Verdachte heeft verklaard dat zij op 30 april 2007 thuis was aan d[adres] met haar echtgenoot, [slachtoffer] [voornaam slachtoffer] stapte die avond op enig moment uit bed en zei dat hij “die medicijnen” in ging nemen waarna hij richting de badkamer liep. Daarna is haar echtgenoot in bed gaan liggen en zijn ze in slaap gevallen. Rond 1.00 uur op 1 mei 2007 werd verdachte wakker van het gesnurk van haar echtgenoot en merkte zij dat hij zwaar ademde. Verdachte is toen naar beneden gegaan en heeft naar eigen zeggen het ziekenhuis gebeld maar er werd niet opgenomen. Blijkens de gegevens van de vaste telefoonlijn van verdachte is er op 1 mei 2007 omstreeks 1.25 uur contact gezocht met de huisarts [naam huisarts].
Vervolgens is verdachte weer gaan slapen en werd zij rond 5.00 uur wederom wakker . Ze merkte dat haar echtgenoot heel erg aan het zweten was en heeft toen een washandje op zijn hoofd gelegd en zijn hoofd afgeveegd. Haar echtgenoot zei toen nog iets maar dat was gemompel. Getuige [getuige 2] verklaart dat zij met verdachte over de bewuste avond heeft gesproken. Tijdens dit gesprek vertelde verdachte dat zij ’s nachts wakker was geworden omdat [voornaam slachtoffer] raar ademde. Getuige [getuige 2] heeft aan verdachte gevraagd wat ze met zwaar ademen bedoelde en verdachte deed voor hoe [voornaam slachtoffer] ademde. Getuige [getuige 2] omschrijft dit als “zwaar ademen”. Verdachte heeft ook tegen getuige [getuige 2] gezegd dat zij zag dat [voornaam slachtoffer] schuim op zijn mond had en dat zij het schuim meerdere malen met een washandje had weggeveegd. Ze had [voornaam slachtoffer] ook nog vastgehouden en het verbaasde haar dat [voornaam slachtoffer] haar niet afweerde.
Verdachte verklaart dat rond 6.30 uur de wekker ging omdat haar echtgenoot moest werken. Hij werd echter niet wakker van de wekker. Zij heeft de wekker toen uitgezet en is verder gaan slapen. Vervolgens is verdachte om ongeveer 8.30 uur wakker geworden van de kinderen. Verdachte is naar beneden gegaan en ze heeft haar vader gebeld. Blijkens de telefoongegevens heeft verdachte haar vader rond 10:20 uur gebeld. Ze vroeg hem om te komen omdat ze iets moest vertellen wat niet over de telefoon kon . Ze kreeg haar echtgenoot namelijk niet wakker. Ze had geprobeerd om hem wakker te krijgen door hem heen en weer te schudden en ze had hem water gegeven. Toen haar vader arriveerde heeft zij hem gevraagd om bij [voornaam slachtoffer] te gaan kijken.
De vader van verdachte, [getuige 1], verklaart dat hij op 1 mei 2007 rond 10.30 uur werd gebeld door verdachte. Ze vroeg of hij naar haar toe wilde komen want ze wilde praten. Hij kwam rond 11.30 uur bij verdachte aan en verdachte vertelde hem dat [voornaam slachtoffer] erg ziek was en dat hij op bed lag met iets dat op zware hoofdpijn leek. Zij vertelde dat [voornaam slachtoffer] daarvoor tabletten had geslikt. Verdachte liet hem toen doordrukverpakkingen zien van morfine tabletten. Omstreeks 11.45 uur is [getuige 1] naar de slaapkamer van [voornaam slachtoffer] gegaan. Hij heeft toen aan [voornaam slachtoffer] gevraagd of hij iets voor hem kon betekenen maar [voornaam slachtoffer] reageerde niet. [voornaam slachtoffer] had volgens hem een zwakke ademhaling en was niet aanspreekbaar. Hij kreunde zachtjes. [getuige 1] is toen naar beneden gegaan en heeft tegen verdachte gezegd dat zij met de doordrukstrip van de morfine naar de dokter moest gaan.
Verdachte ging vervolgens met de lege strips naar huisarts [naam]. [naam] verklaart dat verdachte op 1 mei 2007 rond 12.30 uur naar hem toe kwam en vertelde dat haar echtgenoot op 30 april 2007 rond 22.00 uur tabletten had ingenomen. Hij zag dat ze een lege strip liet zien en dat daarop stond Morfine 100 Mg Zetard (de rechtbank begrijpt: Retard). Ze vertelde dat haar echtgenoot nog aanspreekbaar was en dat hij kleine slokjes water nam. [naam] zei tegen verdachte dat ze moest bellen als haar echtgenoot niet meer aanspreekbaar was of niet meer reageerde. Hij adviseerde haar om haar echtgenoot wakker te houden, te observeren en water te laten drinken.
Verdachte verklaart dat zij tegen de dokter heeft gezegd dat haar echtgenoot nog ademde, dat hij zweette en dat de dokter haar adviseerde om af en toe even bij haar echtgenoot te gaan kijken.
Hierop is verdachte naar huis gegaan. [getuige 1] verklaart dat verdachte terug kwam van de dokter en dat de dokter had geadviseerd aan te kijken hoe het verder zou verlopen met [voornaam slachtoffer] en om [voornaam slachtoffer] water te geven. Dit bevreemdde [getuige 1] aangezien [voornaam slachtoffer] niet meer aanspreekbaar was. [getuige 1] is toen nogmaals naar [voornaam slachtoffer] gaan kijken. Hij zag dat hij nog steeds zwak ademde en dat hij kreunde, alsof hij pijn had. Zijn polsslag was onveranderd. Daarna vertrok [getuige 1] met de kinderen van verdachte naar [naam]. Rond 15.00 uur heeft hij verdachte nog gebeld en gevraagd naar de toestand van [voornaam slachtoffer]. Zij zei dat de toestand ongewijzigd was en dat zij nog wel een nieuwe lap op zijn voorhoofd had gelegd.
Verdachte verklaart dat zij, nadat zij terug kwam van de huisarts, nog bij [voornaam slachtoffer] is gaan kijken en dat hij ademde , dat zij hem een beetje water heeft gegeven door zijn hoofd naar achteren te doen en dat hij zweette. Zij beaamt dat haar vader de waarheid spreekt als hij zegt dat [voornaam slachtoffer] niet meer aanspreekbaar was. Daarna is verdachte boodschappen gaan doen. Na het boodschappen doen is zij niet meer naar [voornaam slachtoffer] gaan kijken maar is zij op de bank in slaap gevallen. Toen ze wakker werd is ze bij [voornaam slachtoffer] gaan kijken. Ze zag dat hij er heel stil bij lag en is naar de dokter gegaan. Dokter [naam] bevestigt dat verdachte rond 17.00 uur nogmaals naar de praktijk is gekomen. Hij hoorde dat verdachte zei dat haar echtgenoot niet meer reageerde. Hij is daarna naar het huis van verdachte gegaan en zag dat [voornaam slachtoffer] [achternaam slachtoffer] overleden was. Hij voelde koud aan en had lijkvlekken op zijn armen en benen. In het bloed van [voornaam] [achternaam [achternaam slachtoffer] is een zeer hoge concentratie morfine aangetoond . Op grond van de zeer hoge concentratie van morfine in het bloed kan het overlijden van [voornaam] [achternaam [achternaam slachtoffer] worden verklaard.