ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ4204

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
28 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
642795 ov 11-317
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van meerdere curatoren in het kader van ondercuratelestelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 28 april 2011 een beschikking gegeven inzake de ondercuratelestelling van een betrokkene, die wegens een geestelijke stoornis niet in staat is haar belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling werd ingediend door de ouders en de broer van de betrokkene. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene, na beoordeling van de medische verklaring en het verhandelde ter zitting, niet in staat is om zelfstandig haar belangen te behartigen. De kantonrechter heeft besloten om drie curatoren te benoemen, in afwijking van de wettelijke beperking die stelt dat slechts één curator kan worden benoemd. Dit besluit is genomen om een ongerechtvaardigde inmenging in het gezinsleven van de betrokkene en haar ouders te voorkomen, aangezien de ouders en de broer van de betrokkene gezamenlijk de zorg voor haar willen dragen. De kantonrechter heeft de benoeming van de curatoren goedgekeurd, omdat er geen bezwaren zijn tegen hun aanvaarding van het curatorschap. Tevens is bepaald dat de beschikking binnen tien dagen gepubliceerd moet worden in de Staatscourant en in twee aangewezen dagbladen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 642795 OV VERZ 11-317
beschikking d.d. 28 april 2011 op een verzoek tot ondercuratelestelling
ingediend door
[verzoeker 1] en
[verzoeker 2], beiden wonende te [adres]
hierna te noemen verzoekers,
inzake:
[betrokkene], geboren op [geboortedatum],
wonende te [adres]
hierna te noemen betrokkene.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 27 januari 2011 ter griffie ontvangen verzoekschrift ex artikel 1:379 van het Burgerlijk Wetboek (BW);
b. de geneeskundige verklaring betreffende betrokkene;
c. de uittreksels uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens betreffende betrokkene en de hierna te benoemen curatoren;
d. de akkoordverklaringen van de hierna te noemen belanghebbenden;
e. de bereidverklaring van de hierna te benoemen curatoren;
f. de verklaring van geen bezwaar van de officier van justitie;
g. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting op 19 april 2011.
1.2 De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
1.3 Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
a. betrokkene;
b. de ouders, alsmede de broer van betrokkene.
2. Het verzoek
Het verzoek strekt tot ondercuratelestelling van betrokkene.
3. De beoordeling
3.1 Uit de gedingstukken, waaronder de medische verklaring, het verhandelde ter zitting, alsmede het gehouden verhoor van betrokkene, blijkt dat betrokkene wegens een geestelijke stoornis - al dan niet met tussenpozen - niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling wordt dan ook toegewezen.
3.2 De belanghebbenden hebben ter terechtzitting verklaard geen bezwaar te hebben tegen de ondercuratelestelling van betrokkene en benoeming van de voorgestelde curatoren.
Betrokkene heeft geen uitdrukkelijke voorkeur uitgesproken, maar de benoeming is in overeenstemming met de voorkeur op grond van artikel 1:383 lid 3 BW voor te benoemen personen.
3.3 Aangezien de voorgestelde curatoren zich bereid hebben verklaard het curatorschap te aanvaarden en ten aanzien van deze geen bezwaren zijn gebleken, zal de kantonrechter hen in die functie benoemen.
3.4 In het licht van de uitspraak van de Hoge Raad van 1 december 2000 (NJ 2001/390) zal voorbij worden gegaan aan de wettelijke beperking dat slechts één curator kan worden benoemd, aangezien dat in onderhavig geval een ongerechtvaardigde inmenging in het gezinsleven van betrokkene en ouders met zich zou brengen. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de ouders bereid zijn de ouderlijke zorg gezamenlijk voort te zetten. In dit geval heeft de enige broer van betrokkene aangegeven dat hij samen met zijn ouders de zorg voor zijn zus (betrokkene) op zich wil nemen. Dit is ook de wens van de ouders en van betrokkene. De kantonrechter is van oordeel, dat hij deze gezamenlijke wens dient te honoreren. Ook al betekent dit dat niet één maar drie curatoren worden benoemd. Een andersluidend oordeel zou een ongerechtvaardigde inmenging in het gezinsleven betekenen. Dit oordeel wijkt af van het voorstel van de officier van justitie om alleen de beide ouders als curator te benoemen. De kantonrechter verwacht geen problemen in de onderlinge communicatie tussen de drie te benoemen curatoren.
3.5 De kantonrechter zal hierna voorts verstaan, dat een kopie van deze beschikking wordt gezonden aan de Griffier van de Rechtbank te ’s-Gravenhage in verband met aantekening in het Curateleregister.
3.6 Ex art. 1:390 BW zijn verzoekers gehouden om deze uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien dagen te publiceren in de Staatscourant alsmede in twee door de kantonrechter aan te wijzen dagbladen. Ingeval verzoekers daarmede nalatig zijn, zijn zij zelf hoofdelijk gehouden aan derden de daardoor veroorzaakte schade te vergoeden. Verzoekers dienen zo spoedig mogelijk na publicatie aan de griffier van deze rechtbank bewijsstukken te sturen waaruit blijkt dat zij aan bovengenoemde publicatieverplichting hebben voldaan.
4. De beslissing
De kantonrechter:
- stelt onder curatele [betrokkene] voornoemd, geboren te Klundert op [geboortedatum], ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Moerdijk;
- benoemt over deze tot curatoren: [verzoeker 1], geboren [geboorteplaats en -datum];
[verzoeker 2], geboren [geboorteplaats en -datum] en [broer], geboren [geboorteplaats en -datum], allen wonende te [adres];
- bepaalt dat verzoekers deze uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien dagen publiceren in de Staatscourant en wijst aan als dagbladen waarin deze uitspraak door verzoekers moet worden bekend gemaakt:
- het dagblad "Algemeen Dagblad" te Rotterdam en
- het dagblad "BN-De Stem" te Breda;
- verstaat dat een kopie van deze beschikking wordt gezonden aan de Griffier van de Rechtbank te ’s-Gravenhage in verband met aantekening in het Curateleregister;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 april 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.
Mededeling van de griffier:
Tegen deze beschikking kan voor zover het een eindbeslissing betreft hoger beroep worden ingesteld:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te
's-Hertogenbosch.
verzonden op: