ECLI:NL:RBBRE:2009:BH8183

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
26 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
02-811566-08
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Van Gameren
  • mr. Dekker
  • mr. Zuidema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bommelding tijdens Sinterklaasviering op basisschool in Oosterhout

Op 5 december 2008, tijdens de jaarlijkse Sinterklaasviering op basisschool de Rubenshof in Oosterhout, doet verdachte twee keer een bommelding. Deze meldingen leiden tot een ontruiming van de school, waarbij ongeveer 400 leerlingen in paniek worden gebracht. De verdachte, die zich stoorde aan de geluidsoverlast van de viering, wordt later aangehouden. De rechtbank oordeelt dat de verdachte strafbaar is, maar houdt rekening met zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder zijn zwakbegaafdheid en ontwikkelingsstoornis. De rechtbank legt een werkstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden op, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. De rechtbank wijst ook een schadevergoeding toe aan de benadeelde partij, de basisschool, voor de materiële schade die door de bommelding is veroorzaakt. De rechtbank benadrukt dat de onbezonnen actie van de verdachte niet ongestraft kan blijven, maar dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in de strafoplegging worden meegewogen.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector strafrecht
parketnummer: 811566/08 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 26 maart 2009
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats], [adres]
raadsman mr. Sneep, advocaat te Breda
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 maart 2009, waarbij de officier van justitie, mr. De Hollander, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte tot twee keer toe aan de basisschool de Rubenshof te Oosterhout heeft gemeld dat er een bom zou ontploffen.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de verklaring van de [betrokkene] van de basisschool en de verklaring van verdachte.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van het ten laste gelegde geen verweer gevoerd.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 12 maart 2009 ;
- de aangifte van de [betrokkene] van basisschool de Rubenshof .
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
hij op een of meer tijstippen op of omstreeks 05 december 2008 te Oosterhout
gegevens, te weten meermalen althans eenmaal, een melding heeft doorgegeven
aan basisschool de Rubenshof, met de navolgende tekst(en): "Om 11 uur dan
ontploft die" en/of "Om 11 uur ontploft de bom", met het oogmerk (een)
ander(en) ten onrechte te doen geloven dat op een al dan niet voor het publiek
toegankelijke plaats een voorwerp aanwezig was, waardoor een ontploffing kon
worden teweeggebracht;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een werkstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaren, met reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft gevraagd de door de reclassering en de psycholoog gegeven adviezen te volgen en aan verdachte een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Op 5 december 2008 vindt op de basisschool de Rubenshof te Oosterhout de jaarlijkse Sinterklaasviering plaats. Nadat die viering nog maar net was begonnen, komt rond 09.15 uur bij de school de melding binnen dat er om 11.00 uur iets zal ontploffen.
Ongeveer een kwartier later wordt deze melding nog een keer herhaald en wordt er gezegd “de bom ontploft om 11.00 uur”. Deze meldingen hadden tot gevolg dat de basisschool werd ontruimd en het schoolterrein werd afgezet, dat de buurt in een straal van 100 meter werd gewaarschuwd en dat hulpdiensten zoals de politie, brandweer, de GGD, een bomteamleider en bomverkenners werden ingezet.
Uiteindelijk bleek dat de meldingen van verdachte afkomstig waren en dat hij die meldingen alleen maar had gedaan omdat hij de avond daarvoor laat naar bed was gegaan en hij die ochtend niet kon slapen door het lawaai afkomstig van de school. Ook zou verdachte al vaker last hebben gehad van irritaties veroorzaakt door het lawaai van de school.
Het mag duidelijk zijn dat de hiervoor genoemde ontruimingsoperatie tot grote schade heeft geleid. Erger is wellicht nog dat voor ruim 400 kinderen de sinterklaasviering werd verpest en een feestelijke dag in één keer veranderde in een dag van paniek en angst voor de kinderen, voor de aanwezige ouders en voor de leerkrachten. De rechtbank is dan ook van oordeel dat een dergelijk onbezonnen actie van verdachte niet ongestraft mag blijven. Wel zal zij bij de strafbepaling, zoals de raadsman ook heeft aangevoerd, rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met de over hem uitgebrachte rapporten van Novadic-Kentron en van de psycholoog [naam]. [De psycholoog] beschrijft verdachte in zijn rapport als een zwakbegaafde man met een pervasieve ontwikkelingsstoornis, die in het verlengde hiervan zowel op cognitief, sociaal en gedragsmatig niveau handicaps heeft en daarom als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd kan worden. In beide rapporten wordt voorts voorgesteld aan verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringscontact en daarnaast een werkstraf in plaats van een eventueel onvoorwaardelijke vrijheidsstraf.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straffen voldoende recht doen aan de ernst van het feit en dat daarmee ook voldoende rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank zal verdachte dan ook conform de eis van de officier van justitie veroordelen tot een werkstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.
7 De benadeelde partij
De benadeelde partij o.b.s. Rubenshof, gevestigd te [adres], vordert een schadevergoeding van € 2.603,90.
De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 353,90 een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde bedragen van € 2.200,=, voor de (extra) inzet van leerkrachten, en van € 50,=, voor extra uren van de conciërge, zijn naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd en aannemelijk gemaakt. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. Voor dat deel kan de benadeelde partij haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 9, 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 22c, 22d, 36f, 57 en 142a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Gegevens doorgeven met het oogmerk een ander ten onrechte te doen geloven dat op een al dan niet voor het publiek toegankelijke plaats een voorwerp aanwezig is waardoor een ontploffing kan worden teweeggebracht, meermalen gepleegd.
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 twee jaar;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarde;
- veroordeelt verdachte tot een werkstraf van 180 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de uitvoering van de werkstraf naar rato van twee uur per dag;
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij o.b.s. Rubenshof, gevestigd te [adres], van € 353,90, ter zake van materiële schade;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;(BP.09)
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer o.b.s. Rubenshof, gevestigd te [adres], € 353,90 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 7 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; (BP.04)
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Gameren, voorzitter, mr. Dekker en mr. Zuidema, rechters, in tegenwoordigheid van Nouws, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 26 maart 2009.
Mr. Zuidema is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
hij op een of meer tijstippen op of omstreeks 05 december 2008 te Oosterhout
gegevens, te weten meermalen, althans eenmaal, een melding heeft doorgegeven
aan basisschool de Rubenshof, met de navolgende tekst(en): "Om 11 uur dan
ontploft die" en/of "Om 11 uur ontploft de bom", met het oogmerk (een)
ander(en) ten onrechte te doen geloven dat op een al dan niet voor het publiek
toegankelijke plaats een voorwerp aanwezig was, waardoor een ontploffing kon
worden teweeggebracht;
art 142a lid 2 Wetboek van Strafrecht