ECLI:NL:RBBRE:2011:BP0796
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichtingen van leasemaatschappij bij onbetaalde tankbeurt en bewijsvoering
In deze zaak, gewezen door de Rechtbank Breda op 19 januari 2011, staat de verplichting van leasemaatschappij ING Car Lease Nederland B.V. centraal in het kader van een onbetaalde tankbeurt. De eiser, Weidenaar Tankstations Deventer B.V., vorderde betaling van € 21,25 voor brandstof die op 13 juni 2009 was getankt door een bestuurder van een leaseauto, zonder dat hiervoor betaling had plaatsgevonden. Weidenaar had de leasemaatschappij benaderd om de gegevens van de berijder te verstrekken, maar ING weigerde dit, stellende dat er geen overeenkomst tot levering van brandstoffen was gesloten en dat bewijs van de onbetaalde tankbeurt geleverd moest worden.
De kantonrechter oordeelde dat ING, als kentekenhouder, vermoedelijk zelf de brandstof had getankt, tenzij zij kon bewijzen dat dit niet het geval was. De rechter benadrukte dat het vermoeden dat de eigenaar/kentekenhouder degene is die getankt heeft, voor tegenbewijs vatbaar is. ING werd opgedragen tegenbewijs te leveren tegen het vermoeden dat zij de brandstof had gekocht en niet had betaald. De rechter stelde dat de commerciële belangen van ING niet in de weg staan aan de verplichting om de naam van de huurder te verstrekken, mits Weidenaar kan aantonen dat er daadwerkelijk brandstof is afgenomen zonder betaling.
De zaak werd aangehouden voor verdere bewijsvoering, waarbij ING de mogelijkheid kreeg om getuigen te horen en bewijs te leveren van haar stelling dat de brandstof wel betaald was. De rechter hield iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de zaak nog niet definitief was afgerond en verdere stappen ondernomen moesten worden om tot een oplossing te komen.