ECLI:NL:RBBRE:2011:BR2868

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
21 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
663874 ov 2802
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van onderbewindstelling naar ondercuratelestelling met benoeming van curator

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 21 juli 2011 een beschikking gegeven tot wijziging van een onderbewindstelling in een ondercuratelestelling voor betrokkene, die zelf geen ondercuratelestelling wenst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er voldoende gronden zijn voor deze maatregel, gezien de problematiek van betrokkene, waaronder ADD, PDD-NOS, drugsverslaving en onhandelbaarheid. De ouders van betrokkene, die als verzoekers optraden, hebben aangegeven dat hun zoon een gevaar voor zichzelf en zijn omgeving vormt en dat hij de juiste zorg en behandeling nodig heeft. De kantonrechter heeft besloten om de huidige bewindvoerder, Stichting Beschermingsbewind Meerderjarigen, te ontslaan en F.O. Huijbregts-de Swaef als curator aan te stellen. De curator heeft een jaarlijkse verantwoordingsplicht gekregen ten aanzien van zijn mentortaak, naast de gebruikelijke plicht tot rekening en verantwoording in het kader van zijn bewindstaak. De beschikking moet binnen tien dagen worden gepubliceerd in de Staatscourant en in twee aangewezen dagbladen. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaaknummer: 663874 OV VERZ 11-2802
Beschikking d.d. 21 juli 2011 tot wijziging van een onderbewindstelling in een ondercuratelestelling
ingediend door
[X] en
[Y], beiden wonende te [adres],
hierna te noemen verzoekers,
inzake:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats en -datum], eveneens wonende
te [adres], hierna te noemen betrokkene.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de beschikking van de rechtbank te Breda, sector kanton, locatie Bergen op Zoom, van 27 augustus 2010 en de in deze beschikking genoemde stukken;
b. het op 30 mei 2011 ter griffie ontvangen verzoekschrift tot wijziging van het bewind in een ondercuratelestelling, met bijlagen;
c. de uittreksels uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens betreffende betrokkene, en de hierna te noemen curator en verzoekers;
d. de bereidverklaring van de hierna te benoemen curator;
e. de verklaring van geen bezwaar van de officier van justitie d.d. 21 juni 2011;
f. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling d.d. 21 juli 2011.
1.2 De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
1.3 Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
1. betrokkene;
2. de ouders van betrokkene/verzoekers;
3. de huidige bewindvoerder;
4. de voorgestelde curator.
2. Het verzoek
Het verzoek strekt tot wijziging van de onderbewindstelling van de goederen van betrokkene in een ondercuratelestelling, met ontslag van de huidige bewindvoerder, Stichting Beschermingsbewind Meerderjarigen, gevestigd te (4600 AV) Bergen op Zoom, Postbus 802, en met benoeming van F.O. Huijbregts-de Swaef, h.o.d.n. P.’BHZ’, gevestigd te (4622 RE) Bergen op Zoom, Ampèrestraat 6c tot curator.
3. De beoordeling
3.1 Bij beschikking van 27 augustus 2010 van de kantonrechter te Bergen op Zoom is betrokkene voornoemd onder bewind gesteld met benoeming van Stichting Beschermingsbewind Meerderjarigen voornoemd, tot bewindvoerder.
3.2 Op 30 mei 2011 is ter griffie van de Rechtbank te Breda, team kanton Bergen op Zoom, het verzoek van verzoekers voornoemd ontvangen om de onderbewindstelling te wijzigen in een ondercuratelestelling.
3.3 Tijdens de mondelinge behandeling d.d. 21 juli 2011 heeft betrokkene, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. Tinga, verklaard, dat hij -kort gezegd- liever geen omzetting ziet van het huidige beschermingsbewind in curatele. Dit omdat deze maatregel een verdere inperking van zijn eigen mogelijkheden zal betekenen. Voorts denkt betrokkene dat het instellen van curatele ook niet nodig is. Zijn gemachtigde zegt de gedachtegang van betrokkene wel te kunnen volgen. Betrokkene kent al een lange BOPZ-geschiedenis waarbij (ook) naar het idee van betrokkene al deze eerdere opnames niet zichtbaar hebben geholpen. Onduidelijk is waar dit aan ligt. Van belang is dat betrokkene een echt goede behandelaar krijgt. Betrokkene werkt op dit moment niet, woont bij zijn ouders, blowt of gebruikt wat speed, een leven, waarvan ook betrokkene begrijpt, dat dit zo niet kan doorgaan.
3.4 Verzoekers (ouders van betrokkene) handhaven ter zitting hun mening, zoals deze ook al is verwoord, in hun verzoekschrift. Betrokkene was aanvankelijk opgenomen op Vrederust te Halsteren, een behandellocatie van GGZWNB. Op basis van een rechterlijke machtiging (RM) is betrokkene vervolgens opgenomen bij Novadic Kentron te Vught. Novadic Kentron heeft vervolgens aan betrokkene voorwaardelijk ontslag (ex. art. 47 lid 2 Wet BOPZ) verleend op basis van voorwaarden, waaraan betrokkene volgens verzoekers absoluut niet kan voldoen.
3.5 GGZWNB stellen volgens verzoekers, dat zij geen behandeling voor betrokkene hebben, terwijl Novadic Kentron weigert om hem weer op te nemen. Als gevolg hiervan zeggen verzoekers genoodzaakt te zijn geweest om hun zoon weer mee naar huis te nemen.
Inmiddels is volgens verzoekers wel een onhoudbare (thuis)situatie ontstaan.
Zij vinden het ook niet langer verantwoord om hun meerderjarige zoon thuis te hebben.
Door zijn huidige vrijheden begeeft hun zoon zich in een milieu van personen, die hem het verkeerde pad optrekken. Gezien zijn ziektebeeld is hij zich echter niet bewust van wat hij doet, aldus de ouders. Volgens de ouders is hun zoon inmiddels een gevaar voor zichzelf en voor zijn omgeving. Hun zoon dient volgens hen zo snel mogelijk de juiste zorg en behandeling te krijgen. Omdat hij zelf hieraan geen enkele medewerking wenst te verlenen, dient daartoe volgens de ouders/verzoekers een ervaren curator te worden aangesteld, die hierin de benodigde stappen kan ondernemen.
3.6 Bij betrokkene is het volgende (ziekte)beeld vastgesteld:
- ADD;
- PDD-NOS;
- drugsverslaving;
- agressiviteit en onhandelbaarheid.
Voorts blijkt hij schulden te blijven maken.
3.7 De kantonrechter is op grond van bovenstaande van oordeel, dat inderdaad een ondercuratelestelling geïndiceerd is. Er zijn meer dan voldoende gronden om op korte termijn tot instelling van deze beschermende maatregel over te gaan.
3.8 Tegen de benoeming van de voorgestelde curator zijn geen bezwaren gerezen. Ook het Openbaar Ministerie heeft bevestigd dat er geen bezwaren bestaan met betrekking tot de uitoefening van de functie door de voorgestelde curator. De benoeming is ook in overeenstemming met de wens van verzoekers. Voorts heeft de voorgestelde curator zich schriftelijk bereid verklaard om de taak van curator over betrokkene op zich te nemen.
De eerste gesprekken met betrokkene, diens gemachtigde en de ouders hebben kennelijk in dat verband al plaatsgevonden. De kantonrechter zal hierna het huidige beschermingsbewind opheffen, met ontslag van de bewindvoerder, onder gelijktijdig instellen van curatele over betrokkene, met benoeming van de voorgestelde curator.
3.9 De kantonrechter acht het voorts gewenst om aan curator een jaarlijkse verantwoordingsplicht op te leggen ten aanzien van zijn mentortaak. Dit naast de jaarlijkse plicht die curator heeft om rekening en verantwoording af te leggen in het kader van zijn bewindstaak.
3.10 De kantonrechter zal hierna voorts verstaan, dat een kopie van deze beschikking wordt gezonden aan de Griffier van de Rechtbank te ’s-Gravenhage in verband met aantekening in het Curateleregister.
3.11 Ex artikel 1:390 BW is de curator gehouden om deze uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien dagen te publiceren in de Staatscourant alsmede in twee door de kantonrechter aan te wijzen dagbladen. Ingeval de curator daarmede nalatig is, is hij zelf hoofdelijk gehouden aan derden de daardoor veroorzaakte schade te vergoeden. De curator dient zo spoedig mogelijk na publicatie aan de griffier van deze rechtbank bewijsstukken te sturen waaruit blijkt dat hij aan bovengenoemde publicatieverplichting heeft voldaan.
4. De beslissing
De kantonrechter:
- heft op met ingang van 28 juli 2011 het over [betrokkene], geboren op [geboortedatum en -plaats], wonende te [adres], ingestelde bewind;
- stelt met ingang van 28 juli 2011 onder curatele [betrokkene] voornoemd;
- ontslaat met ingang van 28 juli 2011 over deze als bewindvoerder
Stichting Beschermingsbewind Meerderjarigen, gevestigd te (4600 AV)
Bergen op Zoom, Postbus 802,
- benoemt met ingang van 28 juli 2011 over deze tot curator F.O. Huijbregts-de Swaef, h.o.d.n. P.’BHZ’ gevestigd te (4622 RE) Bergen op Zoom, Ampèrestraat 6c;
- legt een jaarlijkse verantwoordingsplicht aan de curator op ten aanzien van zijn mentortaak;
- bepaalt dat verzoeker deze uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien dagen publiceert in de Staatscourant en wijst aan als dagbladen waarin deze uitspraak door verzoeker moet worden bekend gemaakt:
- het dagblad "Algemeen Dagblad" te Rotterdam en
- het dagblad "BN-De Stem" te Breda;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- verstaat dat een kopie van deze beschikking wordt gezonden aan de Griffier van de Rechtbank te ’s-Gravenhage in verband met aantekening in het Curateleregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juli 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.