ECLI:NL:RBBRE:2010:BN4492
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Pick
- A. Kooijman
- M. Kneepkens
- Rechtspraak.nl
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid met ontuchtige handelingen
Op 20 augustus 2010 heeft de Rechtbank Breda uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 13 juli 2008, waarbij de verdachte, de vader van het slachtoffer, zijn dochter ontuchtige handelingen heeft aangedaan door haar borsten te betasten. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster en haar zoon als betrouwbaar beoordeeld, ondanks de verdediging die twijfels uitte over de geloofwaardigheid van deze verklaringen. De rechtbank oordeelde dat de handelingen van de verdachte niet alleen als ontuchtig kunnen worden gekwalificeerd, maar dat er ook sprake was van opzet, aangezien de verdachte de handelingen tegen de wil van zijn dochter heeft verricht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte strafbaar is, omdat er geen omstandigheden zijn die zijn strafbaarheid uitsluiten. Bij de strafbepaling heeft de rechtbank rekening gehouden met de oriëntatiepunten voor soortgelijke feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad en de ouderdom van het feit. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk, om hem te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten. De benadeelde partij, de dochter van de verdachte, is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen.
De uitspraak van de rechtbank benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact daarvan op de slachtoffers, evenals de noodzaak om de integriteit van slachtoffers in dergelijke zaken te beschermen. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij afgewezen, omdat deze niet van eenvoudige aard was en daarom niet in dit strafgeding kon worden behandeld.