXPL 11-988 gewezen vonnis d.d. 23 februari 2011 aan Dining City heeft voldaan, wordt [X] niet ontvankelijk verklaard. Een dergelijke vordering hoort -zoals door Dining City is betoogd- thuis in een reconventie.
3.10 Als de in het ongelijk te stellen partij, zal [X] worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
in reconventie:
3.11 Hetgeen de kantonrechter in conventie heeft overwogen en beslist, dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
3.12 Nu het betreffende verstekvonnis zal worden bekrachtigd, leidt dit ertoe dat de uit hoofde van dat vonnis door Dining City gelegde beslagen op de inboedel en auto van [X], rechtmatig zijn gelegd. Er zijn dan ook geen gronden om het gevorderde in reconventie toe te wijzen.
3.13 Als de in het ongelijk te stellen partij, zal [X] worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
4. De beslissing
De kantonrechter:
in oppositie / in conventie
bekrachtigt het door de kantonrechter op 23 februari 2011 gewezen verstekvonnis onder zaaknummer 645043 CV EXPL 11-988;
verklaart [X] niet ontvankelijk in de door haar ingestelde vordering tot terugbetaling van al hetgeen [X] uit hoofde van voornoemd verstekvonnis aan Dining City heeft voldaan;
veroordeelt [X] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Dining City tot op heden begroot op € 100,00 als salaris voor de gemachtigde van Dining City;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
in reconventie
wijst de vordering af;
veroordeelt [X] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Dining City tot op heden begroot op € 200,00 als salaris voor de gemachtigde van Dining City.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 december 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.