ECLI:NL:RBBRE:2010:BN3783
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Overlijdensschade na arbeidsongeval met dodelijke afloop en de gevolgen voor levensonderhoud
In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, betreft het een overlijdensschadezaak na een arbeidsongeval met dodelijke afloop. De procedure is voortgezet bij de kantonrechter na een terugverwijzing door de Hoge Raad in een eerder arrest van 10 april 2009. De eiseressen, waaronder een wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige dochter, vorderen schadevergoeding van Philip Morris Holland B.V. wegens het derven van levensonderhoud na het overlijden van de echtgenoot van de eiseres. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 21 december 2005 al eerder een mondelinge behandeling bepaald om een minnelijke regeling te beproeven, maar deze heeft niet geleid tot een oplossing. De zaak is complex door de verschillende juridische vragen die zijn opgeworpen, waaronder de vraag of de wijziging van het inkomen van de eiseres na het overlijden van haar echtgenoot in aanmerking moet worden genomen bij de schadeberekening. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 10 april 2009 geoordeeld dat de verplichting tot schadevergoeding een gemengd karakter heeft en dat zowel de bijdrage van de overledene aan het levensonderhoud als de behoeftigheid van de nabestaande in aanmerking moeten worden genomen. De kantonrechter heeft de zaak terugverwezen om verder te oordelen op basis van deze uitgangspunten. De eiseres heeft een deskundige ingeschakeld voor de overlijdensschadeberekening, terwijl Philip Morris een andere deskundige heeft ingeschakeld. De kantonrechter heeft aangegeven dat hij niet over voldoende kennis beschikt om de berekeningsmethodieken van beide partijen te beoordelen en heeft besloten om een mondelinge behandeling te plannen om te overleggen wie als deskundige moet worden benoemd. De zaak is gecompliceerd door de lange procesgang van meer dan vijf jaar en de verschillende standpunten van partijen over de schadeberekening. De kantonrechter heeft de zitting gepland op 28 september 2010 om de voortgang van de procedure te bespreken en te kijken naar mogelijkheden voor een minnelijke regeling.