ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ8728
Rechtbank Breda
- Kort geding
- R. Römers
- Rechtspraak.nl
Opheffing van conservatoir beslag op nalatenschap van vermoorde zakenman Biemans
In deze zaak, die voor de Rechtbank Breda werd behandeld, vorderden de eisers de opheffing van conservatoire derdenbeslagen die door de gedaagde waren gelegd op de nalatenschap van de vermoorde zakenman Biemans. De gedaagde had op 3 mei 2011 conservatoire beslagen gelegd onder de Stichting Administratiekantoor Ran Biemans, Ran Biemans B.V. en de ABN AMRO Bank N.V. De gedaagde had aan de rechter medegedeeld dat er al een procedure tegen de erfgenamen was gestart, wat de basis vormde voor het verlenen van verlof tot het leggen van het beslag. Echter, de voorzieningenrechter concludeerde dat deze mededeling onjuist was, aangezien er geen eis in de hoofdzaak was ingesteld zoals vereist door artikel 700 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Hierdoor waren de gelegde beslagen niet rechtsgeldig.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van de eisers tot opheffing van de beslagen toewijsbaar was, omdat de gedaagde geen rechtsgeldige basis had voor het leggen van de beslagen. Daarnaast werd de gedaagde verboden om opnieuw conservatoire maatregelen te treffen totdat er in de bodemzaak, die aanhangig was onder zaaknummer 187305 / HA ZA 08-559, een vonnis was gewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van de eisers om niet opnieuw geconfronteerd te worden met conservatoire beslagen zwaarder woog dan het belang van de gedaagde om haar vorderingsrecht veilig te stellen.
De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eisers tot op heden waren begroot op € 1.169,81. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 22 juni 2011 door mr. Römers in het openbaar, in aanwezigheid van de griffier mr. Ganpat.