ECLI:NL:RBBRE:2011:BP5660
Rechtbank Breda
- Raadkamer
- M. Bakx
- A. van Gameren
- J. Prenger
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor ondergane voorlopige hechtenis in de Caribe-zaak na niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 24 februari 2011 uitspraak gedaan op een verzoekschrift tot schadevergoeding van een verzoeker die 371 dagen in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Het verzoek is ingediend op basis van artikel 89 en 591a van het Wetboek van Strafvordering, na een niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in een eerdere strafzaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak is geëindigd zonder straf of maatregel en dat er ernstige schendingen van de procesorde hebben plaatsgevonden, wat heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van het OM. De rechtbank heeft overwogen dat, ondanks de gegronde verdenking jegens de verzoeker, dit niet in de weg mag staan aan een billijke schadevergoeding. De rechtbank heeft een schadevergoeding van € 30.305,= toegewezen, inclusief kosten voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift. Het verzoek om een hogere schadevergoeding werd afgewezen, omdat de rechtbank geen aanleiding zag om af te wijken van de gebruikelijke bedragen voor detentieschade. De rechtbank heeft ook de verzoeken om vergoeding voor gederfde levensvreugde en materiële schade afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.