ECLI:NL:RBBRE:2011:BR6027
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.M. de Werd
- C.A.F.M. Stassen
- R.W. Otto
- Rechtspraak.nl
Herziening van de uitspraak op bezwaar inzake vennootschapsbelasting en het recht te worden gehoord
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 6 juli 2011, betreft het een beroep van S.A., een vennootschap gevestigd in Luxemburg, tegen de uitspraken van de inspecteur van de Belastingdienst/Oost-Brabant inzake de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2005. De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende, ondanks eerdere communicatie, niet definitief afstand heeft gedaan van het recht om te worden gehoord voordat de uitspraak op bezwaar werd gedaan. Tijdens de zitting op 23 juni 2011 heeft de gemachtigde van belanghebbende expliciet verzocht om alsnog te worden gehoord, wat de rechtbank aanleiding gaf om de inspecteur op te dragen opnieuw uitspraak te doen op het bezwaar, nadat belanghebbende in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraken op bezwaar en veroordeelde de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende. De rechtbank oordeelde dat het horen van belanghebbende in de bezwaarfase noodzakelijk was, gezien het verschil van mening over de feiten. De rechtbank heeft ook de proceskosten vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de samenhangende zaken 10/404 tot en met 10/406. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.