ECLI:NL:RBBRE:2009:BI5918

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
7 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
533174 mb 09-55 / 533175 mb 09-56
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gegrondverklaring beroep tegen beslissing officier van justitie inzake parkeerverbod en aanwijzing

Op 7 mei 2009 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda, sector kanton, locatie Bergen op Zoom, uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene in beroep ging tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een beschikking ontvangen voor het parkeren in strijd met een parkeerverbod en voor het niet voldoen aan een aanwijzing van een bevoegde ambtenaar. Betrokkene stelde dat het repareren van een defecte bus op een hulpverleningsvoertuig sneller zou gaan als de bus op het voertuig bleef staan, in plaats van deze eerst te lossen en later weer op te laden. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene in de gegeven omstandigheden het meest wenselijke heeft gedaan, omdat hij door zijn handelen minder verkeershinder heeft veroorzaakt dan wanneer hij de aanwijzing van de verbalisant had opgevolgd. De officier van justitie had zich volgens de kantonrechter niet voldoende verdiept in het verweer van betrokkene en had diens wens om gehoord te worden genegeerd. Hierdoor zijn beginselen van behoorlijk bestuur geschonden, wat heeft geleid tot een schending van de belangen van betrokkene. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissingen van de officier van justitie en droeg deze op het bedrag dat aan zekerheid was gesteld aan betrokkene terug te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Bergen op Zoom
zaaknummer : 533174 MB VERZ 09-55 en 533175 MB VERZ 09-56
CJIB-nummer: [nummer] en [nummer]
uitspraak: 7 mei 2009
Op de in het openbaar gehouden zitting van 7 mei 2009 is mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, bijgestaan door J.C.M. Franken als griffier, overgegaan tot de mondelinge behandeling van het beroep dat is ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie met bovengenoemd CJIB-nummer. Het beroepschrift is ingediend door:
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
nader ook te noemen “betrokkene”.
Betrokkene is ter zitting verschenen in persoon.
Namens de officier van justitie is verschenen mr. A.J. Rijks, werkzaam bij het CVOM.
Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden, welke aantekeningen worden geacht deel uit te maken van dit proces-verbaal.
Betrokkene heeft beroep ingesteld en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift - dat zich bij de stukken van het geding bevindt - is vermeld. Ter zitting heeft betrokkene meegedeeld de gronden van het beroep te handhaven en een verklaring overgelegd van dhr. Heemskerk, vennoot van het bedrijf waarvóór de gedraging heeft plaatsgevonden, die daarin zijn visie op het gebeurde heeft gegeven.
De officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep gegrond te verklaren.
1. De beoordeling
De kantonrechter heeft op grond van de navolgende overwegingen een beslissing genomen.
Het beroep is ontvankelijk omdat het tijdig is ingesteld en er zekerheid is gesteld voor de betaling van de sancties.
Uit de door of namens betrokkene aangevoerde omstandigheden, te weten dat hij heeft getracht de verbalisant ervan te overtuigen dat het lossen van de op het hulpverleningsvoertuig geplaatste te repareren bus en het na reparatie daarvan weer terugplaatsen veel meer tijd zou kosten dan het repareren van die bus op het hulpverleningsvoertuig, leidt de kantonrechter af dat betrokkene in de onderhavige omstandigheden het meest wenselijke heeft gedaan, dat van hem mocht worden verwacht. Bovendien is in het zaakoverzicht vermeld dat betrokkene geen verklaring zou hebben gegeven. Gelet op het voorgaande wordt geoordeeld dat door de verbalisant kennelijk geen uitvoering is gegeven aan de verplichting tot hoor en wederhoor.
Door te handelen zoals feitelijk gebeurd, heeft betrokkene -veel- minder verkeershinder veroorzaakt dan wanneer hij gevolg zou hebben gegeven aan de aanwijzing van de verbalisant. Het niet voldoen aan de aanwijzing van de verbalisant kan hem daarom in de onderhavige omstandigheden in redelijkheid niet worden tegengeworpen.
In het zaakoverzicht blijkt ten onrechte te zijn vermeld dat er geen activiteiten zouden zijn waargenomen, vermoedelijk is hier bedoeld geen laad- en losactiviteiten. Het had in de rede gelegen dat de officier van justitie zich niet had beperkt tot waarneming van het zaakoverzicht, maar was ingegaan op het uitgebreide verweer van betrokkene, en daarop een zorgvuldig overwogen en gemotiveerde beslissing had genomen.
Betrokkene heeft bovendien in zijn beroep bij de officier van justitie zijn wens te kennen gegeven om gehoord te worden. De officier van justitie is aan deze wens voorbij gegaan omdat het beroep kennelijk ongegrond of niet-ontvankelijk zou zijn. Hiermee is het uitgebreide verweer van betrokkene miskend en is betrokkene niet in voldoende mate in de gelegenheid gesteld zich te verweren.
Als gevolg van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat er algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn geschonden, nu er geen verklaring van betrokkene is opgenomen in het zaakoverzicht, geen uitvoering is gegeven aan het beginsel van hoor en wederhoor, betrokkene ondanks zijn wens niet door de officier van justitie gehoord is en er geen deugdelijk gemotiveerde beslissing op zijn beroep is genomen. Betrokkene is door deze verzuimen in zijn belangen geschaad. De tekortkomingen zijn van zodanige aard dat ze in de onderhavige procedure niet kunnen worden hersteld.
Het voorgaande leidt ertoe dat het beroep van betrokkene gegrond zal worden verklaard en dat de gestelde zekerheid aan betrokkene dient te worden terugbetaald als hierna bepaald.
2. De beslissing
De kantonrechter:
verklaart het beroep in beide zaken gegrond;
vernietigt de bestreden beslissingen van de officier van justitie;
draagt de officier van justitie op het bedrag dat aan zekerheid is gesteld aan betrokkene terug te betalen.
Waarvan proces-verbaal,
De griffier, De kantonrechter,
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,00 bedraagt, of
b. het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Bergen op Zoom, Postbus 118, 4600 AC Bergen op Zoom en dient door degene die bij de sector kanton beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum toezending beslissing: