ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ1418
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.M. de Werd
- M.J.M. Mies
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de waardering van onroerende zaak en aanslag onroerende-zaakbelastingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 18 maart 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Moerdijk. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de beschikking waarbij de onroerende zaak, bekend als [de woning], was gewaardeerd op € 244.000. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de waarde van de woning, die op de waardepeildatum van 1 januari 2009 op € 224.000 dient te worden vastgesteld. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar. Tevens werd de aanslag onroerende-zaakbelastingen 2010 dienovereenkomstig verminderd.
De rechtbank heeft ook de proceskosten van de belanghebbende vastgesteld op € 585,75, inclusief een vergoeding voor het indienen van het beroepschrift en de kosten van het taxatierapport. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor het taxatierapport redelijk waren vastgesteld op € 148,75, gebaseerd op 2,5 gewerkte uren tegen een uurtarief van € 50. De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld tot het vergoeden van het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 41.
Tegen deze uitspraak staat voor partijen het recht open om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gedaan en een afschrift aangetekend verzonden aan de partijen op 4 april 2011. De uitspraak is onherroepelijk indien er binnen zes weken na verzending geen rechtsmiddel is aangewend.