ECLI:NL:RBBRE:2009:BI6860
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging ondercuratelestelling en benoeming nieuwe curatrice
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 2 juni 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van een ondercuratelestelling. Het verzoek was ingediend door de huidige curatrice, die haar ontslag vroeg en haar dochter als nieuwe curatrice wilde benoemen. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen het belang van de betrokkene (curandus) vooropgesteld. De voorgestelde curatrice, de dochter van de huidige curatrice, heeft gedurende 19 jaar van dichtbij meegemaakt hoe het curatorschap over de betrokkene werd ingevuld. Dit maakte haar volgens de kantonrechter een geschiktere kandidaat dan andere familieleden, zoals neven of nichten, die ook als curator in aanmerking kwamen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 26 mei 2009 heeft de kantonrechter het bezwaar van de broer van de betrokkene, de heer [B], gehoord. Hij had geen bezwaar tegen de voorgestelde curatrice, maar was verbolgen dat zijn kinderen niet waren gevraagd om als curator op te treden. De kantonrechter heeft het bezwaar van de heer [B] verworpen en benadrukt dat de keuze voor de nieuwe curatrice in het belang van de betrokkene is gemaakt. De kantonrechter heeft vervolgens de huidige curatrice met ingang van 1 juli 2009 ontslagen en de voorgestelde curatrice benoemd.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en een kopie van de beschikking zal worden gezonden aan de Griffier van de Rechtbank te 's-Gravenhage voor aantekening in het Curateleregister. De beslissing van de kantonrechter is gebaseerd op de Wet Herschikking, die sinds 1 mei 2007 van kracht is, en die de kantonrechter bevoegdheid geeft om verzoeken tot wijziging van een ondercuratelestelling te behandelen. De beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.