ECLI:NL:RBBRE:2010:BO6447
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke ontbinding huurovereenkomst en ontruiming gehuurde woning
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 1 december 2010 uitspraak gedaan in een huurrechtkwestie tussen de stichting Stichting Wonen West Brabant als eiseres en twee gedaagden, die in persoon procedeerden. De eiseres vorderde onder andere de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de gehuurde woning vanwege een aanzienlijke huurachterstand. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 november 2010 werd duidelijk dat de gedaagden, door persoonlijke omstandigheden, waaronder medische problemen, in financiële problemen verkeerden en niet in staat waren om aan hun huurverplichtingen te voldoen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van een forse huurachterstand, die op dat moment opliep tot € 5.638,99. De gedaagden gaven aan dat zij binnen een maand in staat zouden zijn om de huurachterstand in te lopen, mits zij een extra betalingstermijn (terme de grâce) kregen. De kantonrechter heeft deze termijn verleend op basis van artikel 7:280 van het Burgerlijk Wetboek, met de voorwaarde dat de gedaagden uiterlijk op 1 januari 2011 aan hun betalingsverplichtingen moesten voldoen. Indien zij hier niet aan voldeden, zou de huurovereenkomst worden ontbonden. De rechter heeft ook de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en bijkomende kosten, waaronder buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseres direct actie kan ondernemen indien de gedaagden niet aan hun verplichtingen voldoen.