ECLI:NL:RBBRE:2010:BL9441
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Minnaar
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en publicatieplicht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 29 maart 2010 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van een erflater. De verzoeker, die optreedt als gevolmachtigde van de erfgenamen, heeft verzocht om de opheffing van de vereffening op grond van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering is dat het niet in het belang van de betrokkenen is om de vereffening voort te zetten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de kosten van publicatie in de Staatscourant en in twee nieuwsbladen niet voorgeschreven hoeven te worden, aangezien de bekendmaking op internet een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap.
De procesgang omvatte een verzoekschrift dat op 8 januari 2010 is ingediend, met een vermogensbeschrijving ter onderbouwing van het verzoek. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen dwingende noodzaak is voor de wettelijk voorgeschreven publicatie, gezien de geringe baten en de kosten die daarmee gemoeid zijn. De beschikking zal worden bekendgemaakt via rechtspraak.nl, wat in de huidige tijd beter aansluit bij de wetgeving dan de traditionele publicatiemiddelen. De kantonrechter heeft ook bepaald dat er geen griffierechten in rekening worden gebracht en heeft de vereffeningkosten vastgesteld op € 2.617,43, die ten laste van de boedel komen.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de opheffing van de vereffening van de nalatenschap wordt bevolen, de vereffeningkosten worden vastgesteld, en dat de beschikking bekendgemaakt zal worden op de website van de rechtspraak. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker of andere belanghebbenden, afhankelijk van de wijze van bekendmaking.