ECLI:NL:RBBRE:2009:BK4225
Rechtbank Breda
- Voorlopige voorziening
- V. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van persoonsgebonden budget op basis van akte van cessie
In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit psychosociale hulpverleners en PGB-houders, dat CZ Zorgkantoor hen zou betalen op basis van akten van cessie die eerder waren overeengekomen. De eisers stelden dat CZ Zorgkantoor hen niet meer betaalde conform deze akten, als gevolg van een wijziging in de Regeling subsidies AWBZ. De voorzieningenrechter oordeelde dat de akten van cessie hun gelding behielden, ondanks de wijziging in de regeling. De voorzieningenrechter stelde vast dat de wet in formele zin, het Burgerlijk Wetboek, voorrang heeft boven de bestuursrechtelijke regeling, en dat er geen wettelijk beletsel was voor de overdracht van het persoonsgebonden budget (PGB). De voorzieningenrechter oordeelde dat de eisers belang hadden bij hun vordering, omdat zij afhankelijk waren van de uitbetaling van het PGB voor hun zorgverlening. De voorzieningenrechter wees de vordering toe en legde CZ Zorgkantoor een dwangsom op voor het niet naleven van de uitspraak. Tevens werd CZ Zorgkantoor veroordeeld in de proceskosten van de eisers.