ECLI:NL:RBBRE:2010:BL9757

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
1 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
800078-07(TBS)
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de omzetting van TBS met voorwaarden naar TBS met dwangverpleging

Op 2 april 2010 heeft de Rechtbank Breda een beslissing genomen in de zaak van een terbeschikkinggestelde die eerder was veroordeeld tot gevangenisstraf en TBS met voorwaarden wegens stalking van Geert Wilders. De rechtbank heeft besloten om het onderzoek te heropenen en aanvullend advies van deskundigen te vragen over de mogelijke omzetting van de TBS met voorwaarden naar TBS met dwangverpleging. De rechtbank achtte het noodzakelijk om een actueel advies te verkrijgen, aangezien het eerdere rapport van de deskundigen, dat dateert van 28 november 2008, inmiddels 16 maanden oud was. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht, die de mogelijkheid bieden om TBS met dwangverpleging te bevelen indien voorwaarden niet worden nageleefd of de veiligheid van anderen in het geding is.

De rechtbank heeft de deskundigen gevraagd om advies te geven over de behandelbaarheid van de stoornis van de terbeschikkinggestelde, de mogelijkheden voor ambulante behandeling en de manieren waarop het herhalingsgevaar kan worden verminderd. De rechtbank heeft ook benadrukt dat de terbeschikkinggestelde haar volledige medewerking moet verlenen aan het onderzoek en dat het advies bij voorkeur op basis van ambulant onderzoek kan worden uitgebracht.

De beslissing om het onderzoek voor onbepaalde tijd aan te houden, met een maximum van drie maanden, is genomen om de deskundigen de tijd te geven om hun advies uit te brengen. De rechtbank heeft de reclassering verzocht om de mogelijkheden voor ambulante behandeling verder te onderzoeken en een nieuwe intake te organiseren indien het deskundigenadvies daar ruimte voor biedt. De rechtbank heeft de oproeping van de terbeschikkinggestelde en de getuige-deskundige geregeld voor de nadere zitting.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Parketnummer: 800078-07
Beslissing van de meervoudige kamer van 2 april 2010
op de vordering van de officier van justitie tot omzetting van een terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met dwangverpleging
in de zaak van
[veroordeelde]
geboren op 22 oktober 1973, te Emirdag (Turkije)
wonende aan de [adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring De Boschpoort te Breda.
1 De stukken
Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 19 februari 2010, die strekt tot omzetting van de terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met voorwaarden in een TBS met dwangverpleging;
- het omtrent [veroordeelde] door [naam psychiater] (psychiater) en [naam psycholoog] (psycholoog) opgemaakte rapport van 28 november 2008;
- een brief van GZ-psycholoog [naam GZ psycholoog] van ‘het Dok’ van 4 december 2009;
- een brief van psychotherapeut [naam psychotherapeut] van de Pompestichting van 1 februari 2010;
- een advies van de reclassering van 16 februari 2010;
- een voortgangsverslag van de reclassering van 12 maart 2010.
2 De procesgang
Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 3 maart 2009 is [veroordeelde] (hierna te noemen: terbeschikkinggestelde) wegens belaging veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf en TBS met voorwaarden. De TBS is op 18 juni 2009 aangevangen.
Tijdens het onderzoek in de openbare raadkamer van de rechtbank van 22 maart 2010 zijn de officier van justitie, terbeschikkinggestelde bijgestaan door haar raadsman mr. Nijboer, en de getuige-deskundige [naam getuige deskundige], reclasseringswerker gehoord.
3 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is ter zitting bij de vordering tot omzetting van de TBS met voorwaarden in een TBS met dwangverpleging gebleven. Naar haar oordeel heeft terbeschikkinggestelde de voorwaarden overtreden. Zij heeft onder meer brieven en een mailbericht aan de president van de rechtbank en het parket gestuurd over de rechter-commissaris die het hof in de voorwaarden bij de TBS heeft genoemd. Gelet daarop en op de mislukking van de twee reeds ondernomen pogingen tot ambulante behandeling is TBS met dwangverpleging thans vereist.
4 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betwist dat betrokkene de voorwaarden heeft overtreden. Zo is zij altijd keurig op tijd op haar afspraken verschenen. Weliswaar heeft zij twee brieven aan president van de rechtbank en een mail aan het parket geschreven, maar dat stond haar vrij. Zij heeft geen van de functionarissen persoonlijk benaderd. Bij Kairos heeft slechts één intakegesprek plaatsgevonden, dat vanwege een misverstand over de te verstrekken stukken negatief is geëindigd. De verdediging acht een omzetting van de terbeschikkingstelling dan ook prematuur. Daarbij heeft de verdediging betoogd dat de deskundigen destijds hebben aangegeven dat behandeling in een ambulante setting de voorkeur verdient. Voor het geval de rechtbank toewijzing van de vordering overweegt, heeft de verdediging aangevoerd dat de rapportages van de gedragsdeskundigen betreffende terbeschikkinggestelde te oud zijn om het oordeel daarop te kunnen baseren.
5 Het oordeel van de rechtbank
Het gerechtshof heeft bij eerdergenoemd arrest de terbeschikkingstelling gelast. Het hof heeft geen bevel tot dwangverpleging gegeven, maar voorwaarden aan de TBS gesteld, die voor zover in deze zaak relevant het volgende inhouden:
“(…)
2. dat verdachte zich niet opzettelijk in voor haar risicovolle situaties zal begeven, zoals het komen in de buurt van een door haar eerder benaderde politieagent en rechter-commissaris;
(…)
4. dat verdachte zich zal gedragen overeenkomstig de door de Reclassering Nederland (Regio Breda/Middelburg) te stellen richtlijnen en afspraken en zich begeleidbaar op zal stellen en openheid zal geven over haar handel en wandel (…);
(…)
6. dat verdachte een behandeling zal ondergaan bij de forensische kliniek het Dok zolang haar behandelaars dat nodig achten (…).”
(…)
Indien een gestelde voorwaarde niet wordt nageleefd of indien de veiligheid van anderen of de veiligheid van personen of goederen dit anderszins eist, kan de rechter alsnog TBS met dwangverpleging bevelen (artikel 38c van het Wetboek van Strafrecht).
De rechtbank acht voor de te nemen beslissing aanvullend advies van gedragsdeskundigen noodzakelijk.
In de eerste plaats vindt de rechtbank het van belang dat het advies van [naam psychiater] (psychiater) en [naam psycholoog] (psycholoog) wordt geactualiseerd. Terbeschikkinggestelde is vanaf 5 september 2008 voor een periode van 6 weken met het oog op een persoonlijkheidsonderzoek in het Pieter Baan Centrum opgenomen geweest. Het vervolgens uitgebrachte rapport dateert van 28 november 2008 en is dus thans 16 maanden oud. Alvorens te beslissen over de ingrijpende maatregel van gedwongen verpleging wenst de rechtbank actuele deskundige advisering, te meer nu de verdediging heeft laten weten eerdergenoemd rapport te oud te vinden. De rechtbank heeft daarbij mede gelet op het bepaalde in artikel 37 lid 2 in verband met artikel 37a lid 3 van het Wetboek van Strafrecht. Het gaat de rechtbank om actualisering van het advies omtrent - kort gezegd - de stoornis, het herhalingsgevaar en mogelijke interventie (vragen 1, 5 en 6 zoals weergegeven op pagina 2 van het rapport).
In de tweede plaats wenst de rechtbank aanvullend advies over de volgende punten.
De reclasseringsmedewerker die terbeschikkinggestelde begeleidt, heeft ter zitting naar voren gebracht dat de stoornis waaraan terbeschikkinggestelde lijdt, niet behandelbaar is. De rechtbank wil het oordeel van de psycholoog en de psychiater omtrent de (mate van) behandelbaarheid vernemen.
Daarnaast wil zij advies over de vraag of de deskundigen na de afwijzingen door zowel het Dok als Kairos nog reële mogelijkheden voor ambulante behandeling zien.
Verder wenst de rechtbank advies over de vraag of het door de deskundigen geschetste herhalingsgevaar op andere wijze dan door middel van behandeling kan worden verminderd.
De rechtbank gaat ervan uit dat de deskundigen ten behoeve van het uit te brengen advies een afschrift ontvangen van de onder 1 genoemde stukken en van het proces-verbaal van de zitting van 22 maart 2010. Het advies dient bij voorkeur door [naam psychiater] (psychiater) en [naam psycholoog] (psycholoog) te worden uitgebracht. De rechtbank gaat er tevens van uit dat terbeschikkinggestelde - in haar eigen belang - aan het onderzoek mee zal werken en dat het advies op basis van ambulant onderzoek kan worden uitgebracht, waardoor opname in het Pieter Baan Centrum (met de eventueel daaraan verbonden wachttijden) niet aan de orde is.
Tevens acht de rechtbank het volgende van belang.
Volgens het deskundigenrapport van 28 november 2008 zou behandeling van terbeschikkinggestelde bij voorkeur ambulant moeten plaatsvinden. Klinische behandeling achten de deskundigen niet per se noodzakelijk. Bovendien zal de weerstand van terbeschikkinggestelde bij klinische behandeling waarschijnlijk zo groot zijn dat dit het creëren van een goed behandelcontact ernstig zal belemmeren, aldus de deskundigen. De rechtbank gaat er vooralsnog vanuit dat ambulante behandeling van betrokkene noodzakelijk is en acht het met het oog op een voortvarende beslissing, naast bovengenoemd advies van de psycholoog en de psychiater, nodig dat tevens duidelijkheid wordt verkregen over de vraag of terbeschikkinggestelde bij Kairos of eventueel elders ambulante behandeling kan ondergaan. Behandeling bij ‘het Dok’ is na overleg tussen de behandelaar, de reclasseringsmedewerker en terbeschikkinggestelde afgesloten vanwege onvoldoende behandelmotivatie van terbeschikkinggestelde, zo blijkt uit de brief van ‘het Dok’ van 4 december 2009. De daaropvolgende intake bij Kairos is mislukt, mede omdat terbeschikkinggestelde niet over zichzelf wilde praten en niet alle gevraagde informatie heeft verstrekt. Terbeschikkinggestelde heeft ter zitting verklaard dat zij alsnog aan een behandeling bij Kairos wil meewerken.
De rechtbank verzoekt de reclassering de mogelijkheden voor ambulante behandeling verder te onderzoeken. Mede met het oog hierop acht de rechtbank van belang dat de reclassering na ontvangst van het aanvullend deskundigenadvies een nieuwe intake organiseert, indien dit advies daar enige ruimte voor biedt. De rechtbank benadrukt dat terbeschikkinggestelde daaraan haar volledige medewerking moet verlenen door alle gevraagde informatie en stukken te verstrekken en openheid over zichzelf te geven als die openheid van haar wordt gevraagd.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het onderzoek heropenen en dit onderzoek voor onbepaalde tijd (ten hoogste drie maanden) aanhouden. Het bevel van de rechter-commissaris tot voorlopige verpleging van 15 maart 2010 blijft intussen van kracht. Aangezien dit bevel slechts een voorlopige titel biedt, is een spoedige behandeling van deze zaak van groot belang. Mocht blijken dat voortzetting van de zaak op genoemde termijn niet haalbaar is, dan wil de rechtbank daarover zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd.
De beslissing berust op artikel 38c van het Wetboek van Strafrecht.
6 De beslissing.
De rechtbank:
heropent het onderzoek;
schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd (ten hoogste drie maanden), om
A. door de deskundigen een geactualiseerd advies te laten uitbrengen omtrent de stoornis, het herhalingsgevaar en mogelijke interventie, waarbij ook de volgende vragen dienen te worden beantwoord:
- In welke mate achten de deskundigen de stoornis behandelbaar?
- Zien de deskundigen nog reële mogelijkheden voor ambulante behandeling?
- Kan het herhalingsgevaar op andere wijze dan door behandeling worden verminderd?
B. de reclassering indien mogelijk een intake voor ambulante behandeling te laten bewerkstelligen;
beveelt de oproeping van terbeschikkinggestelde en de getuige-deskundige
[naam getuige deskundige] tegen het tijdstip van de nadere zitting en de kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van terbeschikkinggestelde;
stelt de stukken met dat doel in de handen van de officier van justitie.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.F.M. Pols, voorzitter,
mr. P.P.M. Rousseau en mr. R.M.L. Heemskerk-Pleging, leden,
en is in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare zitting van 2 april 2010.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.