ECLI:NL:RBBRE:2009:BM9452
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Alferink
- mr. Hopmans
- mr. Combee
- Rechtspraak.nl
Schending van ambtsgeheim door politieambtenaar en bezit van cocaïne
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 6 april 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een politieambtenaar, verdachte, die beschuldigd werd van het schenden van een ambtsgeheim en het in bezit hebben van cocaïne. De verdachte had op 28 augustus 2008 een sms-bericht verzonden naar een bekende, [betrokkene], waarin hij deze waarschuwde dat de politie naar hem op zoek was. Dit gebeurde nadat de politie had geprobeerd [betrokkene] aan te houden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door deze informatie te delen, opzettelijk een geheim had geschonden, wat in strijd is met artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich bewust was van de onrechtmatigheid van zijn handelen, gezien de omstandigheden waaronder hij de sms verzond, waaronder het kopen van een nieuwe simkaart om zijn identiteit te verbergen.
Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van het in bezit hebben van cocaïne. Tijdens doorzoekingen op zijn werkplek werd een hoeveelheid van 2 gram cocaïne aangetroffen, wat de rechtbank als bewezen achtte. De verdediging voerde aan dat de cocaïne voor trainingsdoeleinden werd gebruikt, maar de rechtbank verwierp dit argument. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, als ervaren politieambtenaar, had moeten weten dat zijn handelen niet toegestaan was en dat het niet in lijn was met de wetgeving omtrent de Opiumwet.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 4 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk, en benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien de rol van de verdachte als politieambtenaar. De uitspraak onderstreept het belang van integriteit binnen de politie en de gevolgen van het schenden van vertrouwelijke informatie.