3.1 Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weersproken, dan wel blijkens de niet betwiste inhoud van producties, staat in rechte het volgende vast -voor zover hier relevant-:
• De thans 62-jarige [eiser] is per [datum] als leraar in dienst getreden van (een rechtsvoorgangster van) Markland College.
• Door de jaren heen heeft [eiser] les gegeven in verschillende vakken; in het schooljaar 2010-2011 heeft hij uitsluitend lessen lichamelijke opvoeding gegeven, onder meer aan brugklas 1E, een vmbo-klas met meerdere zorgleerlingen.
• Zorgleerlingen, ofwel leerlingen met een LWOO (leerwegondersteunend onderwijs)-indicatie hebben in zijn algemeenheid voldoende capaciteiten om een vmbo-diploma te halen, maar kampen met leerachterstanden en/of sociaal emotionele problematiek.
• In januari 2011 is Markland College geconfronteerd met een groot aantal klachten van leerlingen uit brugklas 1E over [eiser].
• Naar aanleiding van die klachten hebben met de leerlingen gesprekken plaatsgevonden. Van deze gesprekken zijn verslagen gemaakt. De -geanonimiseerde- gespreksverslagen maken deel uit van het procesdossier.
• Tijdens gesprekken op 26 januari, 27 januari en 3 en 7 februari 2011 is [eiser] met de klachten van de leerlingen geconfronteerd.
• In een brief van Markland College van 8 februari 2011 aan [eiser] met als aanhef “schriftelijke waarschuwing” is schriftelijk ingegaan op de klachten van de leerlingen, de gesprekken daarover met [eiser] en de vervolgacties.
• Volgens die brief betreffen de klachten “seksueel getint gedrag, seksueel getinte opmerkingen, grof taalgebruik”, waarbij als voorbeelden zijn genoemd:
- Vloeken en schelden tijdens de les
- Vaak de meisjeskleedkamer in lopen zonder te kloppen
- Tegen meisjes aanstaan
- Geen rekening houden met leerlingen die pijn hebben
- Kijkt in broekjes van meisjes in plaats van bij bijvoorbeeld de brug op de handen te letten
- 2 uur strafwerk schrijven in een afgesloten ruimte
- Bij een leerling met astma-aanval geen actie ondernomen”.
• De brief eindigt met een uitdrukkelijke waarschuwing aan [eiser] en de afspraak dat [eiser] vanaf 14 februari 2011 de lessen zal hervatten, waarbij het contact (weer) zal plaatsvinden via teamleider Van [Z], maar hem een andere klas (brugklas 1D, ktr.) zal worden toegewezen.
• Op 2 maart 2011 verhaalt [eiser] per e-mail aan Van [Z] over de gymles, die hij op vrijdag 25 februari 2011 heeft gegeven aan brugklas 1D.
• Daags nadien, bij brief van 3 maart 2011, is [eiser] uitgenodigd voor een gesprek met Markland College op 15 maart 2011. Volgens die brief zou op 25 februari 2011 in brugklas 1D wederom een ernstig voorval hebben plaatsgevonden, nu [eiser] volgens de waarneming van leerlingen tijdens deze les een erectie zou hebben gehad. Ook met de leerlingen uit brugklas 1D is gesproken en van die gesprekken zijn eveneens -geanonimiseerde- verslagen gemaakt, die deel uitmaken van het procesdossier.
• Op 4 maart 2011 heeft [eiser] bij de politie aangifte gedaan van smaad en laster.
• Op 15 maart 2011 heeft vervolgens het aangekondigde gesprek met [eiser] plaatsgevonden. Tijdens dat gesprek heeft [eiser] de beschuldigingen aan zijn adres betwist.
• Na dit gesprek heeft Markland College, na ruggespraak daarover met de vertrouwensinspectie, onderzoeksbureau Bezemer & Kuiper (nader “Bezemer & Kuiper”) aangewezen om onderzoek te verrichten naar hetgeen in januari 2011 en op 25 februari 2011 is voorgevallen.
• Op 4 juli 2011 heeft de onderzoekscommissie van genoemd bureau rapportage en advies uitgebracht inzake haar onderzoek naar signalen over ongewenst gedrag. [eiser] heeft dit rapport op 12 juli 2011 ontvangen. Een afschrift daarvan is door Markland College in het geding gebracht.
• Nadat [eiser] op enig moment nadien kennis had genomen van het voorlopig rooster voor het schooljaar 2011-2012, waarbij hij voor 10 uur was ingeroosterd voor het geven van lessen lichamelijke opvoeding aan klassen zonder LWOO geïndiceerde leerlingen, heeft hij Markland College op 29 juli 2011 schriftelijk verzocht om hem voor nog 8 aanvullende lesuren in te roosteren.
• Bij brief van 23 augustus 2011 heeft Markland College [eiser] vervolgens bericht, dat zij voornemens is over te gaan tot een beëindiging van het dienstverband.
• Op 12 september 2011 heeft [eiser], althans zijn gemachtigde, aan Markland College zijn zienswijze met betrekking tot de voorgenomen beëindiging van het dienstverband gegeven, waarna op 26 september 2011 een ontslagbesluit is gevolgd.
• Bij dit ontslagbesluit van 26 september 2011, tevens houdende een (voornemen tot) schorsing, heeft Markland College het dienstverband met [eiser] opgezegd per 1 januari 2012.
• Als op de cao voor het Voortgezet Onderwijs (VO) gebaseerde opzeggingsgronden zijn daarbij genoemd: plichtsverzuim, onbekwaamheid of ongeschiktheid van [eiser] voor de door hem laatstelijk uitgeoefende functie en andere gewichtige omstandigheden die redelijkerwijs geacht moeten worden met het oog op de belangen van het Markland College en van het onderwijs de mogelijkheid van een dienstverband uit te sluiten.
• Bij brief van 7 oktober 2011 heeft [eiser], in een reactie op het ontslagbesluit, aan Markland College kenbaar gemaakt “het in alle facetten van uw brief (bedoeld wordt het ontslagbesluit, ktr.) oneens te zijn”. [eiser] heeft zijn bezwaren in die brief -die volgens zijn nadere toelichting ook zijn gericht tegen de (voorgenomen) schorsing- uitvoerig toegelicht.
• Op 14 oktober 2011 heeft Markland College -formeel- besloten [eiser] te schorsen voor zijn werk als docent bij het Markland College. In haar besluit van die datum heeft Markland College -kort gezegd- aangegeven, dat de, op artikel 9.a.6. lid 2 sub f cao VO gebaseerde, schorsing naar haar oordeel gerechtvaardigd is, gezien het grensoverschrijdende gedrag, waaraan [eiser] zich schuldig heeft gemaakt.
• De schorsing volgt op een periode, waarin [eiser] aanvankelijk ziek is geweest en, na de melding van zijn -medisch- herstel, per 22 maart 2011 is vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden met behoud van salaris.