ECLI:NL:RBBRE:2010:BO7417
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) bij parkeerovertredingen met campers
Op 18 november 2010 vond de mondelinge behandeling plaats in de Rechtbank Breda, team kanton Bergen op Zoom, waar de kantonrechter W.E.M. Verjans de zaak behandelde. Betrokkene had beroep ingesteld tegen een beslissing van de officier van justitie, waarbij een sanctie was opgelegd voor het parkeren van een camper op een verboden plaats. De camper van betrokkene, met kenteken 61-GFP-4, was geparkeerd op een locatie waar dit niet was toegestaan, volgens artikel 5:8 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Moerdijk. Betrokkene voerde aan dat hij zich aan de regels hield, omdat hij de camper slechts drie dagen had geparkeerd, zoals toegestaan onder artikel 5:6 APV.
De kantonrechter oordeelde dat artikel 5:8 van toepassing was, omdat de camper qua afmetingen de in artikel 5:6 gestelde limieten overschreed. De verbalisant had in zijn proces-verbaal duidelijk gemaakt dat de sanctie was opgelegd op basis van artikel 5:8, en niet op basis van artikel 5:6, omdat de camper van betrokkene niet voldeed aan de voorwaarden van dat artikel. De kantonrechter concludeerde dat betrokkene zijn voertuig niet op de juiste wijze had geparkeerd en dat de opgelegde sanctie terecht was.
De beslissing van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard. Betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden werd voldaan. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, en de griffier hield aantekeningen van het verhandelde ter zitting, die deel uitmaakten van het proces-verbaal.