ECLI:NL:RBBRE:2010:BN0225
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ontslag huidige mentor en benoeming opvolgend mentor in het kader van mentorschap
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 1 juli 2010 uitspraak gedaan over een verzoek tot ontslag van de huidige mentor en benoeming van een opvolgend mentor. Het verzoek is ingediend door de zoon van de rechthebbende, die de huidige mentor, benoemd op 22 januari 2009, wil vervangen. De rechthebbende, een vrouw die in een psychiatrische inrichting verblijft, heeft te maken met een tweespalt binnen haar familie, waarbij de zoon en dochter lijnrecht tegenover elkaar staan in hun wensen omtrent het mentorschap. De zoon heeft aangegeven dat hij de mentor wil worden en dat hij zijn moeder naar de regio Rotterdam wil overplaatsen, terwijl de dochter zich verzet tegen deze wijziging en de huidige situatie wil handhaven.
Tijdens de mondelinge behandeling op 2 juni 2010 is gebleken dat de huidige mentor goede contacten heeft met het behandelend personeel van de psychiatrische inrichting en dat het in het belang van de rechthebbende is dat zij daar blijft. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de zoon niet voldoende geschiktheid heeft aangetoond om de rol van mentor op zich te nemen, mede omdat hij lange tijd 'uit beeld' is geweest en zich nauwelijks om zijn moeder heeft bekommerd. De kantonrechter heeft ook benadrukt dat de wettelijke voorkeur bestaat om bewindvoering en mentorschap in één hand te houden, wat in dit geval het geval is met de huidige mentor.
De kantonrechter heeft uiteindelijk het verzoek van de zoon afgewezen, met de overweging dat de huidige situatie in het belang van de rechthebbende is en dat de huidige mentor de meest geschikte persoon is om deze rol te vervullen. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker en andere belanghebbenden.