ECLI:NL:RBBRE:2011:BU4714
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.M. de Werd
- M.D.E. Copra-Carolie
- Rechtspraak.nl
Geheimhouding van documenten in belastingzaken en de belangenafweging tussen privacy en openbaarmaking
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 7 september 2011, gaat het om de geheimhouding van een klikbrief die door de inspecteur van de Belastingdienst is overgelegd in het kader van een belastinggeschil. De belanghebbende, die in beroep is gegaan tegen verschillende belastingaanslagen, heeft verzocht om inzage in alle op de zaak betrekking hebbende stukken, waaronder de klikbrief. De inspecteur heeft echter geweigerd om de klikbrief openbaar te maken, met een beroep op de privacy van derden en de bescherming van persoonlijke gegevens. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de geheimhoudingskamer, die op 25 augustus 2011 heeft gehoord. Tijdens deze zitting is de gemachtigde van de belanghebbende verschenen, evenals vertegenwoordigers van de inspecteur.
De geheimhoudingskamer heeft de belangen van de inspecteur bij geheimhouding afgewogen tegen de belangen van de belanghebbende bij openbaarmaking. De rechtbank oordeelt dat de klikbrief een op de zaak betrekking hebbend stuk is, omdat deze relevante informatie bevat over de belanghebbende en zijn werkzaamheden. De geheimhoudingskamer heeft vastgesteld dat de belangen van de inspecteur bij geheimhouding van de identiteit van de schrijver van de klikbrief en de persoonlijke gegevens van derden zwaarder wegen dan de belangen van de belanghebbende bij bekendmaking. De geheimhoudingskamer heeft daarom besloten dat de identiteit van de schrijver en de persoonlijke gegevens van derden geheim moeten blijven, maar dat de overige delen van de klikbrief openbaar gemaakt kunnen worden.
De rechtbank heeft de inspecteur opgedragen om een geschoonde versie van de klikbrief aan de belanghebbende te verstrekken, waarbij de vertrouwelijke gegevens zijn verwijderd. De beslissing van de geheimhoudingskamer is genomen op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht, dat de mogelijkheid biedt om in bepaalde gevallen de openbaarmaking van stukken te weigeren. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging tussen de privacy van derden en het recht op informatie van de belanghebbende in belastingzaken.