ECLI:NL:RBBRE:2011:BR2863
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenbeschikking inzake wijziging onderbewindstelling naar ondercuratelestelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 21 juli 2011 een tussenbeschikking gegeven op een verzoek tot wijziging van een onderbewindstelling in een ondercuratelestelling. Het verzoek is ingediend door de zoon van betrokkene, die stelt dat zijn moeder, de betrokkene, niet in staat is om haar vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene te ver van de rechtbank woont om persoonlijk gehoord te worden, wat gebruikelijk is in dergelijke procedures. Daarom heeft de kantonrechter besloten het verhoor van betrokkene op te dragen aan de kantonrechter van haar woonplaats, te Groenlo.
De zaak heeft zijn oorsprong in een beschikking van 27 juni 1991, waarbij een bewind werd ingesteld over de bank- en girorekeningen van betrokkene. De kantonrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling op 20 juli 2011 vastgesteld dat betrokkene niet is verschenen, ondanks dat zij de oproep had ontvangen. De verzoeker, haar zoon, heeft verklaard dat zijn moeder de noodzaak om te verschijnen niet inziet. De kantonrechter heeft aangegeven dat hij meer informatie nodig heeft over de persoon van betrokkene voordat hij een beslissing kan nemen.
In afwachting van het verhoor door de kantonrechter te Groenlo, heeft de kantonrechter in Breda iedere verdere beslissing aangehouden. De beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.