ECLI:NL:RBBRE:2009:BK4424

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
19 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
571088 ov 09-4014 en 571089 ov 09-4015
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van bewind en mentorschap naar ondercuratelestelling van echtpaar met geestelijke en fysieke beperkingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 19 november 2009 uitspraak gedaan over de ondercuratelestelling van een echtpaar, waarbij de man lijdt aan lichte dementie en de vrouw zowel lichamelijk als verstandelijk gehandicapt is. Het echtpaar had eerder schuldhulpverlening ontvangen onder de voorwaarde van vrijwillig beschermingsbewind en mentorschap. Echter, de vrouw weigerde medewerking aan het bewind en het mentorschap, waardoor de bewindvoerder en mentor hun taken niet naar behoren konden uitvoeren. De dochter van het echtpaar, die niet betrokken was bij de instelling van het bewind en mentorschap, verzocht dringend om hulp voor haar ouders. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor het bewind en mentorschap niet waren gewijzigd, maar dat de situatie van het echtpaar was verslechterd door hun weigering om samen te werken met de hulpverleners.

De kantonrechter heeft de betrokkenen uitgelegd dat curatele meer bescherming biedt dan bewind en mentorschap. Aangezien er geen verzet meer was van de betrokkenen tegen de curatele, heeft de rechtbank besloten om het bewind en mentorschap op te heffen en hen onder curatele te stellen. François Omer Huijbregts-de Swaef is benoemd als curator, met ingang van 1 december 2009. De rechtbank heeft ook bepaald dat de curator de uitspraak binnen tien dagen moet publiceren in de Staatscourant en in twee aangewezen dagbladen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 571088 OV VERZ 09-4014 en 571089 OV VERZ 09-4015
beschikking d.d. 19 november 2009 op een verzoek tot ondercuratelestelling
ingediend door
het Openbaar Ministerie, arrondissementsparket te Breda,
gemachtigde: dhr. M.S.A. Jaspers,
hierna te noemen verzoeker,
inzake:
1. [betrokkene 1], geboren op [datum en plaats], en
2. [betrokkene 2], geboren op [datum en plaats],
beiden wonende te [adres],
hierna te noemen “betrokkenen”.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 26 oktober 2009 ter griffie ontvangen verzoekschrift ex artikel 1:379 van het Burgerlijk Wetboek (BW);
b. de beschikkingen d.d. 28 juli 2009 onderbewindstelling en mentorschap met de daarin genoemde stukken;
c. de brief van de mentor van 18 augustus 2009, met productie;
d. de diverse door betrokkene sub 2 ingezonden brieven;
e. de akkoordverklaring van de hierna te noemen belanghebbende(n);
f. de bereidverklaring van de hierna te benoemen curator;
g. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting op 19 november 2009, waarbij betrokkenen aanwezig waren, vergezeld van de dochter van betrokkene sub 2, [A] en haar partner [B], dhr. I.P. Verduin, mentor, mevr. L.M. Huijbregtse, coördinator Stichting Mentorschap westelijk Noord-Brabant, alsmede dhr. F.O. Huijbregts-de Swaef, beoogd curator.
1.2 Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
1. de dochter van betrokkene sub 2, [A];
2. de mentor van betrokkenen, de heer I.P. Verduin te Bergen op Zoom;
3. de bewindvoerster van betrokkenen, Helder Bewindvoeringen B.V. te Bergen op Zoom.
2. Het verzoek
Het verzoek strekt tot omzetting van het bewind en mentorschap tot ondercuratelestelling van betrokkenen, met benoeming van dhr. F.O. Huijbregts-de Swaef als curator.
3. De beoordeling
3.1 Inleiding.
Betrokkene sub 1 is op enig moment in het ziekenhuis opgenomen. Voorafgaand aan die ziekenhuisopname verzorgde betrokkene sub 1 de administratie van betrokkenen. Voorts verzorgde betrokkene sub 1 zijn echtgenote. Betrokkene sub 2 is niet in staat behoorlijk voor zichzelf te zorgen, noch voor de administratie. Betrokkenen zijn, mede als gevolg van hetgeen hiervoor is omschreven, in financiële problemen gekomen. Aan betrokkenen is schuldhulp verleend. Betrokkene sub 2 heeft in voornoemde omstandigheden contact gezocht met de Stichting Mentorschap westelijk Noord-Brabant. Belanghebbende sub 2 heeft getracht betrokkenen bij te staan. Hem bleek dat betrokkenen geen medewerking gaven aan de diverse hulpinstellingen, als gevolg waarvan de schuldhulpverlening aan betrokkenen ontzegd dreigde te worden. De schuldhulpverlening is voortgezet onder de voorwaarde dat een bewind zou worden ingesteld over de goederen van betrokkenen, waarbij de financiële problemen binnen een half jaar dienden te zijn opgelost.
3.2 Bij beschikkingen van 28 juli 2009 zijn de goederen van betrokkenen onder bewind gesteld met benoeming van Helder Bewindvoeringen B.V. tot bewindvoerster. Tegelijkertijd is een mentorschap ingesteld teneinde de belangen van niet-vermogensrechtelijke aard van betrokkenen waar te nemen, met benoeming van dhr. I.P. Verduin als mentor.
3.3 Op 20 augustus 2009 is ter griffie een brief ontvangen van de mentor, waarin wordt vermeld dat betrokkenen weigeren mee te werken aan het bewind en het mentorschap.
Van de zijde van betrokkene sub 2 zijn zowel door de mentor als door de rechtbank diverse brieven ontvangen die voornoemde brief van de mentor onderschrijven.
Aan het Openbaar Ministerie is als gevolg hiervan in overweging gegeven de kantonrechter te verzoeken het bewind en mentorschap om te zetten in curatele.
De kinderen van betrokkene sub 2 zijn destijds niet betrokken bij de instelling van het bewind en het mentorschap omdat daarmee toentertijd geen contacten bestonden. Thans is het contact met de sub 2.1.2. genoemde dochter hersteld. Deze heeft ter terechtzitting benadrukt dat hulp voor betrokkenen dringend gewenst is.
3.4 De kantonrechter overweegt als volgt.
Ter terechtzitting is de kantonrechter voldoende gebleken dat de gronden die hebben geleid tot de instelling en het mentorschap, niet zijn gewijzigd. Eveneens is voldoende duidelijk geworden dat betrokkenen hebben geweigerd aan het bewind en het mentorschap mee te werken, zodat het de bewindvoerster en de mentor feitelijk onmogelijk is gemaakt hun taken naar behoren uit te oefenen. Vast komen staan is dat de problemen van betrokkenen als gevolg hiervan verergerd zijn. Geoordeeld wordt daarom dat betrokkenen als gevolg van hun geestelijke stoornis - al dan niet met tussenpozen - niet in staat zijn of bemoeilijkt worden hun belangen behoorlijk waar te nemen.
Aan betrokkenen is ter terechtzitting uitgelegd dat een curator meer bevoegdheden en mogelijkheden heeft om hen de noodzakelijke bescherming en hulp te bieden dan een bewindvoerder en een mentor.
3.5 Betrokkenen hebben zich niet (meer) verzet tegen de omzetting van het bewind en het mentorschap in curatele. Zij hebben zich evenmin verzet tegen benoeming van de voorgestelde curator. Deze heeft zich bereid verklaard als curator over betrokkenen op te willen treden, op voorwaarde dat betrokkenen hieraan hun volledige medewerking verlenen.
De kantonrechter heeft betrokkenen nadrukkelijk voorgehouden dat de curatele een laatste kans is om uit de problemen te geraken, maar dat daarbij de medewerking van betrokkenen wel noodzakelijk is. Voorts is betrokkenen voorgehouden dat de curatele in hun eigen belang wordt ingesteld en dat de curator slechts in hun belang zal handelen.
3.6 Belanghebbende sub 1 heeft ingestemd met de omzetting van het bewind en mentorschap in curatele en met de benoeming van de voorgestelde curator.
De huidige bewindvoerster en mentor hebben zich eveneens akkoord verklaard met de omzetting van het bewind en mentorschap in curatele, en dientengevolge met hun ontslag als bewindvoerster en mentor, alsmede met de benoeming van de voorgestelde curator.
3.7 Het verzoek tot ondercuratelestelling zal als gevolg van het vorenstaande worden toegewezen.
3.8 Aangezien de voorgestelde curator zich bereid heeft verklaard het curatorschap te aanvaarden en er ten aanzien van zijn benoeming geen bezwaren zijn gebleken, zal de kantonrechter hem in die functie benoemen met ingang van 1 december 2009, zodat de bewindvoerster en de mentor voldoende gelegenheid hebben de zaken aan de curator over te dragen.
3.9 Een kopie van deze beschikking zal worden gezonden aan de griffier van de rechtbank te ’s-Gravenhage teneinde aantekening van de curatele te doen in het Curateleregister.
3.10 Ex artikel 1: 390 BW is de curator gehouden om deze uitspraak tot instelling van de curatele binnen tien dagen te publiceren in de Staatscourant alsmede in twee door de kantonrechter aan te wijzen dagbladen. In het geval de curator hiermee nalatig is, is hijzelf gehouden aan derden de daarvoor veroorzaakte schade te vergoeden. De curator dient, zo spoedig mogelijk na publicatie, aan de griffier van deze rechtbank bewijsstukken te sturen waaruit blijkt dat aan genoemde publicatieverplichting is voldaan.
4. De beslissing
De kantonrechter:
- heft - met ingang van 1 december 2009 - het bewind over de goederen van betrokkenen op en ontslaat Helder Bewindvoeringen per dezelfde datum als bewindvoerster;
- heft - met ingang van 1 december 2009 - het mentorschap over de goederen van betrokkenen op en ontslaat I.P. Verduin per dezelfde datum als mentor;
- stelt betrokkenen - met ingang van 1 december 2009 - onder curatele en benoemt François Omer Huijbregts-de Swaef, geboren te Erembodem op 1 mei 1951, tot curator;
- bepaalt dat de curator deze uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien dagen publiceert in de Staatscourant en wijst aan als dagbladen waarin deze uitspraak door de curator moet worden bekend gemaakt:
- het dagblad "Algemeen Dagblad" te Rotterdam en
- het dagblad "BN-De Stem" te Breda;
- verstaat dat een kopie van deze beschikking zal worden gezonden aan de griffier van de rechtbank te ’s-Gravenhage teneinde aantekening van de curatele te doen in het Curateleregister;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 november 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.
Mededeling van de griffier:
Tegen deze beschikking kan voor zover het een eindbeslissing betreft hoger beroep worden ingesteld:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te
's-Hertogenbosch.
verzonden op: