ECLI:NL:RBBRE:2011:BR3112

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
18 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
635363 ov 10-5391
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opheffing van curatele wegens verkwisting en gebrek aan medewerking

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 18 juli 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van een ondercuratelestelling. De verzoekster, die kampt met een verstandelijke beperking, heeft verkwistend gedrag vertoond, wat de reden was voor de instelling van de curatele. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat dit gedrag nog steeds aanwezig is, en dat verzoekster geen medewerking verleent aan de curator. De curator, dhr. F.O. Huijbregts-De Swaef, heeft zijn taak naar behoren uitgevoerd, maar ondervindt problemen door het gebrek aan informatie van verzoekster. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek tot opheffing van de curatele moet worden afgewezen, omdat de huidige curator de enige is die bereid is om de curatele voort te zetten.

De kantonrechter heeft ook overwogen dat het verkwistende gedrag van verzoekster, in combinatie met haar verstandelijke beperking, een risico vormt voor haar financiële situatie. Ondanks pogingen om een andere curator te vinden, heeft geen enkele curator zich bereid verklaard om de taak over te nemen. De kantonrechter heeft daarom besloten dat de curatele moet worden gehandhaafd, omdat er geen alternatieven zijn en de belangen van verzoekster dit vereisen. De beslissing benadrukt het belang van ondersteuning voor verzoekster, die moet leren om hulp te accepteren om de effectiviteit van de beschermende maatregel te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaaknummer: 635363 OV 10-5391
beschikking d.d. 18 juli 2011 op een verzoek tot opheffing van een ondercuratelestelling
ingediend door
[verzoekster], wonende te [woonplaats],
procederend krachtens toevoeging 1FG5723,
verzoekster,
gemachtigde: mr. A.M.S. Moeniralam, advocate te Roosendaal.
1. Het verdere verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de beschikking van de kantonrechter te Bergen op Zoom van 1 februari 2011, met alle daarin vermelde stukken;
b. het verslag van het door MEE West-Brabant gehouden psychodiagnostisch onderzoek;
c. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting op 6 juli 2011, waarbij verzoekster aanwezig was en werd bijgestaan door mw. mr. Moeniralam, alsmede de curator, dhr. F.O. Huijbregts-De Swaef;
d. de brief van de curator d.d. 15 juli 2011.
De inhoud van genoemde stukken, alsmede van de ter zitting door de curator overgelegde pleitaantekeningen en informatie omtrent de schulden van verzoekster, geldt als hier ingelast. Op die inhoud en hetgeen overigens door partijen is aangevoerd, wordt voor zover nodig, hierna teruggekomen.
2. De verdere beoordeling
2.1 Bij beschikking 1 februari 2011 van de kantonrechter te Bergen op Zoom is een psychodiagnostisch onderzoek gelast naar de psychische gesteldheid van verzoekster.
De kantonrechter volhardt bij de inhoud van deze beschikking. Het onderzoek is verricht door drs. M. Scheek, orthopedagoog NVO generalist, in dienst van MEE West-Brabant.
Uit dit onderzoek d.d. 29 maart 2011 is onder meer gebleken dat het intelligentieniveau van verzoekster beneden gemiddeld is, dat er sprake is van een disharmonisch profiel, dat haar rekenvaardigheid zwak is en haar werkgeheugen beneden gemiddeld. Psychische en maatschappelijke ondersteuning in het dagelijks leven wordt aanbevolen. Recente informatie over verzoekster bij genoemde brief van 15 juli 2011, afkomstig van de curator, geeft aanleiding tot ernstige zorgen over de psychische toestand van verzoekster/curanda.
2.2 Ter zitting is vastgesteld dat de grond die geleid heeft tot de instelling van de curatele, verkwisting, nog steeds bestaat. Het verkwistende gedrag van verzoekster is mede een gevolg van haar verstandelijke beperking. Reeds om deze redenen dient het verzoek te worden afgewezen.
Voorts stelt de kantonrechter vast dat, ook nadat de WSNP zonder resultaat is afgesloten, verzoekster zeker een nieuwe schuld heeft gemaakt. Dankzij de curator is de overeenkomst die door verzoekster in dit verband was gesloten, ontbonden, zodat deze schuld weer ongedaan is gemaakt. Een nieuwe aanvraag voor toelating tot de WSNP zal -op grond van de vigerende regelgeving- gedurende de komende tien jaren niet worden gehonoreerd.
Verzoekster is ontevreden over de curator en stelt zich op het standpunt dat zij -onder meer- te weinig leefgeld van hem krijgt. De curator heeft aangetoond dat de bestaande schulden van verzoekster, groot ongeveer € 52.000,00, niet zullen kunnen worden afgelost en dat het inkomen van verzoekster nauwelijks voldoende is om de vaste lasten te kunnen voldoen. Meer leefgeld is dan ook niet beschikbaar. Evident is dat de -geopperde- minder zware maatregel van onderbewindstelling tot nieuwe problemen zal leiden, aangezien deze wettelijke maatregel onvoldoende mogelijkheden biedt om te reageren op het impulsieve gedrag van verzoekster, zoals het aangaan van nieuwe overeenkomsten. Het belang van verzoekster vereist derhalve instandhouding van de curatele.
2.3 Ter zitting heeft verzoekster kenbaar gemaakt geen enkele medewerking te zullen geven aan de uitvoering van de curatele door de huidige curator. De gemachtigde van verzoekster heeft erkend dat de curator zijn taak op een goede wijze uitoefent. Ook de kantonrechter heeft slechts lof over de taakuitvoering van deze curator. De curator is bereid de curatele voort te zetten, maar stelt daarbij dat zijn taak bemoeilijkt wordt omdat verzoekster zijn verzoeken tot het verschaffen van informatie negeert. Naar de mening van de curator zal een andere curator tegen dezelfde problemen aan lopen.
2.4 Ondanks de constatering van de curator is door de kantonrechter toch gezocht naar een andere curator voor verzoekster. In de veronderstelling dat verzoekster wellicht meer medewerking zou verlenen aan een vrouwelijke curator, zijn in eerste instantie twee vrouwelijke curatoren benaderd. Beiden hebben echter geweigerd de curatele aan te nemen c.q. over te nemen. Een derde curator heeft zich, na informatie van de huidige curator te hebben verkregen omtrent de financiële situatie van verzoekster, evenmin bereid verklaard.
Nu geen andere curator bereid is gevonden de curatele over te nemen en de huidige curator (nog steeds) bereid is zijn taak voort te zetten, zal de curatele in zijn geheel gehandhaafd blijven. De kantonrechter is van oordeel dat dhr. F.O. Huijbregts-De Swaef als curator dient aan te blijven. Een alternatief bestaat niet. Dit heeft alles te maken met de moeilijkheid van dit dossier. Opheffing is voorshands geen optie, mede gelet op de aanwezige gronden. Verzoekster/curanda moet zich echter wel laten helpen, anders wordt de uitvoering van iedere beschermende maatregel zinledig.
3. De beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek tot opheffing en/of wijziging van de curatele af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juli 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.