Uitspraak
RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Bergen op Zoom
Zaaknummer 563263 OV VERZ 09-3495
Beschikking d.d. 1 december 2009 op een verzoek ex artikel 7:304 lid 2 BW
inzake
de naamloze vennootschap INBEV NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Breda,
verzoekster,
gemachtigde: mr I. Langermans, bedrijfsjurist te Breda,
tegen
1. de besloten vennootschap LA PUCELLE B.V.,
gevestigd te Bergen op Zoom,
2. de besloten vennootschap VERA BEHEER BERGEN OP ZOOM B.V.,
gevestigd te Bergen op Zoom,
3. [verweerder 3],
wonend te Bergen op Zoom,
verweerders,
gemachtigde: mr. G.L. Breunesse, jurist bij ARAG Rechtsbijstand te Leusden.
1. Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het verzoekschrift met producties, ingekomen op 1 september 2009;
b. het verweerschrift, ingekomen op 13 oktober 2009;
c. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter openbare terechtzitting van 26 november 2009, waar zijn verschenen mr. J. Heerkens (voor mr. Langermans) en mr. Breunesse vergezeld van verweerder sub 3.
De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast. Op de inhoud daarvan en hetgeen overigens ter zitting is aangevoerd, wordt, voor zover nodig, hierna teruggekomen.
2. Het verzoek
Het verzoek strekt tot het benoemen van een deskundige als bedoeld in artikel 7:304 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
3. De beoordeling
3.1 Verzoekster huurt van de gemeente Bergen op Zoom de gebouwde onroerende zaak, zijnde een horecabedrijfsruimte en foyer, deel uitmakend van het Markiezenhofcomplex, gelegen aan de Steenbergsestraat 8 te Bergen op Zoom. Verzoekster en de gemeente Bergen op Zoom hebben per 1 september 2009 overeenstemming bereikt over een huurprijsverhoging.
3.2 Verzoekster verhuurt op haar beurt aan verweerders voornoemde gebouwde onroerende zaak tegen een huurprijs van thans € 21.750,36 per jaar, exclusief btw. Verzoekster wenst thans tot verhoging van de tussen haar en verweerders geldende huurprijs te komen. Verzoekster stelt dat verweerders niet wensen in te stemmen met een hogere huurprijs en dat zij niet wensen mee te werken aan de benoeming van een deskundige als bedoeld in de wet. Verzoekster vraagt in deze procedure de kantonrechter als deskundige te benoemen M. van der Horst, werkzaam als taxateur bij Van der Horst Taxateurs. M. van der Horst heeft reeds eerder het gehuurde in opdracht van verzoekster getaxeerd in verband met de huurprijsverhoging tussen verzoekster en de gemeente Bergen op Zoom. Tenslotte vraagt verzoekster de kantonrechter in dit verband zodanige verdere voorzieningen te treffen als hem geraden zal voorkomen.
3.3 Verweerders stellen dat de onderhandelingen over de huurprijs tussen verzoekster en de gemeente Bergen op Zoom geheel buiten hen om zijn gegaan. Eerst in juli 2009 vernamen zij dat verzoekster met de gemeente Bergen op Zoom tot overeenstemming was gekomen over een verhoging van de huurprijs. Op dat moment hebben verweerders verzoekster laten weten vooralsnog niet met een huurprijsverhoging akkoord te kunnen gaan. Voorts heeft verzoekster aan verweerders geen voorstel gedaan voor een gezamenlijk te benoemen deskundige. Verzoeksters stelling dat verweerders niet mee wensen te werken aan de benoeming van een deskundige als bedoeld in de wet, is dan ook onjuist. Wel is juist dat verweerders zich verzetten tegen de benoeming van M. van der Horst als taxateur. Hij heeft immers al eerder het gehuurde op verzoek van verzoekster getaxeerd en hij kan derhalve moeilijk als een onafhankelijke deskundige worden beschouwd. Verweerders verzoeken de kantonrechter om een onafhankelijke deskundige te benoemen, waarbij hun voorkeur uitgaat naar de bedrijfshuuradviescommissie (Bhac) van de Kamer van Koophandel.
3.4 Artikel 7:304 lid 2 BW bepaalt dat de kantonrechter een deskundige benoemt als partijen geen overeenstemming (hebben kunnen) bereiken over de benoeming van een deskundige.
In het verweerschrift stellen verweerders dat hun voorkeur uitgaat naar de Bhac als deskundige. Ter zitting heeft verzoekster verklaard begrip te hebben voor het bezwaar van verweerders tegen M. van der Horst als deskundige en dat zij er geen probleem mee heeft dat de Bhac advies zal uitbrengen. Nu er derhalve tussen partijen geen verschil van mening meer bestaat over wie als deskundige zal gaan fungeren, is het niet nodig dat de kantonrechter nog een deskundige benoemt en zal hij het verzoek afwijzen.
3.5 In de omstandigheden van het geval ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten op na te melden wijze te compenseren.
4. De beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter te Bergen op Zoom, en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2009.