ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ8244
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van een kantonrechter na einduitspraak
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 8 juni 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van een kantonrechter. Het verzoek is ingediend door [naam bedrijf] B.V., gevestigd te Teteringen, en betreft een procedure waarin de kantonrechter eerder een einduitspraak had gedaan. Het wrakingsverzoek werd gedaan na de einduitspraak van de kantonrechter, die op 9 maart 2011 een vordering van [naam bedrijf] B.V. had toegewezen. De verzoeker stelde dat de kantonrechter een tweetal brieven niet had meegenomen in de beoordeling van de zaak en dat het vonnis geen adequate analyse van de feiten en argumenten bevatte. Tevens werd gesteld dat de kantonrechter niet onpartijdig was, omdat de verzoeker eerder om het ontslag van de rechter had gevraagd bij de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad.
De rechtbank overwoog dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat het verzoek was ingediend nadat de kantonrechter de einduitspraak had gedaan. De wet biedt geen mogelijkheid om een rechter te wraken na het beëindigen van de behandeling van de zaak. Bovendien werd het verzoek dat betrekking had op toekomstige zaken als prematuur beschouwd. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk was en deze beslissing werd op dezelfde dag openbaar uitgesproken.
De uitspraak werd gedaan door de voorzitter mr. G.J.E. Poerink, samen met mr. L.A.J. Nuijten en mr. A.D. Scheffers. De griffier mr. I. van Wijk was ook aanwezig bij de uitspraak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.