3.1 Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weerspro-ken, alsmede op grond van de niet bestreden inhoud van de producties, het volgende vast:
a. [Eiser] is op 10 januari 2011 namens de woningstichting op correcte wijze gedagvaard voor de kantonrechter te Bergen op Zoom voor de terechtzitting van 19 januari 2011;
b. op 19 januari 2011 is door de kantonrechter te Bergen op Zoom bij verstekvonnis, gewezen onder nummer 640430 CV EXPL 11-323, de ontbinding van de huurovereen-komst tussen partijen uitgesproken en is [Eiser] veroordeeld tot ontruiming van de sub 2.1 genoemde woning, alsmede tot betaling van een totaalbedrag van € 1.686,95 ter zake van huur tot en met januari 2011, inclusief buitengerechtelijke kosten met btw en rente, nog te vermeerderen met rente en proceskosten;
c. bij exploot van 31 januari 2011 is de grosse van genoemd verstekvonnis namens de woningstichting aan [Eiser] betekend, waarbij hem is aangezegd dat, wanneer de onderhavige woning niet binnen twee weken ontruimd is en ter beschikking zal zijn gesteld aan de woningstichting, het vonnis ten uitvoer zal worden gelegd door de woning op kosten van [Eiser] te ontruimen, en voorts dat wanneer [Eiser] niet zal voldoen aan het betalingsbevel ter zake van de veroordeling tot betaling, vermeerderd met kosten, het vonnis voor dat deel ten uitvoer zal worden gelegd door alle middelden bij de wet toegestaan, speciaal door inbeslagneming en verkoop van de roerende en/of onroerende zaken van [Eiser], en eventueel door middel van loonbeslag, c.q. derdenbeslag;
d. bij exploot van 31 januari 2011 is [Eiser] namens de woningstichting de ontruiming van de onderhavige woning aangezegd op dinsdag 1 maart 2011, om of omstreeks 9.15 uur;
e. bij brief van 2 februari 2011 van LAVG gerechtsdeurwaarders aan [Eiser] is hem de ontruiming van de onderhavige woning aangezegd op 1 maart 2011 en daarin tevens gemeld dat indien de totale schuld, vermeerderd met rente en kosten, en de gebruiksvergoeding tot en met februari 2011, ad in totaal € 2.648,83 uiterlijk op 25 februari 2011 door [Eiser] zal zijn voldaan, door LAVG gerechtsdeurwaarders bij de woningstichting erop zal worden aangedrongen de geplande ontruiming geen doorgang te laten vinden;
f. de gemachtigde van [Eiser] heeft bij brief van 14 februari 2011 aan de woningstichting de bereidheid van [Eiser] meegedeeld om de huurachterstand terstond te betalen, op voorwaarde dat de aangekondigde ontruiming niet doorgaat, en daarbij een eventuele verzetprocedure alsmede onderhavig kort geding aangekondigd;
g. bij faxbericht van 14 februari 2011 heeft de LAVG namens de woningstichting geantwoord op de hierboven sub f. bedoelde brief, waarbij is aangegeven dat betaling door [Eiser] de aangekondigde ontruiming niet opschort;
h. op 15 februari 2011 heeft [Eiser] bij verzetdagvaarding gevorderd hem te ontheffen van de tegen hem uitgesproken veroordeling;
i. bij aangetekende brief van 17 februari 2011 aan de woningstichting heeft de gemachtigde van [Eiser] meegedeeld dat, als de geplande ontruiming ondanks het kort geding wordt voortgezet, de woningstichting aansprakelijk zal worden gesteld voor de door [Eiser] daardoor te lijden schade, alsmede dat in dat geval de eis in kort geding zal worden gewijzigd;
j. een faxbericht van LAVG gerechtsdeurwaarders aan de gemachtigde van de woningstichting van 1 maart 2011, daar ontvangen om 14.37 uur, luidt, voor zover hier van belang: “(…) In opgemelde zaak heb ik hedenmorgen het appartement aan het adres [adres] ontruimd. De bewoner van het gehuurde trof ik ondanks aanzegging van de ontruiming tegen hedenmorgen 09.15 uur niet ter plaatse aan (…) Het gehuurde was nagenoeg leeg. (...) De ontruiming heb ik om ca 09.35 beëindigd. (…)”.