ECLI:NL:RBBRE:2010:BO2999
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.L. Weerkamp
- M.J.M. Mies
- Rechtspraak.nl
Huwelijksleges en het vertrouwensbeginsel in bestuursrechtelijke context
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 20 oktober 2010, gaat het om een geschil tussen belanghebbenden, [belanghebbende A] en [belanghebbende B], en de heffingsambtenaar van de gemeente Drimmelen over de in rekening gebrachte huwelijksleges. De belanghebbenden hadden in augustus 2009 een huwelijksdatum gereserveerd en in januari 2010 geannuleerd. Bij de reservering hadden zij expliciet gevraagd naar eventuele annuleringskosten, waarop een medewerker van de gemeente hen had verzekerd dat er bij annulering geen kosten in rekening zouden worden gebracht. Deze uitlatingen vormden de basis voor hun vertrouwen dat zij geen kosten zouden hoeven te betalen.
De rechtbank oordeelde dat het beroep van de belanghebbenden op het vertrouwensbeginsel slaagde. De rechtbank vond de verklaring van de belanghebbenden geloofwaardig en oordeelde dat de latere wijziging van de belastingverordening hen niet kon worden tegengeworpen. De rechtbank vernietigde de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar en stelde het bedrag van de huwelijksleges op nihil. Tevens werd de heffingsambtenaar gelast het door belanghebbenden betaalde griffierecht van € 41 te vergoeden.
De rechtbank verwierp de stelling van de verweerder dat de nieuwe verordening vanaf 1 januari 2010 geldig was en dat op grond van het gelijkheidsbeginsel niet van heffing kon worden afgezien. De rechtbank concludeerde dat de uitlatingen van de medewerker van de gemeente, die de belanghebbenden hadden aangesproken, hen een gerechtvaardigd vertrouwen gaven dat er geen kosten in rekening zouden worden gebracht bij annulering. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.