ECLI:NL:RBBRE:2011:BT8299
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vordering meerinkomen studiefinancieringstijdvak 2007
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een vordering wegens meerinkomen over het studiefinancieringstijdvak 2007. Eiseres, een student, had een arbeidsovereenkomst als caissière en haar arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 1 januari 2008. De rechtbank Amsterdam had op 29 november 2007 de ontbinding van de arbeidsovereenkomst uitgesproken en een vergoeding van € 6.000,00 bruto toegekend aan eiseres. De vergoeding werd in januari 2008 betaald, maar DUO stelde dat deze vergoeding al vorderbaar en inbaar was geworden per de datum van het vonnis, wat volgens hen betekende dat het moest worden meegerekend bij het toetsingsinkomen voor de studiefinanciering over 2007.
Eiseres betoogde dat de vergoeding niet aan het toetsingsinkomen over 2007 had mogen worden toegerekend, omdat deze pas na 1 januari 2008 vorderbaar was. De rechtbank oordeelde dat de vergoeding, gezien de aard ervan, niet vóór 1 januari 2008 vorderbaar en inbaar was geworden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en herroept het primaire besluit van DUO, waarbij de vordering wegens meerinkomen was opgelegd. Tevens werd DUO veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 874,00 werden vastgesteld.
De uitspraak werd gedaan door rechter T.M. Schelfhout op 12 oktober 2011, en de beslissing is openbaar uitgesproken. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.