3.1. Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties, wordt uitgegaan van de volgende feiten:
- Allee Wonen, rechtsopvolgster van Woningstichting St. Joseph (WSJ), heeft met [opposant] een huurovereenkomst gesloten, ingaande 1 april 1994, waarbij aan [opposant] is verhuurd de woning aan de [adres] te [woonplaats] (hierna te noemen: de woning), tegen een maandelijkse huurprijs van FL 342,56.
- Bij brief van 25 februari 2009 heeft Allee Wonen aan [opposant] geschreven - samengevat - dat er sprake is van een kapotte ruit aan de straatzijde en aan de achterzijde van de woning, er veel rommel aanwezig is in de achtertuin en er diverse overlastmeldingen zijn gedaan. In deze brief wijst Allee Wonen er voorts op dat [opposant] gehouden is om de woning goed te onderhouden en heeft zij een tijdstip voor een huisbezoek ingepland. [opposant] heeft geen huisbezoek in de woning toegelaten.
- Op zondag 8 maart 2009 heeft de wijkagent, de heer [naam 1], aan Allee Wonen een email verzonden waarin hij onder meer aangeeft dat het in de woning een grote puinhoop is, dat diverse kamers alsmede de trap niet meer op normale wijze te betreden zijn, het sanitair stuk is, de woning vuil en vies is en dat door hetgeen er allemaal is verzameld allerlei ongedierte wordt aangetrokken.
- Bij brief van 19 april 2010 heeft Allee Wonen [opposant] gewezen op diens onderhoudsverplichtingen en hem verzocht in verband met de leefbaarheid de achtertuin op te ruimen vóór 10 mei 2010, gevolgd door een inspectie.
- Bij brief van 7 juni 2010 heeft Allee Wonen aan [opposant] geschreven, verkort weergegeven, dat [opposant] weliswaar een begin heeft gemaakt met het opruimen van de tuin maar dit niet heeft doorgezet en dat zij een tijdstip voor een huisbezoek heeft ingepland om zulks te bespreken. [opposant] heeft medewerkers van Allee Wonen enkel in de tuin toegelaten.
- Bij brief van 15 juni 2010 heeft Allee Wonen aan [opposant] geschreven - samengevat - dat de tuin nog niet genoegzaam is opgeruimd en dat zij een huisbezoek wenst af te leggen waarbij ook de woning zelf van binnen kan worden bekeken en daartoe een afspraak ingepland. [opposant] heeft geen medewerkers van Allee Wonen in de woning toegelaten.
- Op 24 juni 2010 zijn medewerkers van de afdeling Handhaving van de gemeente [woonplaats] de woning van [opposant] binnengetreden. Bij brief van 30 juli 2010 heeft de afdeling Handhaving aan [opposant] geschreven:
“(…) Opheffen overtreding
Wij verzoeken u uiterlijk 7 september 2010 de overtreding van 7.3.2 jo. 5.1.1 van de Bouwverordening beëindigd te hebben en te houden. Dit kunt u doen door:
- de woning te ontdoen van al het aanwezige afval en dit af te voeren naar een daartoe bestemde afvalverwerkingslocatie;
- (…) de woning te ontdoen van al het aanwezige afval (…);
- de achtertuin op te ruimen waarbij u de tuin ontdoet van het afval.
(…)”
- In september 2010 heeft de afdeling Handhaving een controle gehouden en foto’s gemaakt van de tuin en directe omgeving van de woning alsmede van diverse vertrekken in de woning.
- Bij brief van 16 februari 2011 heeft Allee Wonen [opposant] gesommeerd, verkort weergegeven, om binnen 14 dagen de woning op orde te brengen en van afval te ontdoen alsmede zich van het veroorzaken van overlast te onthouden, bij gebreke waarvan [opposant] in rechte zal worden betrokken.
- In maart 2011 heeft Allee Wonen de tuin van de woning bekeken en daarvan foto’s gemaakt.
- Op 18 april 2011 is het verstekvonnis van 6 april 2011 aan [opposant] betekend. Op 18 april 2011 is eveneens bij deurwaardersexploot de ontruiming van de woning aangezegd tegen 10 mei 2011.
- Op 17 mei 2011 is de woning daadwerkelijk ontruimd en heeft de deurwaarder foto’s gemaakt van de (tuin van de) woning.