3.1 Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weerspro-ken, alsmede op grond van de niet bestreden inhoud van de producties, het volgende vast:
- [eiser] is op 5 januari 1987 bij de rechtsvoorgangster van [gedaagde] in dienst getreden in de functie van Inpakker/Machine Operator;
- [eiser] is gedurende de periode van 1 september 2007 tot en met 31 december 2007 elders in dienst geweest;
- op 1 januari 2008 is [eiser] opnieuw in dienst getreden van [gedaagde], tegen hetzelfde salaris als voorheen, namelijk € 2.850,00 bruto per vier weken exclusief 8% vakantietoeslag en € 130,00 consignatievergoeding;
- in de op 14 november 2007 tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen, luidende: “Nadat de werknemer twaalf maanden in dienst is geweest bij de werkgever, geldt dat, zonder door de werkgever verleende voorafgaande schriftelijke gehele of gedeeltelijke ontheffing van dat verbod, het de werknemer verboden is om binnen een tijdvak van één jaar na de beëindiging van de dienstbetrekking, direct of indirect, al dan niet in dienstverband, al dan niet tegen vergoeding in welke vorm en onder welke naam dan ook, in Nederland, op enigerlei wijze en in enigerlei vorm in een bedrijf gelijk, gelijkvormig of aanverwant aan dat van de werkgever werkzaam te zijn, een dergelijk bedrijf te vestigen, te drijven, te mededrijven of te doen drijven danwel financieel in welke vorm ook bij een zodanige onderneming belang te hebben of daarin aandeel van welke aard ook te hebben. Dit aan de werknemer opgelegd verbod geldt evenzeer ten aanzien van die bedrijven, instellingen of personen die door de werkgever op het tijdstip van beëindiging van de dienstbetrekking worden vertegenwoordigd of tot aan een periode van twee jaar vóór dat tijdstip door de werkgever werden vertegenwoordigd.”;
- in de arbeidsovereenkomst is op overtreding van het concurrentiebeding een boete gesteld, als volgt luidende: “De werknemer zal voor iedere door hem begane overtreding van het bepaalde in dit artikel aan de werkgever zonder rechterlijke tussenkomst een dadelijke en niet voor matiging vatbare boete verbeuren, gelijk aan € 7.000,-- alsmede een, eveneens dadelijke en zonder rechterlijke tussenkomst en niet voor matiging vatbare boete ter hoogte van € 150,-- voor iedere dag of een gedeelte van een dag dat zulk een overtreding voortduurt, onverminderd het recht van de werkgever om een vergoeding van de werkelijk door haar geleden kosten, schaden en interessen te vorderen, voorzover de verbeurde boetebedragen overschrijdende.”;
- [eiser] is in de loop der tijd taken, vallende buiten het werkgebied van een monteur, gaan vervullen, en extra werkzaamheden gaan verrichten, bestaande uit het aanpassen respectievelijk verbeteren van productieprocessen, tegen een ongewijzigd salaris en zonder positieverbetering, ondanks zijn verzoeken daartoe;
- [eiser] heeft ten behoeve van genoemde werkzaamheden in 2009 op kosten van [gedaagde] ad € 995,00 een driedaagse cursus gevolgd;
- [eiser] heeft in maart 2010 gesolliciteerd naar de functie van Maintenance Supervisor bij [concurrent] B.V., verder te noemen “[concurrent]”, een concurrent van [gedaagde];
- [eiser] heeft inmiddels een aanbod gekregen tot indiensttreding bij [concurrent] in genoemde functie tegen een salaris van
€ 3.300,00 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag en € 150,00 consignatievergoeding, waarbij hem de functie van Technical Manager in het vooruitzicht is gesteld;
- [eiser] heeft [gedaagde] op 31 maart 2010 op de hoogte gesteld van het aanbod van [concurrent] met de mededeling dat hij daarop in wenst te gaan, waarop [gedaagde] afwijzend heeft gereageerd in verband met het hiervoor opgenomen concurrentiebeding;
- op 2 april 2010 is [eiser] door [gedaagde] meegedeeld dat zijn functie opnieuw beoordeeld en gewogen zou worden teneinde een passend salaris te kunnen bepalen;
- één van de ex-werknemers van [gedaagde], die mede betrokken is geweest bij de door [eiser] ontwikkelde software, en thans bij [concurrent] werkzaam is, is door [gedaagde] niet aan het overeengekomen concurrentiebeding gehouden;
- het personeelsbestand van [gedaagde] is de laatste drie jaar vanwege de bedrijfseconomische situatie gekrompen van 115 naar 75 werknemers.