De feiten
3.1 De kantonrechter gaat uit van de navolgende tussen partijen vaststaande feiten:
* Gedaagde heeft op 7 maart 2005, onder toepasselijkheid van de door eiseres gehanteerde algemene ziekenhuisvoorwaarden, een medische behandeling, te weten: een halfjaarlijkse controle bij een KNO-arts in combinatie met een audiogram, ondergaan, waarvoor eiseres aan gedaagde een nota d.d. 24 juni 2005, nummer 2383190, ad € 1.006,21 heeft gezon-den. De nota is als productie 1a in kopie bij conclusie van antwoord (hierna CvA) over-gelegd;
* Bij brief van juni 2005 (productie 2 bij CvA) reageert gedaagde gemotiveerd richting eiseres over de hoogte van deze nota;
* Op laatstgenoemde brief wordt door of namens eiseres niet gereageerd maar gedaagde ontvangt van eiseres op 22 september 2005 wel een “Verzoek tot betaling” (productie 3 bij CvA) en op 22 december 2005 een “Laatste verzoek tot betaling” (productie 4 bij CvA);
* Op de laatstgenoemde aanmaning reageert gedaagde bij brief van 30 december 2005 (productie 5 bij CvA). Gedaagde wijst hierbij (opnieuw) op het feit, dat hem al jaren voor halfjaarlijkse controles door eiseres ca. € 80,00 in rekening werd gebracht en nu € 1.006,21;
* Eiseres reageert hierop bij brief van 13 februari 2006 (productie 6 bij CvA) waarin eiseres zich op het standpunt stelt, dat zij geheel conform de wet en regelgeving heeft gefactu-reerd. Zij verzoekt gedaagde de onderhavige nota alsnog te voldoen dan wel deze in te dienen bij zijn zorgverzekeraar;
* Op 18 februari 2006 verzoekt gedaagde de betrokken behandelend KNO-arts schriftelijk (productie 7 bij CvA) of hij het ziekenhuis (eiseres) kan bewegen tot het opstellen van een juiste declaratie/nota;
* Bij brief van 23 februari 2006 (productie 7a bij CvA) antwoordt deze KNO-arts als volgt: “Naar aanleiding van uw brief d.d. 18-02-2006 betreffende de nota van het consult van 07-03-2005 kan ik u berichten dat ik helaas niets voor u kan betekenen. In het nieuwe zorgstelsel wordt gewerkt met DCB’s (diagnose behandel combinaties) waarbij de kosten van de specialist in de nota van het ziekenhuis zit, waarbij dus de kosten van het ziekenhuis meegenomen zijn. Dit zijn vaste afspraken met de ziektekostenverzekeraars en hierop kan ik geen enkele invloed uitoefenen.”;
* Op 27 februari 2006 besluit gedaagde de kwestie per e-mail (productie 8a bij CvA) voor te leggen aan het College tarieven gezondheidszorg (Nederlandse Zorgautoriteit), kortweg CTG. Hierop wordt namens het CTG geantwoord op 8 maart 2006 (productie 8 bij CvA), waarbij zakelijk weergegeven het vermoeden wordt geuit dat er een onjuiste behandel-code werd toegepast voor het onderhavige consult. In een vervolg e-mail van 9 maart 2006 (productie 10 bij CvA) wordt een en ander nog eens verduidelijkt;
* Beide e-mailberichten van het CTG stuurt gedaagde vervolgens door aan de administratie van eiseres;
* Op 9 maart 2006 bericht deze administratie per e-mail aan gedaagde dat zijn bezwaar zal worden voorgelegd aan de behandelend arts en aan de directie van eiseres;
* Bij brief van 27 april 2006 (productie 11 bij CvA) handhaaft eiseres echter -kort gezegd- haar eerder ingenomen standpunt: de nota was juist en gedaagde diende te betalen anders volgde incasso;
* Hierop schrijft gedaagde op 10 mei 2006 (bijlage 12 bij CvA) aan eiseres dat hij een klacht wenst in te dienen tegen het ziekenhuis en hij vraagt aan wie hij deze klacht zou moeten richten. Deze vraag wordt door eiseres niet beantwoord;
* Wel ontvangt gedaagde een uitnodiging voor een gesprek van de financieel directeur van eiseres, hiermee stemt gedaagde in;
* Dit gesprek vindt plaats op 12 juni 2006. Na enige discussie komen genoemde directeur en gedaagde kennelijk overeen, dat gedaagde een bedrag van € 200,00 tegen finale kwijting zou voldoen;
* Gedaagde betaalt hierop € 200,00 aan eiseres (bewijsstuk: productie 13 bij CvA);
* Op of omstreeks 28 juni 2006 ontvangt gedaagde van eiseres een creditnota tot een bedrag van € 808,21 (productie 14 bij CvA);
* Bij brief van 1 november 2006 (productie 1 bij CvR) schrijft de financieel directeur van eiseres aan gedaagde:
“ Naar aanleiding van ons gesprek op 12 juni 2006 waarin u aangaf het niet eens te zijn met de rekening die u had ontvangen voor behandeling in het Ziekenhuis Lievensberg, zijn we overeengekomen dat u met betrekking tot nota 2383190 een bedrag van € 200,00 zou betalen en Lievensberg het restantbedrag van € 806,21 aan u zou crediteren, hetgeen wij gedaan hebben conform afspraak met nota VC60027.
Bij controle is gebleken dat u de nota 2383190 voor het volledige nota bedrag, te weten € 1.006,21, heeft ingediend bij uw verzekeringsmaatschappij Univé en deze door hen aan u is uitgekeerd. Wij verzoeken u daarom alsnog het bedrag wat in eerste instantie is gecrediteerd € 806,21 aan ons over te maken op bankrekening 23.20.16.038 o.v.v. nota 2383190 (…).”;
* Op 3 augustus 2005 had gedaagde een betaling betreffende de onderhavige nota van zijn verzekeraar ontvangen, waarbij -na aftrek van in de polis vastgelegd eigen risico van € 500,00- een bedrag van € 506,21 aan gedaagde werd betaald/vergoed door zijn zorgverzekeraar;
* Bij brief van 11 mei 2007 sommeert de huidige gemachtigde van eiseres gedaagde een bedrag van € 808,21, verhoogd met incassokosten, in totaal € 1.036,06 onmiddellijk te voldoen (productie 15 bij CvA);
* Bij antwoordschrijven (productie 15a bij CvA) bericht gedaagde aan betrokken gemachtigde dat hij niets verschuldigd is aan eiseres;
* Bij brief van 30 mei 2007 (productie 16 bij CvA) sommeert deze gemachtigde gedaagde opnieuw tot betaling onder aanzegging van gerechtelijke stappen bij uitblijven van betaling;
* Gedaagde reageert hierop bij aangetekende brief van 15 juni 2007 (bijlage 17 bij CvA);
* Op 17 oktober 2007 ontvangt gedaagde een zogenaamde “Laatste Kennisgeving” van de gemachtigde van eiseres (productie 18 bij CvA);
* Op 25 juli 2008 ontvangt gedaagde van de gemachtigde van eiseres een Kennisgeving tot Dagvaarding (productie 19 bij CvA /productie 1 bij dagvaarding);
* Gedaagde heeft op beide laatstgenoemde brieven (kennisgevingen) niet meer gereageerd;
* Op 31 maart 2009 is gedaagde uiteindelijk namens eiseres gedagvaard;
* De gemachtigde van eiseres heeft gedaagde laten registreren bij Experian, een krediet-informatiebureau, dat informatie verzamelt en beschikbaar stelt aan bedrijven en organi-saties, die bij verstrekking van hun producten of diensten een incassorisico lopen.