RECHTBANK BREDA
Sector kanton
zaak/rolnr.: 571658 CV EXPL 09-7715
vonnis d.d. 17 februari 2010
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Logicx Mobiliteit B.V.,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
eiseres,
gemachtigde: LAVG, gerechtsdeurwaarders te Breda,
[gedaagde],
wonende te [adres],
gedaagde,
procederend in persoon.
1. Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding d.d. 16 oktober 2009;
b. de conclusie van antwoord, met producties;
c. de conclusie van repliek, met producties;
d. de conclusie van dupliek, met een productie.
2.1 Eiseres (hierna te noemen: “Logicx”) vordert om gedaagde (hierna te noemen: “[gedaagde]”) bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 194,95 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2009 over een bedrag van € 123,80 en kosten rechtens.
2.2 [gedaagde] betwist de vordering.
3.1 Logicx baseert haar vordering op de stelling dat [gedaagde] met haar een huurovereenkomst is aangegaan - onder toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden - inhoudende dat [gedaagde] van 2 mei 2005 tot en met 11 mei 2005 een auto heeft gehuurd van het merk Volkswagen, type Polo, met kenteken 04-PJ-SH. Tijdens voornoemde periode zijn met dit voertuig twee verkeersovertredingen gepleegd. De sanctie die daaruit voortvloeide is reeds door Logicx – in haar hoedanigheid van kentekenhouder - voldaan. Op grond van artikel B.2 van de algemene voorwaarden van Logicx, blijft de gebruiker van het voertuig zelf aansprakelijk voor de gevolgen van een wetsovertreding. Uit dien hoofde vordert Logicx de (door haar reeds betaalde) sanctiebedragen van € 30,00 en € 70,00 van [gedaagde]. Daarnaast brengt Logicx – op grond van haar algemene voorwaarden - € 10,00 administratiekosten (exclusief btw) per overtreding bij [gedaagde] in rekening. Aangezien betaling van voornoemde bedragen - ondanks sommaties - is uitgebleven, maakt Logicx tevens aanspraak op vergoeding van door haar gemaakte buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 44,03 en op de wettelijke rente, die tot 6 oktober 2009 is berekend op een bedrag van € 27,12.
3.2 [gedaagde] voert – kort samengevat - als verweer dat hij nooit een overeenkomst met Logicx heeft gesloten, betreffende de huur van een auto. [gedaagde] geeft aan dat hij dit ook direct na de ontvangst van de factuur aan Logicx heeft gemeld. Hierbij heeft hij gevraagd om bewijsstukken waaruit blijkt dat hij de auto heeft gehuurd, maar deze stelt hij nimmer te hebben ontvangen. Ook op de brief die zijn advocaat heeft geschreven en op zijn email van 26 augustus 2009 is niet gereageerd, aldus [gedaagde]. [gedaagde] geeft aan dat hij wel ongeveer begrijpt waar het om gaat, omdat waarschijnlijk zijn broer daarbij betrokken is. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat dit niet met zich meebrengt dat hij iets aan Logicx verschuldigd zou zijn.
3.3 Op de door Logicx bij conclusie van repliek overgelegde huurovereenkomst staat
– onder meer – vermeld: “Gegevens gebruiker, Naam: [A], Adres: [adres], Geboortedatum: [datum], Telefoonnummer: [nummer], Rekeningnr. bank/giro: [nummer], Rijbewijsgegevens, Nummer: [nummer], Sofinummer: [nummer], Opdrachtnummer: 117868.” Aan voornoemd opdrachtnummer is een ‘opdracht vervangend vervoer’ gekoppeld, welke door Logicx bij conclusie van repliek eveneens in het geding is gebracht. Op deze opdracht staat – onder meer – vermeld: “Klantgegevens, Naam: [AK], Adres: [adres], Lidnummer: 250122057, Telefoonpechml. 0611-113339.”
[gedaagde] geeft bij conclusie van antwoord aan dat hij bestrijdt ooit een huurovereenkomst met Logicx gesloten te hebben. Bij conclusie van dupliek overlegt hij een verklaring van zijn broer, [FA], waarin laatstgenoemde verklaart dat hij degene is geweest die vervangend vervoer heeft gekregen en dat hij de verkeersovertredingen heeft begaan.
3.4 Logicx heeft bij conclusie van repliek onder meer gesteld dat zij, voor de dagen dat de auto te laat is ingeleverd, aan [gedaagde] de factuur d.d. 12 mei 2005 heeft doen toekomen, welke is voldaan. Voorts heeft Logicx gesteld dat [gedaagde] meerdere malen telefonisch contact heeft opgenomen met de gemachtigde van Logicx, en heeft aangegeven te gaan betalen. Tevens stelt Logicx dat ter zake van de onderhavige vordering een betalingsregeling is getroffen, welke niet is nagekomen. Deze, door Logicx gestelde feiten, zijn niet door [gedaagde] betwist. Gelet hierop, in samenhang met alle gegevens die hierboven staan vermeld onder 3.3, mocht Logicx er gerechtvaardigd op vertrouwen dat de huurovereenkomst is aangegaan met [gedaagde] en dat hij voor de verplichtingen uit die overeenkomst verantwoordelijk gehouden kan worden. Logicx hoefde er bij het aangaan van de overeenkomst niet aan te twijfelen dat zij niet met [gedaagde], maar – zoals door [gedaagde] aangevoerd – met diens broer Farid te maken zou hebben. Immers, er veronderstellenderwijze van uitgaande dat het Farid is geweest die de huurovereenkomst heeft ondertekend, dan is de persoonsverwisseling die daarbij heeft plaatsgevonden een omstandigheid die voor rekening en risico van [gedaagde] komt. Immers, kennelijk had Farid niet alleen de beschikking over de auto, het rijbewijs en de lidmaatschapspas van [gedaagde], maar daarnaast zijn – bij het aangaan van de huurovereenkomst - andere persoonlijke gegevens van [gedaagde] aan Logicx doorgegeven, zoals het bankrekeningnummer. Verder wordt als telefoonnummer vermeld: [nummer] en dit is hetzelfde nummer dat [gedaagde] in zijn email d.d. 26 augustus 2009 opgeeft, als zijnde het telefoonnummer waarop hij te benaderen is voor vragen. Gelet op alle voornoemde feiten en omstandigheden, mocht Logicx er op vertrouwen dat zij de huurovereenkomst met [gedaagde] heeft gesloten en dat [gedaagde] voor de verplichtingen uit die overeenkomst verantwoordelijk is. Dat [gedaagde] reeds voor deze procedure te kennen heeft gegeven dat (mogelijk) niet hij degene is geweest die getekend heeft voor de vervangende auto, doet – gelet op al hetgeen is overwogen - aan het voorgaande niet af.
3.5 Door [gedaagde] is niet betwist dat op de onderhavige huurovereenkomst algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Nu door [gedaagde] is erkend dat de verkeers-overtredingen zijn begaan en niet is betwist dat – op grond van de algemene voorwaarden - de huurder van het voertuig aansprakelijk is voor de gevolgen van wetsovertredingen, zijn de terzake gevorderde sanctiebedragen inclusief administratiekosten van in totaal € 123,80, toewijsbaar.
3.6 Door Logicx zijn aanmaningen in het geding gebracht d.d. 1 juli 2005, 15 juli 2005, 9 september 2005, 3 maart 2006, 13 juni 2006, 7 november 2006, 12 maart 2007, 28 maart 2007, 14 mei 2007, 16 augustus 2007, 11 februari 2008, 19 februari 2008, 25 augustus 2009 en 9 september 2009. De vermelding in de dagvaarding dat [gedaagde] tegen de vordering geen verweer heeft ingediend, blijkt niet correct te zijn, maar dit staat aan een toewijzing van de gevorderde buitengerechtelijke kosten niet in de weg. Immers, [gedaagde] heeft de verschuldigdheid van die kosten op grond van de onderhavige overeenkomst niet betwist en er zijn geen termen aanwezig om (ambtshalve) tot matiging van de gevorderde vergoeding over te gaan. Ook het gegeven dat de gemachtigde van Logicx niet inhoudelijk heeft gereageerd op de email van [gedaagde] d.d. 26 augustus 2009, maakt – gelet op de overwegingen in en de uitkomst van dit vonnis - niet dat [gedaagde] geen buitengerechtelijke kosten verschuldigd zou zijn. Door Logicx is betwist dat [gedaagde] direct na de ontvangst van de factuur om bewijsstukken heeft gevraagd, zodat hieraan wordt voorbijgegaan. Verder heeft Logicx aangegeven dat zij, naar aanleiding van het verzoek van de gemachtigde van [gedaagde], bewijsstukken aan die gemachtigde heeft opgestuurd. Dat de stukken [gedaagde] mogelijk niet hebben bereikt, is een omstandigheid die Logicx niet kan worden toegerekend. Gelet op al het voorgaande is de conclusie dat door Logicx kosten zijn gemaakt voor verrichtingen om betaling buiten rechte te verkrijgen, welke kosten niet kunnen worden aangemerkt als verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten ad € 44,03 zal dan ook worden toegewezen.
3.7 Wegens betalingsverzuim van [gedaagde] is de gevorderde wettelijke rente - die tot 6 oktober 2009 onbetwist is berekend op een bedrag van € 27,12 - eveneens toewijsbaar.
3.8 Als de in het ongelijk te stellen partij, wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Logicx gevallen, met dien verstande dat als vergoeding van GBA kosten, zijnde niet althans onvoldoende gespecificeerd, niet meer wordt toegekend dan het in dit geval redelijke en gebruikelijke bedrag van € 7,00.
veroordeelt [gedaagde] om aan Logicx tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het bedrag van € 194,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2009 over een bedrag van € 123,80 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure aan de zijde van Logicx gevallen en tot op heden begroot op een bedrag van € 242,80, waaronder een bedrag van € 60,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis – tot zover - uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2010.