ECLI:NL:RBBRE:2011:BP5694
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Gessel
- A. Kok
- J. Prenger
- Rechtspraak.nl
Poging tot zware mishandeling en bedreiging van hulpverleners in GGZ-instelling
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 22 februari 2011, stond de verdachte terecht voor meerdere feiten, waaronder poging tot zware mishandeling en bedreiging van medewerkers van de GGZ-instelling Jan Wier. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 12 augustus 2010 een psychiater, werkzaam bij de instelling, heeft mishandeld door hem meermalen te slaan en te schoppen, wat resulteerde in letsel. De rechtbank concludeerde dat het letsel, waaronder een gebroken neus en een loslating van het achterste glasvocht in het oog, niet als zwaar lichamelijk letsel kon worden gekwalificeerd. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van zware mishandeling, maar wel schuldig bevonden aan poging tot zware mishandeling, omdat hij zich bewust had blootgesteld aan de kans dat zwaar letsel zou ontstaan.
Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het bedreigen van medewerkers van de GGZ-instelling, wat door de rechtbank als bewezen werd beschouwd. De bedreigingen waren gericht tegen verschillende medewerkers en waren van zodanige aard dat zij een reële vrees voor hun veiligheid opriepen. De rechtbank hield rekening met het strafblad van de verdachte, waaruit bleek dat hij eerder voor geweldsdelicten was veroordeeld. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 284 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling in een forensische psychiatrische instelling.
De rechtbank benadrukte het belang van bescherming van hulpverleners tegen geweld en intimidatie, en dat dergelijke gedragingen niet getolereerd kunnen worden. De verdachte werd als licht verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd, wat invloed had op de strafmaat.