RECHTBANK BREDA
Sector kanton
zaak/rolnr.: 544837 CV EXPL 09-3424
vonnis d.d. 12 augustus 2009
de besloten vennootschap ITEC VOICE-RESPONSE B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
eiseres,
gemachtigde: A.P.M. Meijer, werkzaam bij Justice B.V. te Rotterdam,
[gedaagde], h.o.d.n. Koeriersdiensten J. van Tetering, wonende en zaakdoende te (4881 XJ) Zundert, Gele Berk 3,
gedaagde,
procederende in persoon.
1. Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
- de dagvaarding van 29 april 2009 met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek.
2.1 Eiseres (verder te noemen Itec) vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde (verder te noemen Van Tetering) te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 827,05 aan hoofdsom, € 54,96 aan verschenen wettelijke handelsrente, en € 150,= aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 827,05 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Van Tetering in de proceskosten.
2.2 Van Tetering voert gemotiveerd verweer.
3.1 Tussen partijen gelden de volgende feiten.
- In het handelsregister van de Kamer van Koophandel is opgenomen dat Van Tetering een eenmanszaak drijft, waar geen ander personeel in dienst is, in welke eenmanszaak hij zich bezig houdt met het verrichten van koeriersdiensten.
- Van Tetering heeft middels de ondertekening van een bestelformulier op 15 augustus 2006 een overeenkomst gesloten met Itec voor het verkrijgen en behouden van een aansluiting op een informatieservicedienst (Info-Direct abonnement) tegen betaling van € 695,= exclusief BTW per jaar.
- De dienstverlening van Itec houdt in dat bestaande en potentiële klanten van Van Tetering in staat worden gesteld om 24 uur per dag en 365 dagen per jaar informatie over Van Tetering te ontvangen, via e-mail en fax, alsmede via het gesproken woord.
- Van Tetering heeft het bestelformulier ondertekend tijdens een bezoek aan huis van een vertegenwoordiger van Itec. Itec heeft Van Tetering telefonisch (via telemarketing) laten benaderen om een afspraak te maken voor dit bezoek door de vertegenwoordiger.
- Op het bestelformulier is – aan de voorzijde – het volgende bepaald: “Ondergetekende verleent hierbij machtiging aan Itec om tot wederopzegging wegens abonnementskosten automatisch te incasseren. De abonnementsperiode bedraagt een jaar en zal telkens tenzij uiterlijk twee maanden voor beëindiging van de periode per aangetekend bericht is opgezegd voor twee jaar worden verlengd. Hierover neemt Itec geen contact op. Een schriftelijke bevestiging van Itec geldt ook als bewijs van tijdige opzegging.”
- Op 14 augustus 2007 heeft Van Tetering telefonisch contact opgenomen met Itec naar aanleiding van een door hem ontvangen factuur. Bij brief van 17 augustus 2007 heeft Itec in reactie hierop aan Van Tetering een kopie van het opdrachtformulier voor het Info-Direct abonnement toegestuurd.
- Bij factuur van 11 augustus 2008 heeft Itec voor de periode van 15 augustus 2008 tot en met 14 augustus 2009 een bedrag van € 695,= exclusief BTW aan abonnementsgeld aan Van Tetering in rekening gebracht.
- Op 15 augustus 2008 heeft Van Tetering telefonisch contact met Itec opgenomen, naar aanleiding van deze factuur.
- In reactie op het telefoongesprek met Van Tetering heeft Itec bij brief van 18 augustus 2008 onder meer het volgende aan Van Tetering bericht: “Conform de door u ondertekende overeenkomst hebben wij u aangesloten op de Info-Direct service. De clausule betreffende de verlenging van het abonnement staat duidelijk aan de voorzijde van de door u ondertekende overeenkomst vermeld. Uw abonnement komt met ingang van 15 augustus 2009 te vervallen.”
- Van Tetering heeft de factuur van 11 augustus 2008, ook na aanmaning van Itec en diens incassogemachtigde onbetaald gelaten.
3.2 Itec vordert in rechte betaling van de factuur van 11 augustus 2008, vermeerderd met rente en kosten, stellende dat zij geen tijdige opzegging van het abonnement van Van Tetering heeft ontvangen, zodat het abonnement stilzwijgend is verlengd tot 14 augustus 2009 en Van Tetering gehouden is de abonnementskosten tot die datum te voldoen.
3.3 Van Tetering heeft aangevoerd dat hij de overeenkomst reeds in april 2007 schriftelijk en mondeling heeft opgezegd en dat hij ook daarna nog meerdere malen heeft getracht van het abonnement af te komen. Bovendien heeft Van Tetering bij conclusie van dupliek gesteld dat de colportagewet van toepassing is, omdat de vertegenwoordiger van Itec bij hem aan de deur is geweest.
3.4 Alhoewel vast staat dat een vertegenwoordiger van Itec Van Tetering in een persoonlijk bezoek heeft bewogen tot het sluiten van de overeenkomst, is de kantonrechter van oordeel dat de Colportagewet niet van toepassing is, nu Van Tetering bij het sluiten van de onderhavige overeenkomst heeft gehandeld uit hoofde van zijn (koeriers)bedrijf en de
Colportagewet (blijkens artikel 1 lid 1 onder d) enkel bescherming beoogd te bieden aan particulieren.
3.5 De kantonrechter ziet ook geen aanleiding om reflexwerking toe te kennen aan de Colportagewet, zoals in lagere rechtspraak wordt gedaan ten aanzien van kleine zelfstandige ondernemers zonder personeel. Weliswaar drijft Van Tetering een eenmanszaak zonder personeel, gelet op de diensten die Itec aanbiedt kan niet gezegd worden dat deze zodanig buiten de deskundigheid van Van Tetering zijn gelegen, dat Van Tetering met betrekking tot het aangaan van de overeenkomst een met een particulier vergelijkbare positie inneemt. Van Tetering zal zich immers als professioneel ondernemer, met name nu hij geen personeel in dienst heeft, hebben te beraden over de mogelijkheden waarop hij voor zijn bestaande en potentiële klanten bereikbaar kan zijn en hoe hij klanten kan werven middels het verstrekken van bedrijfsinformatie. Deze activiteiten zijn inherent aan het drijven van een onderneming. De diensten van Itec zijn hierop gericht en Van Tetering heeft deze diensten aanvaard ten behoeve van zijn bedrijf.
3.6 Op de voorzijde van het door Van Tetering ondertekende bestelformulier is uitdrukkelijk en ondubbelzinnig vermeld dat het abonnement wordt aangegaan voor de duur van een jaar en dat dit abonnement wordt verlengd voor de duur van twee jaar indien niet drie maanden voor het einde van het eerste jaar een schriftelijke (per aangetekende post verzonden) opzegging is ontvangen. Dat sprake is geweest van een proefabonnement blijkt nergens uit. Zulks kan in ieder geval niet worden afgeleid uit de omstandigheid dat aan Van Tetering het eerste jaar een korting op het abonnementsgeld is verstrekt.
3.7 Van Tetering heeft gesteld dat hij het abonnement in april 2007 zowel telefonisch als schriftelijk heeft opgezegd, maar deze stelling wordt gemotiveerd betwist door Itec en door Van Tetering niet nader onderbouwd. Evenmin heeft Van Tetering hiervan bewijs aangeboden, zodat de kantonrechter er van uit gaat dat het eerste contact tussen partijen heeft plaatsgevonden tijdens het telefoongesprek op 14 augustus 2007. Van een opzegging van het abonnement tijdens dit gesprek is niet gebleken. Dit ligt ook niet in de rede, want gesteld noch gebleken is dat Van Tetering het abonnementsgeld over “het tweede jaar” (van 15 augustus 2007 tot en met 14 augustus 2008) niet aan Itec heeft voldaan. Wat daar verder van zij, vast staat dat inmiddels de opzegtermijn was verstreken en dat de eerste datum waartegen het contract kon worden opgezegd, 15 augustus 2009, was. Kennelijk heeft Itec, blijkens de brief van 18 augustus 2008, een mondelinge opzegging van Van Tetering in het daaraan voorgaande telefoongesprek van 15 augustus 2008, geaccepteerd, zodat de overeenkomst tussen partijen inderdaad zal eindigen per 15 augustus 2009.
3.8 Het voorgaande betekent dat Van Tetering gehouden is het abonnementsgeld over “het derde contractsjaar” (van 15 augustus 2008 tot 14 augustus 2009) aan Itec te voldoen. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
3.9 De gevorderde wettelijke handelsrente zal als niet dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist worden toegewezen.
3.10 De kantonrechter is van oordeel dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten niet voor vergoe¬ding in aanmer¬king komen, nu niet is gebleken dat de gemachtigde van Itec andere werk¬zaamheden heeft verricht dan die waar¬voor de in de artikelen 237 en 239 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bedoelde kosten een vergoe¬ding plegen in te sluiten. Uit het door Itec als bijlage 4 bij de dagvaarding overgelegde overzicht van de incassogemachtigde, blijkt dat deze incassogemachtigde één aanmaning heeft verzonden. Dit is onvoldoende voor het toekennen van een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten.
3.11 Van Tetering zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
veroordeelt Van Tetering om aan Itec te betalen een bedrag van € 882,01 aan hoofdsom en verschenen wettelijke handelsrente, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over
€ 827,05 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Van Tetering in de kosten van deze procedure aan de zijde van Itec gevallen en tot op heden begroot op € 441,25 daarin begrepen een bedrag van € 200,= aan salaris voor de gemachtigde van Itec;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. de Ruijter en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2009