RECHTBANK BREDA
Team kanton Tilburg
zaak/rolnr.: 582169 CV 10-348
vonnis d.d. 27 oktober 2010
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde: mr. F.L. Donders, advocaat te Tilburg,
de STICHTING GARANTIEFONDS REISGELDEN,
gevestigd en kantoorhoudende te Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigden: mr. P.J. Kreijger en mr. R. van den Berg, advocaten te Rotterdam.
1. Het verdere verloop van de procedure
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis van 9 juni 2010 en de daarin genoemde stukken;
b. de aantekeningen van de griffier met betrekking tot de comparitie van partijen van
10 september 2010.
Hierna is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1 Bij voormeld tussenvonnis (hierna: het tussenvonnis) heeft de kantonrechter een comparitie van partijen gelast omdat hij zich nog niet voldoende voorgelicht achtte om een definitieve beslissing te nemen. Deze comparitie heeft op 10 september 2010 plaatsgevon-den, waarbij beide partijen de nodige inlichtingen/informatie hebben verschaft.
2.2 Voor de feiten en de vordering verwijst de kantonrechter naar het tussenvonnis. Naar aanleiding van de comparitie oordeelt de kantonrechter thans als volgt.
2.3 Zoals uit het tussenvonnis blijkt, gaat het in dit geschil om de vraag of de door [eiseres] via internet bij Golden Tours geboekte vliegreis met verblijf naar Turkije onder de SGR-garantieregeling (hierna: de Garantieregeling) valt. [eiseres] is, anders dan SGR, van mening dat dit het geval is.
2.4 Voor de beantwoording van deze vraag is blijkens artikel 1 in verbinding met artikel 4 van de Garantieregeling bepalend of Golden Tours op het moment van boeking door [eiseres] (= de consument als bedoeld in artikel 1 van de Garantieregeling) deelnemer was bij SGR. De kantonrechter is van oordeel dat de boekdatum van de reis 23 december 2008 was. Niet alleen volgt dat uit de stellingen van [eiseres] zelf (zie punt 2 van de dagvaarding), maar ook blijkt dat uit de door haar overgelegde “Boekingsbevestiging tevens factuur” van Golden Tours van 11 mei 2009 (productie 1 bij dagvaarding). Op die boekingsbevestiging staat als boekdatum 23 december 2008 vermeld. Tussen partijen is niet in geschil dat Golden Tours van 12 december 2008 tot en met 19 januari 2009, en dus ook op 23 december 2008, geen deelnemer was bij SGR. Daarmee is gegeven dat de door [eiseres] geboekte reis niet onder de Garantieregeling viel.
2.5 [eiseres] heeft nog gesteld dat Golden Tours de gehele periode van 12 december 2008 tot en met 19 januari 2010 het SGR-logo op haar website en haar reisboeken heeft gevoerd, waardoor -zo begrijpt de kantonrechter de stelling van [eiseres]- zij er op mocht vertrouwen dat de geboekte reis onder de Garantieregeling viel en SGR op grond van redelijkheid en billijkheid gehouden is tot dekking.
SGR heeft de stelling van [eiseres] betwist. Tijdens de comparitie heeft SGR aangegeven dat het SGR-logo gedurende bedoelde periode misschien wel op de reisboeken van Golden Tours heeft gestaan omdat die brochures lang van tevoren worden gedrukt, maar op de website was dat volgens SGR niet het geval. In dat verband heeft SGR naar voren gebracht dat zij in de periode dat het deelnemerschap van Golden Tours was beëindigd op de website van Golden Tours regelmatig gecontroleerd heeft of het SGR-logo werd gevoerd. Dat was niet het geval, aldus SGR. Ook op de in die periode uitgegane boekingsbevestigingen van Golden Tours voor via internet bij Golden Tours geboekte reizen stond volgens SGR het SGR-logo niet meer vermeld. Ten bewijze daarvan heeft SGR tijdens de comparitie de originele boekingsbevestigingen overgelegd, waar de kantonrechter in rechtsoverweging 4.2 van het tussenvonnis om had gevraagd.
2.6 De kantonrechter stelt vast dat op deze overgelegde “Boekingsbevestigingen tevens factuur” van Golden Tours van 21 december 2008 (op naam van J.P.J. van Asperen), 21 de-cember 2008 (op naam van C.W.M. Verkerk) en 9 januari 2009 (op naam van J.P.M. van Creij) het SGR-logo ontbreekt.
2.7 De kantonrechter had [eiseres] in het tussenvonnis gevraagd om naar de comparitie alle originele stukken mee te nemen die zij in haar bezit heeft inzake haar boeking bij Golden Tours via internet op 23 december 2008. Tijdens de comparitie heeft [eiseres] verklaard dat zij geen andere boekingsbevestigingen van Golden Tours heeft ontvangen dan die van 11 mei 2009, die als productie 1 bij de dagvaarding is gevoegd. Op de daaropvolgende vraag van de kantonrechter tijdens de comparitie of [eiseres] na de boeking via internet dan helemaal geen bevestiging van Golden Tours heeft ontvangen omdat er toch ook een aanbetaling gedaan moest worden, heeft [eiseres] geantwoord: “Ik heb het geld gewoon betaald”. De stelling van [eiseres] dat zij geen eerdere boekingsbevestiging van Golden Tours heeft ontvangen dan die van 11 mei 2009 komt de kantonrechter ongeloofwaardig voor. [eiseres] heeft blijkens het door haar overgelegde bankafschrift (productie 2 bij de dagvaarding) op 31 december 2008 een aanbetaling van € 417,19 gedaan op rekeningnum-mer 7535112 van Golden Tours, nota bene onder vermelding van een factuurnummer, te weten 2001790. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, valt niet in te zien hoe [eiseres] deze aanbetaling heeft kunnen doen zonder dat zij in het bezit was van een schriftelijke bevestiging. De kantonrechter gaat er in deze procedure dan ook van uit dat [eiseres] op of omstreeks 23 december 2008 wel degelijk een boekingsbevestiging van Golden Tours heeft ontvangen en dat deze boekingsbevestiging er hetzelfde heeft uitgezien als de hierboven in rechtsoverweging 2.5 vermelde bevestigingen, dat wil zeggen zonder SGR-logo. In ieder geval staat voor de kantonrechter in deze procedure vast dat [eiseres] geen, in juridische zin gerechtvaardigd, vertrouwen heeft kunnen ontlenen aan een boekingsbevestiging uit decem-ber 2008 dat de door haar op 23 december 2008 geboekte reis onder de Garantieregeling viel.
2.8 [eiseres] heeft nog aangevoerd dat het SGR-logo wel op de website van Golden Tours vermeld stond toen zij de reis op 23 december 2008 boekte. Indien veronderstellender-wijs uitgegaan wordt van de juistheid van die stelling -SGR heeft dit immers betwist- baat dit [eiseres] niet. De enkele vermelding op de website brengt naar het oordeel van de kanton-rechter bij nader inzien nog niet mee dat SGR op grond van de redelijkheid en billijkheid verplicht zou zijn tot dekking van bij een niet-deelnemer geboekte reis. De kantonrechter is het in dat verband met SGR eens dat SGR niet systematisch en stelselmatig de gangen van niet-deelnemers op het internet kan nagaan om zodoende te controleren dat nergens het SGR-logo wordt misbruikt. Voor dekking door SGR van bij een niet-deelnemer geboekte reis op grond van de redelijkheid en billijkheid zijn dan ook meer omstandigheden nodig, waarbij met name gedacht moet worden aan een handelen of nalaten van de kant van SGR waardoor bij een consument het vertrouwen heeft kunnen ontstaan dat de consument van doen had met een SGR-deelnemer. Van een zodanige omstandigheid is de kantonrechter niet gebleken.
2.9 Aan de door [eiseres] als productie 1 bij de dagvaarding gevoegde “Boekings-bevestiging tevens factuur” van 11 mei 2009 komt niet die betekenis toe die [eiseres] daaraan gehecht wenst te zien. Deze boekingsbevestiging is verzonden op een datum lang nadat de boeking op 23 december 2008 al gemaakt was en op een moment dat Golden Tours weer SGR-deelnemer was. De kantonrechter kan zich voorstellen dat de vermelding van het SGR-logo op die boekingsbevestiging tot verwarring bij [eiseres] heeft geleid, maar in juridische zin regardeert dat SGR niet. SGR, op wie een informatieplicht rust om consumen-ten zo goed mogelijk voor te lichten omtrent de (werking van de) garantieregeling, heeft naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval naar vermogen aan die informatieplicht vol-daan. SGR heeft namelijk onweersproken gesteld dat zij op 12 december 2008 respectieve-lijk 22 januari 2009 op haar website de volgende berichten heeft geplaatst: Op 12 december 2008: “Het SGR-deelnemerschap van Golden Tours BV te Hoofddorp is door het bestuur van SGR beëindigd. Dit betekent dat reisovereenkomsten die vanaf 12 december 2008 met Golden Tours BV worden gesloten niet onder de garantie van SGR vallen. Reeds gemaakte boekingen met boekingsdatum tot 12 december 2008 blijven gedekt onder de garantierege-ling. Dit geldt ook voor toekomstige betalingen op deze boekingen.”
Op 22 januari 2009: “Sinds 20 januari 2009 is Golden Tours BV wederom deelnemer aan SGR, nu onder deelnemersnummer 3323. Boekingen die vanaf 20 januari 2009 bij Golden Tours BV worden gemaakt vallen onder de SGR-garantieregeling. Geen SGR-garantie is van toepassing op boekingen die zijn gemaakt vanaf 12 december 2008 tot en met 19 januari 2009.” De kantonrechter is van oordeel dat het voor eigen risico en rekening van [eiseres] komt indien zij deze berichten niet gelezen heeft. Wel heeft de kantonrechter in dat verband SGR in overweging gegeven de nodige (extra) publiciteit te geven aan het belang voor consumenten om in voorkomende gevallen altijd eerst nog even op de SGR-website zelf te kijken om te controleren of een SGR-aanbieder wel daadwerkelijk SGR-deelnemer is.
2.10 Het beroep ten slotte dat [eiseres] nog heeft gedaan op de doelstelling van SGR wordt door de kantonrechter eveneens verworpen. Uit de artikelen 1 en 2 van de Garantie-regeling volgt weliswaar het karakter van consumentenbescherming, maar die bescherming gaat niet zover als [eiseres] heeft betoogd. Anders dan [eiseres] die de bescherming kennelijk van toepassing acht op financieel onvermogen van alle reisorganisaties (zie punt 5 van de conclusie van repliek), ziet de bescherming van de Garantieregeling blijkens de artikelen 1 en 2 van de Regeling alleen op financieel onvermogen van SGR-deelnemers. En de kantonrechter heeft hierboven (rechtsoverweging 2.4) reeds geoordeeld dat Golden Tours op het moment van boeking door [eiseres], 23 december 2008, geen SGR-deelnemer was.
2.11 Het bovenstaande brengt mee dat de vordering van [eiseres] zal worden afgewezen. Hetgeen [eiseres] overigens nog heeft aangevoerd leidt de kantonrechter niet tot een ander oordeel en behoeft dus geen verdere bespreking.
2.12 [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proces-kosten van SGR. Deze kosten worden tot op heden begroot op een bedrag van € 600,- aan salaris voor de gemachtigden.
wijst de vordering van [eiseres] af;
veroordeelt [eiseres] tot betaling aan SGR van de proceskosten van SGR, begroot op € 600,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.L. Sierkstra en is in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2010.