ECLI:NL:RBBRE:2009:BJ5020
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing officier van justitie inzake snelheidsovertreding met verlopen ijktabel
In deze zaak gaat het om een beroep tegen de beslissing van de officier van justitie in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De betrokkene was bekeurd voor een snelheidsovertreding, maar de officier van justitie had hem niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep. Echter, de beslissing van de officier van justitie was niet terug te vinden, waardoor niet kon worden vastgesteld of deze daadwerkelijk was genomen en op welke gronden. Dit leidde tot de vraag of de betrokkene terecht was beboet.
De kantonrechter, mr. W.E.M. Verjans, heeft op 30 juli 2009 de mondelinge behandeling van het beroep geleid. De betrokkene was niet verschenen, maar de officier van justitie, mw. L. Boereboom, was wel aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep ontvankelijk was, omdat het tijdig was ingesteld en er zekerheid was gesteld voor de betaling van de sanctie. De rechter merkte op dat de geldigheid van de ijktabel van de gebruikte meetapparatuur bijna een jaar was verlopen op het moment van de overtreding. Dit gaf aanleiding tot de mogelijkheid van een foutieve meting.
Na afweging van de feiten heeft de kantonrechter besloten het beroep gegrond te verklaren. De bestreden beslissing van de officier van justitie, voor zover deze zou zijn genomen, werd vernietigd. Tevens werd de officier van justitie opgedragen het bedrag dat als zekerheid was gesteld aan de betrokkene terug te betalen. De beslissing werd openbaar gemaakt en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, onder bepaalde voorwaarden.