ECLI:NL:RBBRE:2010:BO7402

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
8 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
591222 cv 10-1695
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in arbeidszaak over wijziging jubileumregeling zonder overleg met OR en vakbond

In deze zaak, die voor de Rechtbank Breda is behandeld, gaat het om een tussenvonnis in een arbeidszaak waarin de FNV Bondgenoten, samen met twee eisers, [X] en [Y], een vordering heeft ingesteld tegen Sabic Innovative Plastics B.V. De eisers betogen dat Sabic een eenzijdig besluit heeft genomen om de jubileumregeling, die jarenlang van kracht was, te versoberen zonder voorafgaand overleg met de ondernemingsraad (OR) en de vakbond. De kern van het geschil draait om de vraag of deze wijziging in strijd is met artikel 7:613 van het Burgerlijk Wetboek, dat de wijziging van arbeidsvoorwaarden regelt.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de jubileringsregeling, ook wel de Service Awards Policy genoemd, een belangrijke arbeidsvoorwaarde is voor de betrokken medewerkers. De eisers stellen dat de wijziging van de regeling hen financieel benadeelt, aangezien de uitkeringen bij jubilea zijn verlaagd. Sabic daarentegen betwist dat de regeling een arbeidsvoorwaarde is en stelt dat zij het recht heeft om deze eenzijdig te wijzigen. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat mediation een geschikte oplossing kan zijn, gezien de langdurige relatie tussen partijen en de wens om tot een gezamenlijke oplossing te komen.

De kantonrechter heeft partijen uitgenodigd om hun standpunten over het voorstel tot mediation te delen en heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling. De beslissing om de zaak naar mediation te verwijzen is ingegeven door de wens om een snelle en duurzame oplossing te bereiken, die verder gaat dan een juridische uitspraak. De kantonrechter heeft de zaak vervolgens naar de rolzitting verwezen voor een uitlating van beide partijen over het mediationvoorstel.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 591222 CV EXPL 10-1695
vonnis d.d. 8 december 2010
inzake
1. de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
FNV Bondgenoten, statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Utrec[X], wonende te [woonplaats],
3. [Y], wonende te [woonplaats],
eisers,
gemachtigde: mr. R.A. Severijn, advocaat te Utrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Sabic Innovative Plastics B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te (4612 PX) Bergen op Zoom, aan het adres Plasticslaan 1,
gedaagde,
gemachtigde: mw. mr. B-E. Bruin, advocate te Amsterdam.
Partijen zullen hierna met respectievelijk “FNV Bondgenoten”, “[X]”, “[Y]” en “Sabic” worden aangeduid.
1. Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
1.1 het exploot van dagvaarding van 4 maart 2010, met producties;
1.2 de conclusie van antwoord, met producties;
1.3 de conclusie van repliek, met producties;
1.4 de conclusie van dupliek, met producties;
1.5 de akte uitlating producties;
1.6 het audiëntieblad d.d. 8 september 2010, waaruit blijkt dat de zaak verwezen is voor vonnis.
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
2. Het geschil
De kantonrechter wordt verzocht bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Sabic te veroordelen:
A. tot naleving van de Sabic Innovative Plastics Service Awards Policy, zoals die van toepassing was vóór 1 april 2009, onder verbeurte van een dwangsom van
€ 1.000,00 per dag, indien Sabic niet binnen 7 dagen na dagtekening van het in deze zaak te wijzen vonnis aan haar veroordeling voldoet;
B. tot betaling van de op grond van de Sabic Innovative Plastics Service Awards Policy, zoals die van toepassing was vóór 1 april 2009, verschuldigde jubileumuitkeringen aan betrokkenen, die ten gevolge van de eenzijdige wijziging van de regeling geen uitkering hebben ontvangen, met terugwerkende kracht, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente, een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag, indien Sabic niet binnen 7 dagen na dagtekening van het in deze zaak te wijzen vonnis aan haar veroordeling voldoet;
C. tot betaling aan [X] van de bedragen van € 6.324,00 en € 175,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, te voldoen aan [X] binnen 7 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis;
D. tot betaling aan [Y] van de bedragen van € 5.332,50 en € 175,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, te voldoen aan [Y] binnen 7 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis;
E. tot betaling aan FNV Bondgenoten van een bedrag van € 780,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
een en ander met veroordeling van Sabic in de kosten van dit geding.
Sabic concludeert tot afwijzing dan wel ontzegging van de vorderingen van FNV Bondgenoten, [X] en [Y], met veroordeling van hen in de kosten van dit geding, te voldoen binnen 8 dagen na dagtekening van dit vonnis en, bij gebreke van tijdige betaling, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het aflopen van bedoelde termijn tot de dag van de algehele voldoening.
3. De beoordeling
3.1 De kantonrechter gaat uit van de navolgende tussen partijen vaststaande feiten.
3.1.1 FNV Bondgenoten, zijnde een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, heeft op grond van art. 3:305a lid 1 BW een eigen recht de onderhavige vordering in te stellen, nu zij zich krachtens haar statuten ten doel stelt de individuele en collectieve belangen te behartigen van haar leden en andere werknemers in onder meer de sector waarin Sabic als onderneming opereert.
3.1.2 FNV Bondgenoten heeft getracht middels overleg met Sabic tot een oplossing van het onderhavige geschil te komen. Dit overleg heeft niet geleid tot een oplossing van dit geschil. FNV Bondgenoten heeft hiermee wel aan haar overlegplicht voldaan.
3.1.3 Sabic maakt deel uit van de wereldwijde Sabic groep. Deze groep is een onderdeel van de chemische industrie. Zij produceert chemicaliën, metalen, plastic en kunstmest. Op het terrein van Sabic in Bergen op Zoom worden onder meer verschillende hoogwaardige thermoplastische kunststoffen geproduceerd. Een voorbeeld van een door Sabic geproduceerde kunststof is de kunststof “Lexan”.
3.1.4 De rechtsvoorgangster van Sabic is General Electric Plastics B.V., welke onderneming is overgenomen. De fabrieken in Bergen op Zoom bestaan reeds sinds 1971.
3.1.5 [X] is op 1 januari 1980 in dienst getreden bij (de rechtsvoorgangster) van Sabic en is laatstelijk werkzaam tegen een salaris van bruto € 4.216,00 per maand.
3.1.6 [Y] is op 1 oktober 1979 in dienst getreden bij (de rechtsvoorgangster) van Sabic en is laatstelijk werkzaam tegen een salaris van bruto € 3.555,00 per maand.
3.1.7 Binnen Sabic geldt sinds jaar en dag een zogenaamde ‘jubileumregeling’. Deze jubileumregeling wordt ook wel Service Awards Policy genoemd. Deze regeling is destijds ingevoerd om (de loyaliteit van) medewerkers van Sabic te belonen voor het bereiken van speciale dienstjubilea.
Toentertijd werd ervoor gekozen om de jubilea van 10, 25, 30 en 40 dienstjaren te belonen met een financiële vergoeding/bonus. Daarnaast werd een gift in de vorm van een voucher uitgekeerd voor de jubilea van 5 dienstjaren, 10 dienstjaren etc. tot en met 45 dienstjaren. Een kopie van de vóór juni 2009 geldende regeling is als productie 6 bij dagvaarding overgelegd.
3.1.8 In de jubileumregeling is onder punt 7 opgenomen dat de regeling geldt voor onbeperkte duur. Voorts is in de regeling opgenomen dat Sabic het recht heeft om de regeling eenzijdig te wijzigen.
3.1.9 In een e-mail van Sabic aan de leden van de ondernemingsraad (OR) van 30 maart 2009 wordt aangekondigd dat de jubileumregeling zal worden gewijzigd. Een kopie van deze e-mail is als productie 7 bij dagvaarding overgelegd. Als productie 8 bij dagvaarding is in kopie de door Sabic vastgestelde nieuwe regeling overgelegd.
3.1.10 Deze wijziging behelst een aanzienlijke versobering van de oorspronkelijke regeling.
De gift in de vorm van een voucher wordt gehalveerd. Daarnaast is de bonus verlaagd en wordt alleen nog maar uitbetaald bij een dienstverband van 25 jaar en van 40 jaar.
3.1.11 Op 12 juni 2009 heeft mw. [Z] als bestuurder van FNV Bondgenoten aan Sabic laten weten dat zij zich verzet tegen het besluit van Sabic om eenzijdig zonder overleg de vigerende jubileumregeling te wijzigen. FNV Bondgenoten geeft aan hierover in overleg te willen treden met Sabic.
3.1.12 In de e-mail van 19 juni 2009 (productie 9 bij dagvaarding) geeft Sabic -zakelijk weergegeven- aan dat er volgens haar geen sprake is van een arbeidsvoorwaarde. Voorts benadrukt Sabic dat zij de jubileumregeling op grond van de regeling eenzijdig mag wijzigen. Sabic geeft verder aan te blijven bij de doorgevoerde wijziging van de regeling.
3.1.13 Op 4 november 2009 sommeert FNV Bondgenoten Sabic om met terugwerkende kracht over te gaan tot uitvoering van de oorspronkelijke jubileumregeling. FNV Bondgenoten biedt hierbij nogmaals overleg aan. Een kopie van deze sommatie is als productie 10 bij dagvaarding overgelegd.
3.1.14 Bij brief van 20 november 2009 (productie 11 bij dagvaarding) geeft Sabic kort gezegd aan dat zij bij haar standpunt blijft.
3.1.15 Op 1 januari 2010 heeft [X] zijn 30-jarig jubileum gevierd. Op grond van de oorspronkelijke jubileumregeling zou hij hierbij recht hebben gehad op een gift in de vorm van een voucher van € 350,00, alsmede de uitbetaling van een bonus van 1,5 maandsalaris. Uitgaande van het laatstverdiende bruto salaris van € 4.216,00 per maand, gaat het hierbij om een bedrag van € 6.324,00 (bruto). Op grond van de gewijzigde jubileumregeling heeft [X] nog (slechts) recht op € 175,00.
3.1.16 Op 1 oktober 2009 heeft [Y] zijn 30-jarig jubileum gevierd. Op grond van de oorspronkelijke jubileumregeling zou (ook) hij hierbij recht hebben gehad op een gift in de vorm van een voucher van € 350,00, alsmede de uitbetaling van een bonus van 1,5 maandsalaris. Uitgaande van het laatstverdiende bruto salaris van € 3.555,00 per maand, gaat het hierbij om een bedrag van € 5.332,50 (bruto). Op grond van de gewijzigde jubileumregeling heeft [Y] nog (slechts) recht op € 175,00.
3.1.17 Op 10 februari 2009 (ktr leest 2010) heeft FNV Bondgenoten Sabic een laatste sommatie gestuurd in dit geschil zulks echter zonder resultaat.
3.2 FNV Bondgenoten, [X] en [Y] baseren hun vorderingen (mede) op bovengenoemde vaststaande feiten en zij stellen zich verder kort gezegd op het standpunt, dat de vóór april 2009 (ktr leest: juni 2009) binnen Sabic van toepassing zijnde jubileumregeling door Sabic ongewijzigd moet worden nageleefd en dat de door Sabic doorgevoerde wijziging in strijd is met artikel 7:613 BW. Sabic ontkent en bestrijdt dit standpunt. Ook Sabic baseert zich bij haar verweer (mede) op genoemde vaststaande feiten.
Sabic stelt zich verder primair op het standpunt, dat de onderhavige jubileumregeling geen arbeidsvoorwaarde is en geeft een toelichting waarom zij die mening is toegedaan. Voorts is Sabic van mening, dat zij gegronde redenen had om deze regeling in juni 2009 te wijzigen. Sabic benadrukt dat zij op grond van de regeling de bevoegdheid had deze eenzijdig te wijzigen zonder dat daartoe vooroverleg met de OR en/of FNV Bondgenoten was vereist. Sabic vindt dat de onderhavige vorderingen om die reden reeds afgewezen dienen te worden.
Mocht de kantonrechter oordelen, dat de onderhavige jubileumregeling wel onderdeel is gaan uitmaken van de individuele arbeidsvoorwaarden van haar medewerkers, waaronder [X] en [Y], stelt Sabic zich op het standpunt, dat zij op basis van verschillende wijzigingsgronden (art.7:613 BW, art. 6:248, lid 2 BW, art. 7:611 BW) dan wel ex art. 6:258 BW gerechtigd was deze regeling eenzijdig te wijzigen. Sabic geeft een toelichting per genoemd artikel waarom zij dit standpunt is toegedaan.
3.3 De kantonrechter overweegt na kennisname van de standpunten van partijen in dit geschil het navolgende. Bij een uitspraak in dit juridische geschil zijn er in feite maar twee opties: de vorderingen van eisende partij worden of toe- of afgewezen. Gelet op het belang van deze uitspraak zal vervolgens de in het ongelijk gestelde partij nagenoeg zeker in hoger beroep gaan. De kantonrechter voorziet dan ook een lange bodemprocedure voor partijen.
3.4 De kantonrechter is echter van oordeel dat deze zaak zich bij uitstek leent voor mediation dit om de navolgende redenen:
* Alle partijen zullen ook in de toekomst in enigerlei vorm met elkaar verder moeten.
Dit geldt voor de arbeidsovereenkomsten tussen Sabic en [X] respectievelijk [Y] maar ook voor het overleg tussen Sabic en FNV Bondgenoten in het kader van belangenbehartiging in het algemeen. De uitkomst van deze procedure heeft niet alleen gevolgen voor deze procespartijen maar straalt ook uit naar c.q. heeft ook gevolgen voor alle overige medewerkers van Sabic.
* Er is voorts een meer omvattende oplossing tussen partijen wenselijk dan via een vonnis
mogelijk is. Partijen zijn gedurende de mediation in staat de oplossing in eigen hand te houden. Partijen zijn gebaat bij een oplossing die door alle betrokkenen “gedragen” wordt.
* Een snelle oplossing lijkt gewenst en deze is eerder te bereiken via mediation dan via
doorprocederen in deze procedure. Mede gelet op de mogelijkheden van het instellen van
hoger beroep en het instellen van beroep in cassatie kunnen partijen nog jarenlang met elkaar
in een juridisch geschil verwikkeld zijn met alle daaraan verbonden kosten en/of emoties.
De kantonrechter adviseert partijen niet te snel afwijzend te reageren op dit voorstel tot doorverwijzing voor mediation. Partijen (en hun gemachtigden) zouden zich bij hun afweging in elk geval de volgende vragen moeten stellen.
• Als u verliest legt u zich dan daar bij neer?
• Stel dat u wint, is voor u dan alles opgelost?
• Komt u elkaar na afloop van deze procedure nog tegen?
• Zijn naast deze procedure andere zaken die partijen verdeeld houden?
• Wat gaat deze procedure (en mogelijke vervolgprocedures) nog kosten aan geld en stress/emoties?
Kort gezegd: Wat zijn de lasten van doorprocederen en wat lost het uiteindelijk op?
De duur van mediation verschilt natuurlijk per zaak. De ervaring leert echter dat een mediation gemiddeld twee tot vier bijeenkomsten in beslag neemt. De duur van een mediation zal in elk geval aanzienlijk korter zijn dan doorprocederen.
3.5 De kantonrechter zal de zaak hierna naar de rolzitting over twee weken verwijzen voor gelijktijdige uitlating door beide partijen betreffende het voorstel van de kantonrechter tot doorverwijzing voor mediation. In afwachting van deze reactie van partijen houdt de kantonrechter iedere verdere beslissing aan.
4. De beslissing
De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 22 december 2010, te 11.00 uur,
voor de (gelijktijdige) uitlating door beide partijen betreffende het bovengenoemde voorstel tot doorverwijzing van deze zaak voor mediation;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van woensdag 8 december 2010, in aanwezigheid van de griffier.