ECLI:NL:RBBRE:2011:BR3879
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Meyboom
- Rechtspraak.nl
Verklaring derdenbeslag en procedure tot het afleggen van een gerechtelijke verklaring ex artikel 477a lid 2 Rv
In deze zaak, die voorlag bij de Rechtbank Breda, betreft het een procedure over een verklaring derdenbeslag. Eiseres, FFC Vastgoed BV, heeft een gerechtelijke verklaring gevraagd naar aanleiding van een eerder vonnis waarbij vennooten van gedaagde, een vennootschap onder firma, zijn veroordeeld tot betaling aan eiseres. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 26 januari 2011 vastgesteld dat de vordering van eiseres toen werd afgewezen omdat gedaagde niet meer door een advocaat werd vertegenwoordigd. Dit oordeel is echter achterhaald, omdat gedaagde inmiddels wel door een advocaat is vertegenwoordigd.
Eiseres stelt dat de verklaring derdenbeslag van gedaagde onjuist is, omdat er een rechtsverhouding bestaat tussen gedaagde en de vennooten. Gedaagde betwist dit en stelt dat de verklaring abusievelijk verkeerd is ingevuld. De rechtbank oordeelt dat eiseres bevoegd is om de verklaring te betwisten en dat zij binnen de gestelde termijn haar vordering heeft ingesteld. De rechtbank concludeert dat eiseres nog steeds belang heeft bij de vordering, omdat de verklaring derdenbeslag bepalend is voor de betalingsverplichting van gedaagde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaring van gedaagde onjuist is en heeft besloten dat gedaagde een correcte verklaring moet overleggen. De zaak is naar de rol verwezen voor verdere behandeling, waarbij gedaagde de gelegenheid krijgt om een nieuwe verklaring te overleggen. Eiseres kan hierop reageren, waarna de rechtbank zal vaststellen welk bedrag aan eiseres toekomt. De verdere beslissing is aangehouden tot de volgende zitting.