ECLI:NL:RBBRE:2010:BL0275
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet tijdig beslissen over huurtoeslag en toepassing van de Wet dwangsom
In deze zaak heeft de verzetrechter van de Rechtbank Breda op 11 januari 2010 uitspraak gedaan in het verzet van de Belastingdienst / Toeslagen tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De zaak betreft een beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar met betrekking tot de huurtoeslag over het jaar 2006. Eiseres had op 6 oktober 2009 beroep ingesteld, waarna de rechtbank op 25 november 2009 het beroep gegrond verklaarde en de Belastingdienst opdroeg binnen twee weken een beslissing te nemen, met een dwangsom van € 100,00 per dag bij overschrijding van deze termijn.
De Belastingdienst heeft op 1 december 2009 verzet aangetekend tegen deze uitspraak, en de verzetrechter heeft op 5 januari 2010 een zitting gehouden. Tijdens deze zitting heeft de Belastingdienst aangevoerd dat enkele bepalingen van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen niet van toepassing zijn. De verzetrechter heeft vastgesteld dat de Belastingdienst in de gelegenheid is gesteld om zijn standpunt toe te lichten, maar dat dit niet is gebeurd. De rechtbank heeft de Belastingdienst in een eerdere brief gevraagd om een verweerschrift in te dienen en om te motiveren of de beslistermijn is overschreden.
De verzetrechter heeft geoordeeld dat de Belastingdienst niet heeft aangetoond dat hij zich op een uitzonderingspositie kan beroepen en dat onbekendheid met een wijziging van het recht voor risico van de Belastingdienst komt. De rechtbank heeft terecht de vereenvoudigde behandeling toegepast en het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. D.H. Hamburger, rechter, en is openbaar uitgesproken op 11 januari 2010. Tegen deze uitspraak staat geen beroep open.