ECLI:NL:RBBRE:2011:BP7540
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van een dwangakkoord in het kader van de schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 21 februari 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord, ingediend door [verzoekster] tegen Holla Poelman Van Leeuwen Advocaten N.V. [verzoekster] had een schuld van in totaal € 47.607,52 aan negen concurrente schuldeisers, waaronder Holla, die een vordering had van € 4.584,83. [verzoekster] bood haar schuldeisers een schuldregeling aan, waarbij zij tegen finale kwijting 2,9% van hun vorderingen zou betalen. Holla weigerde echter in te stemmen met deze regeling, omdat zij het aanbod te laag vond.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. [verzoekster] voerde aan dat zij door haar ex-echtgenoot was gedwongen om als katvanger te fungeren, wat had geleid tot haar schulden. De rechtbank oordeelde dat de aangeboden schuldregeling goed gedocumenteerd en voldoende onderbouwd was. Holla had geen valide redenen om de schuldregeling te weigeren, aangezien de kans op een hogere uitkering in een wettelijke schuldsaneringsregeling niet significant was, vooral gezien de kosten die daarmee gepaard gingen.
De rechtbank concludeerde dat Holla in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling had kunnen komen. De rechtbank wees het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord toe en oordeelde dat Holla in de kosten van de procedure moest worden veroordeeld. Het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling werd niet meer besproken, aangezien het dwangakkoord was toegewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. J.L.A.J. Peters en is uitvoerbaar bij voorraad.