ECLI:NL:RBBRE:2009:BH6859
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- W. Brouwer
- D. Hund
- R.W. Otto
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag vennootschapsbelasting en waardering van activa uit failliete boedel
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 28 januari 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst over de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2003. De belanghebbende B.V. had activa gekocht van een gefailleerde B.V. en stelde dat deze activa een aanzienlijk hogere waarde hadden dan de aankoopprijs. De rechtbank diende te beoordelen of de activa op de fiscale balans moesten worden opgenomen tegen de waarden in het economische verkeer, met een bijbehorende passivering van een post badwill.
De rechtbank overwoog dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van badwill. De rechtbank stelde vast dat de hoofdregel is dat overgenomen activa worden gewaardeerd op de overnameprijs. Aangezien de belanghebbende zich beroept op een afwijkende waardering, rustte de bewijslast op haar. De rechtbank concludeerde dat de curator van de verkopende vennootschap had verklaard dat er geen korting was gegeven voor onderrentabiliteit, wat de stelling van de belanghebbende ondermijnde.
De rechtbank oordeelde verder dat de fax van een taxateur, waarin een hogere waarde voor de activa werd genoemd, niet als doorslaggevend kon worden beschouwd vanwege gebrek aan detaillering en informatie. De rechtbank verwierp ook het betoog van de belanghebbende dat er een going-concern waardering moest plaatsvinden, aangezien er enkel activa waren aangekocht en geen onderneming was overgenomen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en zag zij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.