ECLI:NL:RBBRE:2010:BM5007
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 12 mei 2010 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen de stichting Stichting Wonen West Brabant (eiseres) en een huurster (gedaagde). Eiseres vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning wegens een huurachterstand van € 1.923,44. De gedaagde erkende de huurachterstand, maar voerde aan dat haar privéomstandigheden, waaronder financiële problemen en psychische klachten, een contra-indicatie vormden voor de gevorderde ontbinding en ontruiming. De kantonrechter overwoog dat de belangen van de gedaagde bij voortzetting van de huurovereenkomst zwaarder wogen dan de belangen van de eiseres bij ontbinding en ontruiming. De rechter oordeelde dat de gevolgen van de ontbinding voor de gedaagde en haar kinderen onevenredig groot zouden zijn, vooral gezien haar inspanningen om haar financiële situatie te verbeteren. De vordering tot ontbinding en ontruiming werd afgewezen, maar de gedaagde werd wel veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter W.E.M. Verjans.