ECLI:NL:RBBRE:2010:BM1566
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontslag van curator en benoeming nieuwe curator in ondercuratelestelling
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 15 april 2010 uitspraak gedaan op een verzoek van de curandus tot ontslag van zijn huidige curator en benoeming van een nieuwe curator. Het verzoek werd afgewezen, omdat de wijziging niet in het belang van de curandus werd geacht. De kantonrechter constateerde dat er in het verleden al meerdere bewindvoerders betrokken waren bij de curandus, die allen problemen ondervonden in hun rol. Deze problemen waren direct gerelateerd aan de persoon van de curandus en zijn ziektebeeld, wat ook de reden was voor de eerdere ondercuratelestelling.
De huidige curator heeft gemotiveerd aangegeven dat hij zijn werkzaamheden wil voortzetten, onder andere vanwege de contacten die hij heeft gelegd met zorginstellingen en de betrokkenheid bij de curandus. Ondanks de moeizame communicatie tussen de curandus en de curator, oordeelde de kantonrechter dat het in het belang van de curandus is dat de huidige curator aanblijft. De kantonrechter wees erop dat de vertrouwensrelatie onder druk staat, maar dat dit alleen niet voldoende reden is om een nieuwe curator te benoemen. De ervaringen met de curandus in het verleden wijzen erop dat een nieuwe curator dezelfde problemen zal ondervinden.
De kantonrechter benadrukte het belang van de opgebouwde contacten en het financiële en sociale vangnet dat de huidige curator heeft gecreëerd voor de curandus. Gezien de deskundigheid van de huidige curator en de noodzaak om het vangnet te handhaven, werd het verzoek tot wijziging van de curator afgewezen. De beslissing werd genomen na zorgvuldige overweging van de feiten en omstandigheden, waarbij de kantonrechter de belangen van de curandus vooropstelde.