ECLI:NL:RBBRE:2010:BP0286
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging onderhuurovereenkomst en ontruiming van woonruimte
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 22 december 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Allee Wonen, eiseres, en de onderhuurders Paulo Manuel Ebo en Maria Teresa Bernardo Fatinha, gedaagden. De eiseres vorderde de beëindiging van de onderhuurovereenkomst betreffende de woning aan de Antoniusstede 3 te Roosendaal, alsook de ontruiming van het gehuurde. De zaak betreft huurrecht, specifiek de onderhuur van woonruimte, en de vorderingen zijn gebaseerd op artikelen 7:244 en 7:269 van het Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de belangen van de eiseres, een woningstichting, zwaarder wegen dan die van de gedaagden. De gedaagden hadden een huurachterstand van € 1.303,55 en hadden de huur sinds maart 2010 niet of onvolledig betaald. De eiseres heeft de gedaagden op de hoogte gesteld van de ontbinding van de hoofdhuurovereenkomst met de oorspronkelijke huurder, mevrouw S. Toho, en heeft hen verzocht de woning te verlaten. De gedaagden hebben echter geen contact meer gehad met de eiseres en hebben de woning niet vrijwillig verlaten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagden onvoldoende financiële waarborg bieden voor een behoorlijke nakoming van de huurverplichtingen. De rechter heeft de vordering van de eiseres toegewezen en bepaald dat de onderhuurovereenkomst per 1 februari 2011 zal eindigen, met een ontruimingstermijn van vier weken. De gedaagden zijn ook veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de kosten van de procedure. De uitspraak benadrukt het belang van het handhaven van het woningtoewijzingsbeleid door de woningstichting, vooral gezien de wachtlijst van kandidaat-huurders.
De uitspraak is gedaan door kantonrechter W.E.M. Verjans en is openbaar uitgesproken op 22 december 2010.